In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Les 3: bedrijfscultuur
Slide 1 - Tekstslide
Wat zijn arbeidsverhoudingen?
Hoe bepalen die de bedrijfscultuur?
Met welke ethische vraagstukken krijg je te maken op je werk?
Slide 2 - Tekstslide
Heb je een bijbaantje? Zo ja: wat doe je?
Slide 3 - Woordweb
arbeidsverhoudingen:
De manier waarop collega's met elkaar omgaan en de verhouding tussen ondergeschikten en leidinggevenden.
Dit is in elke bedrijf anders
Slide 4 - Tekstslide
In de afbeelding noemen jongeren vijf aspecten van werk die zij belangrijk vinden. Welke van deze vijf heeft te maken met arbeidsverhoudingen?
Slide 5 - Open vraag
In de afbeelding noemen jongeren vijf aspecten van werk die zij belangrijk vinden. Welke van deze vijf heeft te maken met arbeidsverhoudingen?
Slide 6 - Tekstslide
Waar of niet waar
Arbeidsverhouding is de relatie met je collega's en met je leiding
Slide 7 - Tekstslide
Bedrijfscultuur
Normen, waarden, gewoonten en omgangsvormen binnen een bedrijf.
De regels binnen een bedrijf: welke kleding moet je aan?
Mag je praten tijdens het werk? Mag je de baas bij haar/zijn voornaam noemen? Is de sfeer ontspannen?
De regels zijn in elk bedrijf anders.
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Wat vind je van deze bedrijfscultuur?
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
Hoe komt deze bedrijfscultuur over?
Wat valt je op?
Slide 12 - Tekstslide
Geschreven regels
Ongeschreven regels
Slide 13 - Tekstslide
Ongeschreven regels op het werk:
Zijn de regels die niet op papier staan maar die we zo vinden horen.
Bijvoorbeeld:
Als iemand voor jou werkt dan werk jij ook eens voor hem/haar.
Slide 14 - Tekstslide
Geschreven regels op het werk:
Geschreven regels zijn de regels die op papier staan. Deze staan in de wet op bijvoorbeeld in je contract.
Bijvoorbeeld:
-Wanneer je pauze hebt.
- Welke kleding je moet dragen.
Slide 15 - Tekstslide
In bedrijven gelden allerlei regels. Bedenk een voorbeeld van een regel die geldt voor een verpleger in het ziekenhuis.
Slide 16 - Open vraag
Ethische vraagstukken:
moeilijke keuzes, die te maken hebben met je normen en waarden.
Sommige bedrijven hebben een ethische code:
Afspraken over moeilijke kwesties waar het bedrijf zich aan wil houden.
bijvoorbeeld: Je neemt geen cadeaus aan van klanten. Je appt niet onder werktijd.
Leg bij de volgende situaties uit wat jij zou doen en waarom.
Slide 17 - Tekstslide
Je werkt in een computerwinkel. Tijdens je pauze zit je in het kantoortje achter de winkel. Even later zie je dat een collega drie nieuwe geheugenkaarten in de binnenzak van haar jas stopt. Zonder dat ze jou gezien heeft, gaat ze terug naar de winkel. Wat doe je?
Slide 18 - Tekstslide
In de supermarkt is je baas steeds net iets te handtastelijk. Het voelt niet goed. Wat doe je?
Slide 19 - Tekstslide
Een oudere, ernstig zieke man vraagt aan jou, een bejaardenverzorgster, of je niet een hele doos slaaptabletten kunt regelen. Hij krijgt nog heel weinig bezoek en hij wil liever dood. Wat doe je?
Slide 20 - Tekstslide
Eigen ervaringen
Heb je in je eigen werk wel eens iets meegemaakt waarvan je dacht: