4. Lezen/woordenschat

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide




AFKOELEN
Wat hoort er niet bij?
A
Rustig worden
B
Temperen
C
Boos worden
D
Kouder worden

Slide 2 - Quizvraag




DATGENE
Wat hoort er niet bij?
A
Aanwijzend voornaamwoord
B
Wijst naar personen
C
Wijst naar dingen
D
Dat wat genoemd gaat worden

Slide 3 - Quizvraag




EXPORTEREN
Wat hoort er niet bij?
A
Producten naar het buitenland brengen
B
Producten het land binnenhalen
C
Uitvoer van goederen/diensten naar buitenland
D
Uitvoerhandel

Slide 4 - Quizvraag




IMPORTEREN
Wat hoort er niet bij?
A
Invoer van goederen/diensten uit buitenland
B
Producten het land binnenhalen
C
Aangevoerde waren
D
Producten naar het buitenland brengen

Slide 5 - Quizvraag




BEPERKEN
Wat hoort er niet bij?
A
Verminderen
B
Afnemen
C
Matigen
D
Geen grens stellen

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

DOEL
- je weet dat een goede tekst bestaat uit een inleiding, middenstuk en slot (herhaling)

- je kunt de functie van de inleiding en het slot van een tekst benoemen

Slide 8 - Tekstslide

DOEL
- je kunt de betekenis van onbekende woorden afleiden uit de tekst

Slide 9 - Tekstslide

OPDRACHT

In de volgende zinnen is steeds een woord onderstreept.


Kun je de betekenis van het woord in de zin vinden 

door te zoeken naar een

voorbeeld, synoniem, tegenstelling of omschrijving?

Slide 10 - Tekstslide

Ooit voeren hier schepen naar Duitsland; nu is het een stil, landelijk stukje in de stad.
______
A
voorbeeld
B
synoniem
C
tegenstelling
D
omschrijving

Slide 11 - Quizvraag

Tieners stellen strikte normen: wie van de leeftijdgenoten een beetje uit de pas loopt, krijgt het meteen te horen.
____________________
A
voorbeeld
B
synoniem
C
tegenstelling
D
omschrijving

Slide 12 - Quizvraag

Mens- en diervriendelijk breien doe je met synthetisch garen, dat kunstmatig gemaakt is.
________________
A
voorbeeld
B
synoniem
C
tegenstelling
D
omschrijving

Slide 13 - Quizvraag

Heerlijke zachte en wollen sjaals zijn chique sjaals en staan prachtig op een t-shirt.
__________________
A
voorbeeld
B
synoniem
C
tegenstelling
D
omschrijving

Slide 14 - Quizvraag

VANDAAG
  1. Verder werken volgens de studiewijzer
  2. Start deze week met KWT: fictie
KWT: fictie (zie studiewijzer)
Kies een opdracht, zie instructies
1. Stripboekopdracht
2. Boekverslag

Volgende week deeltoets lezen en woordenschat

Slide 15 - Tekstslide