Wonen in Nederland 3.1 Stad en platteland

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Aan het eind van deze les
kun je uitleggen wat het verschil is tussen stad en platteland, waar de krimp- en groeigebieden in Nederland zijn en waarom dat zo is.

Slide 2 - Tekstslide

Waar denk je aan bij stad/platteland?

Slide 3 - Open vraag

Mate van verstedelijking wordt gemeten met adressendichtheid

Slide 4 - Tekstslide

Van stad naar stadsgewest

Slide 5 - Tekstslide

Van alle mensen in Nederland, hoeveel wonen er in de Randstad?
A
een kwart
B
bijna de helft
C
3/5
D
1/9

Slide 6 - Quizvraag

Welke stad hoort er niet bij de Randstad?
A
Amsterdam
B
Haarlem
C
Rotterdam
D
Utrecht

Slide 7 - Quizvraag

De groei in de steden wordt alleen veroorzaakt door hoge geboortecijfers.
A
niet waar
B
waar

Slide 8 - Quizvraag

Noord-Groningen is een van de krimpgebieden van Nederland
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Noem drie redenen waarom de bevolking in de krimpgebieden afneemt.

Slide 10 - Open vraag

Krimpgebieden
- Jongeren vertrekken (ontgroening)
- Ouderen blijven over (vergrijzing)

-> Door verdwijnen van bijv. jongeren bevolking zijn er meer ouderenwoningen nodig. (Oudere bevolking heeft andere behoeften)
-> Soms wel bevolkingskrimp maar niet minder huizen nodig (door bijv. zelfstandig wonende jongeren of echtscheidingen)

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Op wat voor manier zal het aantal huishoudens stijgen in de komende jaren?

Slide 13 - Open vraag

Aan de slag
- Lezen 3.1
- Maken opdrachten (zie studiewijzer)

Slide 14 - Tekstslide

Waar zijn de groeigebieden in Nederland en waarom daar?

Slide 15 - Open vraag