‹Terug naar zoeken

3tna 12/3 Spelling met of zonder n?

Lees de theorie op blz. 198 van je boek.
Log alvast in op LessonUp en maak
de startopdracht (het vraagteken).
Tijd over? Begin alvast aan cursus 7.5.
7.5 Met of zonder -n?

Voordat we beginnen:
WELKOM 3TN
timer
5:00
SPELLING
We hebben het gehad over leestekens, samenstellingen, aan elkaar of los. Verbeter de drie fouten in onderstaande zin:

Marjo heeft het zonnenscherm bij de huis artsen praktijk vernield omdat ze boos was.
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Lees de theorie op blz. 198 van je boek.
Log alvast in op LessonUp en maak
de startopdracht (het vraagteken).
Tijd over? Begin alvast aan cursus 7.5.
7.5 Met of zonder -n?

Voordat we beginnen:
WELKOM 3TN
timer
5:00
SPELLING
We hebben het gehad over leestekens, samenstellingen, aan elkaar of los. Verbeter de drie fouten in onderstaande zin:

Marjo heeft het zonnenscherm bij de huis artsen praktijk vernield omdat ze boos was.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Je weet wanneer je een meervouds -n moet gebruiken bij telwoorden (2F).
  • Je weet wanneer je een meervouds -n moet gebruiken bij bijvoeglijk naamwoorden (2F).
Lesdoelen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Startopdracht bespreken.
2. Uitleg paragraaf 7.5. 
(schrijf mee!)
3. Check in LessonUp.
4. Digitaal oefenen.
5. Afronden en vooruitblikken.
Wat gaan we vandaag doen?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startopdracht
Marjo heeft het zonnenscherm bij de
huis artsen praktijk vernield omdat ze boos was.


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SO!

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies




Noteer van de woorden 1 t/m 6 op de juiste manier. Bedenk ook waarom je voor de eerste of tweede optie kiest, dit kan jou straks gevraagd worden.
timer
3:00
Startopdracht
-Aan elkaar of los?-
1. Babybed of baby bed

2. Bananenschil of bananen schil

3. Bruinebonensoep of bruinebonen soep

4. Politie auto of politieauto

5. Koffiedrinken of koffie drinken

6. Daar heen of daarheen





Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Met of zonder n?
blz. 198-199.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling - ZN

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn zelfstandige naamwoorden?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een zelfstandig naamwoord?
A
mooie
B
verliefdheid
C
verkleden
D
winkelen

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling - BN

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn bijvoeglijke naamwoorden?
Een bijvoeglijk naamwoord is een woord dat iets zegt over een zelfstandig naamwoord.

 Voorbeeld:
De gevlekte koe
Het woord ‘gevlekte’ zegt hier iets over het zelfstandig naamwoord ‘koe’.
Meestal staat het bijvoeglijk naamwoord vóór het zelfstandig naamwoord. Soms staan er zelfs meerdere bijvoeglijke naamwoorden op die plek. Kijk maar:
het leuke, spannende spel
de snelle, blauwe auto
Alle dikgedrukte woorden zeggen in deze voorbeelden iets over de zelfstandige naamwoorden. Het zijn dus allemaal bijvoeglijke naamwoorden.


Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noteer de bijvoeglijke naamwoorden
De angstige haas rende naar een veilige schuilplaats.

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke vorm je moet gebruiken hangt van twee dingen af:

  • Wordt het woord zelfstandig of bijvoeglijk gebruikt?
  • Verwijst het woord naar personen, of niet?
Met of zonder n?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Sommige(n), enkele(n), meeste(n) schrijf je met een n als: 

  • Het over personen gaat
  • Het zelfstandig wordt gebruikt.

Velen stonden rustig te wachten bij de brug die openstond, maar sommigen hadden haast.
Telwoorden

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weet jij waarom alle leerlingen zijn gaan verzitten?
--> bijvoeglijk gebruikt

Enkele van de gevonden kastanjes werden gebruikt voor een herfststuk.
--> verwijst niet naar personen (maar naar dingen).
Telwoorden

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Zelfde regels als bij telwoorden.

  • Als het over personen gaat:
  • enkelvoud = -n
  • meervoud = n

Als jongere kun je eenzame ouderen helpen door hen op te zoeken.
Bijvoeglijk naamwoorden

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Tientallen, honderden, duizenden en miljoenen.

Tientallen ballonnen werden tijdens de bruiloft uitgedeeld.


Altijd een -n:

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even oefenen...
MET N
ZONDER N
Beide/beiden zijn
topsporters.
Duizende/duizenden mieren liepen over het pad.
Die potloden zijn allemaal kapot. Van de meeste/meesten is namelijk de punt afgebroken.
Sommige/sommigen mensen zijn erg brutaal.

Slide 20 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kies de juiste uitgang:


Jullie moeten aardig zijn tegen all... kinderen die straks langskomen. 
A
-e
B
-en

Slide 21 - Quizvraag

Alle staat hier vóór een zelfstandig naamwoord, namelijk kinderen. 
Kies de juiste uitgang:


Denk aan je handen: houd ze beid... aan het stuur!
A
-e
B
-en

Slide 22 - Quizvraag

Beide is hier een zelfstandig naamwoord dat niet over personen gaat maar over handen. 
Kies de juiste uitgang:


Ik heb twee opa's. Beid... komen trouw naar al mijn verjaardagen.
A
-e
B
-en

Slide 23 - Quizvraag

Beide is hier een zelfstandig naamwoord dat niet over personen gaat, namelijk de opa's.
Samenvatting
Telwoorden/bijvoeglijke naamwoorden als enkele, sommige, alle etc. schrijf je op twee voorwaarden met een -n. 

De twee voorwaarden zijn:
1. Het woord verwijst naar personen. 
2. Het woord is zelfstandig gebruikt. 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitlegvideo

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het werk
Wat?
Cursus 7.5 Met of zonder -n?
(blz. 198-199).
Basis: Maak opdracht 1 t/m 5.
Kader: Maak opdracht 1 t/m 5. 
In je online boek.
Hoe?
Keuze: zelfstandig of tweetallen.
Hulp
Oogje.
Tijd
Timer.
Klaar?
Werk alvast verder aan paragraaf 7.6!
timer
5:00

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Je weet wanneer je een meervouds -n moet gebruiken bij telwoorden (2F).
  • Je weet wanneer je een meervouds -n moet gebruiken bij bijvoeglijk naamwoorden (2F).
Lesdoelen

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ging het oefenen met
deze spellingregel je af?


😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Wel of geen -n?
Sommige(n) kregen een extra kerstpakket
A
Sommige
B
Sommigen

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wel of geen -n?

De vindicatleden hebben een busfeest gehouden, maar sommige(n) hebben niet meegefeest.
A
Sommige
B
Sommigen

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Met of zonder -n?
Die boeken zijn al erg oud, maar sommige(n) zijn best leuk
A
Sommige
B
Sommigen

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Met of zonder -n?
Die boeken zijn best oud, maar sommige(n) lezen die al te graag.
A
Sommige
B
Sommigen

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sommige/ sommigen komen lopend naar school.
A
Sommige
B
Sommigen

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Meer lessen zoals deze

Cursus 7 §5 Met of zonder n?

- Les met 27 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cursus 7 §5 Met of zonder n?

- Les met 27 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Spelling H2: Met of zonder -n en zelfstandig gebruikte bijvoeglijke naamwoorden

- Les met 16 slides
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

H2 Spelling - zelfstandig gebruikte telwoorden & bijvoeglijke naamwoorden

- Les met 21 slides

M3 - les 6

- Les met 33 slides
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

HEJ 3K/3T- Cursus Spelling - Met of zonder n?

- Les met 25 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, k, tLeerjaar 3

Uitleg Spelling H2: Sommige of sommigen?

- Les met 22 slides
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Spelling: zelfstandig gebruikte telwoorden en bijvoeglijke naamwoorden

- Les met 13 slides
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3