Lezen: Nieuwsbegrip week 44 2022 'Potestacties: wat mag wel en wat mag niet'

Lezen non fictie
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Lezen non fictie

Slide 1 - Tekstslide

Lezen non fictie
Protestacties:
wat mag wel en wat mag niet?
Week 44 2022

Slide 2 - Tekstslide

Programma

1)  Voorkennis ophalen (wat weet je al?). 2)  Video bekijken.
3)  Oefening in LessonUp maken. 
4)  Docent leest een deel van de tekst hardop denkend voor
     en lost onduidelijkheden op. Daarna doen twee leerlingen dat ook.
5)  Leerlingen werken in een groepje en lezen om de beurt
     een deel van de tekst hardop denkend voor en lossen
     onduidelijkheden op.
6)  Terugkijken naar de doelen.

Slide 3 - Tekstslide

Wat weet je al?

Je mag in Nederland protestacties houden.
A
ja
B
nee

Slide 4 - Quizvraag

Wat weet je al?

Er zijn in Nederland regels voor protestacties.
A
ja
B
nee

Slide 5 - Quizvraag

Wat weet je al?

Ik kan een regel noemen voor een protestactie.
A
ja
B
nee

Slide 6 - Quizvraag

Doelen
1) Je kunt hardop denken tijdens het lezen.
2) Je kunt onduidelijkheden in de tekst oplossen door
    de betekenis van het woord te voorspellen
    en de betekenis te checken.
3) Je kunt respectvol samenwerken.

Slide 7 - Tekstslide

Schema woordraadstrategieën
Is het mogelijk om de betekenis van het onbekende woord af te leiden uit de afbeelding, de tekst of het woord? Voorspel de betekenis. Check zo nodig de betekenis. Kijk in het woordenboek. Klopt de voorspelling?

afbeel-ding
uitleg in de tekst
syno-niem
tegen-stelling
voor-beeld
woord

niet in de tekst
Klopt het?
ja/nee

Slide 8 - Tekstslide

Schema woordraadstrategieën
Een tijdje geleden besmeurden twee mensen een beroemd schilderij met tomatensoep. 
Kun je de betekenis van besmeurden voorspellen?
Wat betekent besmeurden, denk je?
afbeel-ding
uitleg in de tekst
syno-niem
tegen-stelling
voor-beeld
woord

niet in de tekst
Klopt het?
ja/nee

Slide 9 - Tekstslide

Een tijdje geleden besmeurden twee mensen een beroemd schilderij met tomatensoep.

Kun je de betekenis van 'besmeurden' voorspellen?

A
Schoon maken met iets.
B
Vies maken met iets.

Slide 10 - Quizvraag

Het schilderij is wel besmeurd, maar het is niet beschadigd. Er zit glas voor het schilderij.

Kun je de betekenis van 'beschadigd' voorspellen?

A
kapot gegaan
B
goed gegaan

Slide 11 - Quizvraag

Doelen 1) Je kunt hardop denken tijdens het lezen. 2) Je kunt onduide-lijkheden in de tekst oplossen. 3) Je kunt respectvol samenwerken.

Werkwijze 1) Lees allemaal de alinea in stilte.
2) Zet een streep onder onduidelijkheden, zoals onbekende woorden.
3) Één leerling leest hardop denkend de alinea, voorspelt de betekenis
    van onbekende woorden en gebruikt daarbij het schema.
4) De opzoeker checkt de betekenis in het digitale woordenboek.
5) Schrijf de woorden in je woordenschrift.
6) Lees allemaal opnieuw de alinea in stilte.
Hulp De docent loopt rondes. Tijd ____ minuten. 
Klaar Leer de woorden. Overhoor elkaar. Lees de tekst opnieuw.
Verwerking Noem nieuwe woorden en leg de betekenis uit.

Slide 12 - Tekstslide

Taken tijdens het samenwerken
Voorzitter  1) Zorgt ervoor dat de leerlingen de werkwijze volgen. 
2) Geeft beurten. 
3) Zorgt ervoor dat iedereen meedoet.
Tijdbewaker  Let op de tijd. Zorgt er samen met de voorzitter voor dat er doorgewerkt wordt.
Sfeerbewaker  Zorgt ervoor dat er respectvol samengewerkt wordt en dat de sfeer goed is.
Opzoeker Zoekt de woorden op in het digitale woordenboek.

Slide 13 - Tekstslide

Vragen?
Heb je nog vragen?

Slide 14 - Tekstslide

Doelen
1) Je kunt hardop denken tijdens het lezen.
2) Je kunt onduidelijkheden in de tekst oplossen door
    de betekenis van het woord te voorspellen
    en de betekenis te checken.
3) Je kunt respectvol samenwerken.

Slide 15 - Tekstslide

Ik kan hardop denken tijdens het lezen.
A
Ja
B
Ik heb nog een beetje hulp nodig.
C
Ik heb nog veel hulp nodig.

Slide 16 - Quizvraag

Ik kan de betekenis van een onbekend woord voorspellen.
A
Ja
B
Ik heb nog een beetje hulp nodig.
C
Ik heb nog veel hulp nodig.

Slide 17 - Quizvraag

Ik vind dat we goed hebben doorgewerkt.
A
Ja
B
Een beetje
C
Nee

Slide 18 - Quizvraag

Ik vind dat we prettig hebben samengewerkt.
A
Ja
B
Een beetje
C
Nee

Slide 19 - Quizvraag

Ik vind het onderwerp interessant.
A
Ja
B
Een beetje
C
Nee

Slide 20 - Quizvraag

Programma

1)  Tekst opnieuw lezen.
2)  Video bekijken.
3)  In groepjes de opdrachten maken.
4)  Terugkijken naar de doelen.

Slide 21 - Tekstslide

Doelen
1) Je kunt informatie geven over Johannes Vermeer.
2) Je kunt respectvol samenwerken.

Slide 22 - Tekstslide

Taken tijdens het samenwerken
Voorzitter  1) Zorgt ervoor dat de leerlingen de werkwijze volgen. 
2) Geeft beurten. 
3) Zorgt ervoor dat iedereen meedoet.
Tijdbewaker  Let op de tijd. Zorgt er samen met de voorzitter voor dat er doorgewerkt wordt.
Sfeerbewaker  Zorgt ervoor dat er respectvol samengewerkt wordt.
Opzoeker Zoekt de woorden op in het digitale woordenboek.

Slide 23 - Tekstslide

Doelen 1) Je kunt informatie geven over de aardbevingen.
2) Je kunt respectvol samenwerken.

Opdrachten maken​.  Maak opdracht ______________
1) De voorzitter zegt welke leerling een opgave mag lezen.
2) Alle leerlingen zoeken het antwoord in de tekst.​
3) De leerling die aan de beurt is, geeft antwoord.​
4) De leerlingen bespreken samen het antwoord en schrijven hetzelfde
    antwoord op.
Hulp nodig? De docent loopt rondes.​ Tijd: ____ minuten.
Klaar? a) De tekst opnieuw lezen.​ b) De informatie (zie doel 1) aan elkaar presenteren.

Slide 24 - Tekstslide

Opdracht
Vertel wat wel en niet mag bij protestacties.

Slide 25 - Tekstslide

Doelen
1) Je kunt vertellen wat wel en niet mag bij protestacties..
2) Je kunt respectvol samenwerken.

Slide 26 - Tekstslide

Ik kan vertellen wat wel en niet mag bij protestacties.


A
Ja, ik kan dat.
B
Ja, ik kan het een beetje.
C
Ik heb nog hulp nodig.

Slide 27 - Quizvraag

We hebben goed doorgewerkt.


A
ja
B
nee

Slide 28 - Quizvraag

We hebben prettig samengewerkt.


A
ja
B
nee

Slide 29 - Quizvraag