Poepen is geen uitscheiding, want dat zijn de onverteerde voedselresten die nooit opgenomen zijn in het bloed.
Slide 4 - Tekstslide
Thema 7
Opslag, uitscheiding
en bescherming
Bs 1 Een constant inwendig milieu
Bs 2 De lever
Bs 3 De nieren
Bs 4 De huid en het onderhuidse bindweefsel
Bs 5 Afweer
Slide 5 - Tekstslide
Thema 7
Opslag, uitscheiding
en bescherming
Bs 1 Een constant inwendig milieu
Bs 2 De lever
Bs 3 De nieren
Bs 4 De huid en het onderhuidse bindweefsel
Bs 5 Afweer
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Belangrijke bloedvaten:
Leverslagader:
tussen aorta en lever
Leverader:
tussen lever en holle ader
Poortader:
tussen darmen en lever
Slide 8 - Tekstslide
Belangrijke bloedvaten:
Leverslagader:
tussen aorta en lever
Leverader:
tussen lever en holle ader
Poortader:
tussen darmen en lever
Slide 9 - Tekstslide
Functies van de lever:
Constant houden van het glucosegehalte in het bloed
Productie van fibrinogeen
Productie van gal
Afbraak van overschot eiwitten (ureum is de afvalstof)
Afbraak van dode rode bloedcellen
(galkleurstoffen is het afbraakproduct)
Ontgifting van bloed (o.a. alcohol, drugs, medicijnen)
Slide 10 - Tekstslide
Hepatitis
Virus
Besmetting via bloed, sperma of vaginavocht
Kan leverkanker of levercirrose veroorzaken.
Slide 11 - Tekstslide
Thema 7
Opslag, uitscheiding
en bescherming
Bs 1 Een constant inwendig milieu
Bs 2 De lever
Bs 3 De nieren
Bs 4 De huid en het onderhuidse bindweefsel
Bs 5 Afweer
Slide 12 - Tekstslide
De nieren en de urinewegen
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Nierschors en niermerg
Functie uitscheiding van:
overtollig water
overtollige zouten
afvalstoffen
schadelijke stoffen
Dus: de nieren voeren een aantal stoffen af die het lichaam niet meer nodig heeft
Nierschors en niermerg
Functie uitscheiding van:
overtollig water
overtollige zouten
afvalstoffen
schadelijke stoffen
Dus: de nieren voeren een aantal stoffen af die het lichaam niet meer nodig heeft. Zoals te veel water, te veel zout, afvalstoffen en schadelijke stoffen.
Slide 15 - Tekstslide
Nierschors en niermerg
Functie uitscheiding van:
overtollig water
overtollige zouten
afvalstoffen
schadelijke stoffen
Dus: de nieren voeren een aantal stoffen af die het lichaam niet meer nodig heeft
Nierbekken
Functie:
verzamelen van urine
Hierna gaat de urine naar urineleiders, dan naar de urineblaas en tenslotte wordt de urineblaas leeggemaakt via de urinebuis.
Slide 16 - Tekstslide
Nieren: maken urine
Eerst gaat het bloedplasma in buisjes = voorurine
Dan halen de nieren de nuttige stoffen en een deel van het water weer uit de voorurine. Deze stoffen gaan terug naar de bloedvaten.
Dat wat overblijft is urine, hierin zitten de afvalstoffen die via de urineleider en blaas uitgeplast worden.
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Thema 7
Opslag, uitscheiding
en bescherming
Bs 1 Een constant inwendig milieu
Bs 2 De lever
Bs 3 De nieren
Bs 4 De huid en het onderhuidse bindweefsel
Bs 5 Afweer
Slide 19 - Tekstslide
Hoornlaag
Kiemlaag
Opperhuid
Slide 20 - Tekstslide
De huid bestaat uit 3 lagen:
Opperhuid
Lederhuid
Onderhuids bindweefsel
Opperhuid
Hoornlaag = dode cellen
Eelt = extra dikke hoornlaag
Kiemlaag = levende cellen
Lederhuid
Bloedvaten
Haarspiertjes
Zweetklieren
Zintuigen
Uitlopers van zenuwcellen
Onderhuids bindweefsel:
Vetcellen
Slide 21 - Tekstslide
Opwarmen:
Dus je hebt het te koud
niet meer zweten
minder bloed door de huid
=> huid wordt bleker en kouder
Bloedvaten worden nauwer
kippenvel
Afkoelen:
Dus je hebt het te warm
gaan zweten (=water & zout)
meer bloed door de huid
=> huid wordt roder en warmer
Bloedvaten worden wijder
Slide 22 - Tekstslide
Thema 7
Opslag, uitscheiding
en bescherming
Bs 1 Een constant inwendig milieu
Bs 2 De lever
Bs 3 De nieren
Bs 4 De huid en het onderhuidse bindweefsel
Bs 5 Afweer
Slide 23 - Tekstslide
Ziekteverwekkers:
Bv. virussen - bacteriën - schimmels - dieren
Antigenen = lichaamsvreemde stoffen
Zijn stoffen die niet in je lichaam thuis horen.
Infectie = als 'n ziekteverwekker je lichaam binnendringt.
Afweer = de verdeding tegen ziekteverwekkers
Immuun = je lichaam kan eenziekteverwekker snel uitschakelen waardoor je niet ziek wordt.
Slide 24 - Tekstslide
tegen een infectie:
Opperhuid/hoornlaag
Talg
Slijmvliezen
Maagsap
van een infectie:
Koorts
Medicijnen bv. antibiotica
Witte bloedcellen
Antistoffen
Bescherming
Bestrijden
Slide 25 - Tekstslide
Kunstmatige immuniteit:
je bent niet ziek geweest, maar je hebt een vaccinatie gehad. Een dode of verzwakte ziekteverwekker is ingespoten.
Natuurlijke immuniteit:
je hebt de ziekte zelf gehad, door een besmetting.
Vaccinatie = inenting tegen ziekten.
Je krijgt dan een stof ingespoten die je lichaam wel antistoffen laat maken, maar je niet ziek maakt.