Telwoorden, vwo 2

Telwoorden

Aan het einde van de les kun je:
  • bepaalde en onbepaalde hoofdtelwoorden herkennen
  • bepaalde en onbepaalde rangtelwoorden herkennen
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Telwoorden

Aan het einde van de les kun je:
  • bepaalde en onbepaalde hoofdtelwoorden herkennen
  • bepaalde en onbepaalde rangtelwoorden herkennen

Slide 1 - Tekstslide

Telwoorden
Een telwoord geeft een hoeveelheid of een volgorde aan.
 
Er zijn twee soorten telwoorden: hoofdtelwoorden en rangtelwoorden.

Slide 2 - Tekstslide

Telwoorden
bepaald
onbepaald
hoofdtelwoord
precies aantal

zeven, duizend

onduidelijk aantal

veel, alle, weinig
rangtelwoord
precieze plek in rij

dertiende, miljoenste

onduidelijke volgorde

middelste, zoveelste

Slide 3 - Tekstslide

Wat is een telwoord?
A
Een bijwoord dat een eigenschap van een werkwoord aanduidt.
B
Een voegwoord dat zinnen of zinsdelen met elkaar verbindt.
C
Een woord dat een aantal of rangorde aanduidt.
D
Een voorzetsel dat een relatie aangeeft tussen twee zinsdelen.

Slide 4 - Quizvraag

Hoeveelste ben je geworden?

Wat is 'hoeveelste' voor telwoord?
A
bepaald hoofdtelwoord
B
onbepaald hoofdtelwoord
C
bepaald rangtelwoord
D
onbepaald rangtelwoord

Slide 5 - Quizvraag

Sommige mensen leren het nooit!

Wat is 'sommige' voor telwoord?
A
bepaald hoofdtelwoord
B
onbepaald hoofdtelwoord
C
bepaald rangtelwoord
D
onbepaald rangtelwoord

Slide 6 - Quizvraag

'veel' is een...
A
bepaald hoofdtelwoord
B
onbepaald hoofdtelwoord
C
bepaald rangtelwoord
D
onbepaald rangtelwoord

Slide 7 - Quizvraag

Wat is géén telwoord?
A
zevenentwintig
B
vele
C
niemand
D
miljoenste

Slide 8 - Quizvraag

Wat voor soort telwoord staat er in deze zin:

Er zijn vier soorten telwoorden.
A
bepaald hoofdtelwoord
B
bepaald rangtelwoord
C
onbepaald hoofdtelwoord
D
onbepaald rangtelwoord

Slide 9 - Quizvraag

Waaraan kun je direct zien dat 'tweede' en 'hoeveelste' rangtelwoorden zijn?

Slide 10 - Open vraag

Wat voor telwoord geeft altijd een getal aan?

Slide 11 - Open vraag

vijfde
A
bepaald hoofdtelwoord
B
onbepaald hoofdtelwoord
C
bepaald rangtelwoord
D
onbepaald rangtelwoord

Slide 12 - Quizvraag

Wat voor telwoord is '4' ?
A
bepaald hoofdtelwoord
B
onbepaald hoofdtelwoord
C
bepaald rangtelwoord
D
onbepaald rangtelwoord

Slide 13 - Quizvraag

zoveelste
A
bepaald hoofdtelwoord
B
onbepaald hoofdtelwoord
C
bepaald rangtelwoord
D
onbepaald rangtelwoord

Slide 14 - Quizvraag

Alle leerlingen van de Dean Academy in Engeland kregen plotseling vrij.

Wat voor telwoord is 'alle'?
A
bepaald hoofdtelwoord
B
onbepaald hoofdtelwoord
C
bepaald rangtelwoord
D
onbepaald rangtelwoord

Slide 15 - Quizvraag

Het 6de lesuur zijn wij vrij.

Wat voor telwoord is '6de'?
A
bepaald hoofdtelwoord
B
onbepaald hoofdtelwoord
C
bepaald rangtelwoord
D
onbepaald rangtelwoord

Slide 16 - Quizvraag

Hoe noem je
'negende', 'tachtigste' en 'honderdste'?
A
bepaalde hoofdtelwoorden
B
onbepaalde hoofdtelwoorden
C
onbepaalde rangtelwoorden
D
bepaalde rangtelwoorden

Slide 17 - Quizvraag

Twee derde van mijn klas haalde voor die toets een cijfer hoger dan een voldoende.
A
Twee derde = bepaald hoofdtelwoord
B
Twee derde = bepaald rangtelwoord

Slide 18 - Quizvraag

Sleep de woordsoorten naar de juiste voorbeelden.
op, na, voor, gedurende
opbergen, zijn, keek, gelopen
de, het, een
vijf, weinig, tiende, laatste
prachtig, Nederlandse, groot
Utrecht, meisje, geld, kapper
lidwoord (lw)
zelfstandig naamwoord (zn)
bijvoeglijk naamwoord (bn)
werkwoord (ww)
voorzetsel (vz)
telwoord (tw) (hoofd- en rang-)

Slide 19 - Sleepvraag

Aan de slag
Paragraaf 8: grammatica woordsoorten

  • Maak opdracht 1, 2, 3 en 4 (blz.220).

  • Klaar? Ga naar:
https://www.cambiumned.nl/woordsoorten/telwoorden/

  • Doe oefening 1 en 2.

Slide 20 - Tekstslide