V1 herhaling Taalverzorging en herhaling Grammatica
1 / 31
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Met de werkwoorden hebben, kunnen, mogen, willen, zijn en zullen is iets bijzonders aan de hand. Wat dan?
A
je schrijft de persoonsvorm van deze werkwoorden altijd zonder t
B
er zijn voor de persoonsvorm in de verleden tijd twee mogelijkheden die allebei goed zijn
C
je schrijft de persoonsvorm en het voltooid deelwoord niet volgens de normale regels
Slide 5 - Quizvraag
Waar of niet waar?
Engelse werkwoorden worden vervoegd volgens de Nederlandse spellingregels.
Engelse werkwoorden worden vervoegd volgens de Nederlandse spellingregels.
A
waar
B
niet waar
Slide 6 - Quizvraag
Waar of niet waar?
Soms moet je bij Engelse werkwoorden een e toevoegen als dat nodig is voor de uitspraak.
Soms moet je bij Engelse werkwoorden een e toevoegen als dat nodig is voor de uitspraak.
A
waar
B
niet waar
Slide 7 - Quizvraag
Ik kan de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd correct spellen.
A
ja
B
nee
C
zo ongeveer
Slide 8 - Quizvraag
Ik kan de persoonsvorm in de verleden tijd correct spellen.
A
ja
B
nee
C
zo ongeveer
Slide 9 - Quizvraag
Ik kan het voltooid deelwoord correct spellen.
A
ja
B
nee
C
zo ongeveer
Slide 10 - Quizvraag
Ik kan het onvoltooid deelwoord correct spellen.
A
ja
B
nee
C
zo ongeveer
Slide 11 - Quizvraag
Ik kan onregelmatige werkwoorden correct spellen.
A
ja
B
nee
C
zo ongeveer
Slide 12 - Quizvraag
Ik kan Engelse werkwoorden correct spellen.
A
ja
B
nee
C
zo ongeveer
Slide 13 - Quizvraag
Neem onderstaande zin over en verdeel de zin in zinsdelen:
De aarde warmt op als gevolg van menselijk handelen.
De aarde warmt op als gevolg van menselijk handelen.
Slide 14 - Woordweb
Wat is de persoonsvorm, het gezegde en het onderwerp in deze zin?
De aarde warmt op als gevolg van menselijk handelen.
De aarde warmt op als gevolg van menselijk handelen.
Slide 15 - Woordweb
Neem onderstaande zin over en verdeel de zin in zinsdelen:
Gisteren heeft de politie een inval gedaan in een hennepkwekerij.
Gisteren heeft de politie een inval gedaan in een hennepkwekerij.
Slide 16 - Woordweb
Wat is de persoonsvorm, het gezegde en het onderwerp in deze zin?
Gisteren heeft de politie een inval gedaan in een hennepkwekerij.
Gisteren heeft de politie een inval gedaan in een hennepkwekerij.
Slide 17 - Woordweb
Neem onderstaande zin over en verdeel de zin in zinsdelen:
De data werden razendsnel geanalyseerd.
De data werden razendsnel geanalyseerd.
Slide 18 - Woordweb
Wat is de persoonsvorm, het gezegde en het onderwerp in deze zin?
De data werden razendsnel geanalyseerd.
De data werden razendsnel geanalyseerd.
Slide 19 - Woordweb
Neem onderstaande zin over en verdeel de zin in zinsdelen:
De hersenen van dementerende zijn in kaart gebracht door artsen van het UMCG.
De hersenen van dementerende zijn in kaart gebracht door artsen van het UMCG.
Slide 20 - Woordweb
Wat is de persoonsvorm, het gezegde en het onderwerp in deze zin?
De hersenen van dementerende zijn in kaart gebracht door artsen van het UMCG.
De hersenen van dementerende zijn in kaart gebracht door artsen van het UMCG.
Slide 21 - Woordweb
Neem onderstaande zin over en verdeel de zin in zinsdelen:
Een groot deel van de vluchtelingen maakt weinig kans op asiel.
Een groot deel van de vluchtelingen maakt weinig kans op asiel.
Slide 22 - Woordweb
Wat is de persoonsvorm, het gezegde en het onderwerp in deze zin?
Een groot deel van de vluchtelingen maakt weinig kans op asiel.
Een groot deel van de vluchtelingen maakt weinig kans op asiel.
Slide 23 - Woordweb
Neem onderstaande zin over en verdeel de zin in zinsdelen:
Een massa voetbalsupporters gooide vuurwerkbommen op het veld.
Een massa voetbalsupporters gooide vuurwerkbommen op het veld.
Slide 24 - Woordweb
Wat is de persoonsvorm, het gezegde en het onderwerp in deze zin?
Een massa voetbalsupporters gooide vuurwerkbommen op het veld.
Een massa voetbalsupporters gooide vuurwerkbommen op het veld.
Slide 25 - Woordweb
Neem onderstaande zin over en verdeel de zin in zinsdelen:
Zijn verzameling oldtimers is een paar miljoen waard.
Zijn verzameling oldtimers is een paar miljoen waard.
Slide 26 - Woordweb
Wat is de persoonsvorm, het gezegde en het onderwerp in deze zin?
Zijn verzameling oldtimers is een paar miljoen waard.
Zijn verzameling oldtimers is een paar miljoen waard.
Slide 27 - Woordweb
Ik kan een zin in zinsdelen verdelen.
A
ja
B
nee
C
zo ongeveer
Slide 28 - Quizvraag
Ik kan het gezegde in een zin vinden.
A
ja
B
nee
C
zo ongeveer
Slide 29 - Quizvraag
Ik kan het onderwerp in een zin vinden.
A
ja
B
nee
C
zo ongeveer
