Thema 7 Opslag, uitscheiding en bescherming

Herhalingsles
Thema 7  
examentrainer opdrachten en oefentoets opdrachten
blz 162: handboek
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Herhalingsles
Thema 7  
examentrainer opdrachten en oefentoets opdrachten
blz 162: handboek

Slide 1 - Tekstslide

Lesopbouw
    Lesopbouw
  1. Terugblik            5 min
  2. Herhaling/         10 min  
  3. Aan de slag       20 min
  4. Afsluiting           5 min

Slide 2 - Tekstslide

Thema 7
Opslag, uitscheiding
en bescherming

Bs 1 Een constant inwendig milieu
Bs 2 De lever
Bs 3 De nieren
Bs 4 De huid en het onderhuidse bindweefsel
Bs 5 Afweer
bs 6 transplantaties en bloedtransfusies

Slide 3 - Tekstslide

Thema 7
Opslag, uitscheiding
en bescherming


Bs 1 Een constant inwendig milieu
Bs 2 De lever
Bs 3 De nieren
Bs 4 De huid en het onderhuidse bindweefsel
Bs 5 Afweer
Inwendig milieu:
= bloedplasma &                             weefselvloeistof
= opgenomen in de                         bloedsomloop

Uitwendig milieu:
  • buiten je lichaam
  • lucht in je longen
  • inhoud darmkanaal

Omgeving om je heen

Slide 4 - Tekstslide

Hoe houdt je lichaam het inwendige milieu constant, gelijk?
Door stoffen:
  • op te nemen / opname
  • door stoffen uit te scheiden/ uitscheiding
  • door stoffen op te slaan / 

Slide 5 - Tekstslide

Opname:
  • Inademen
  • Eten
  • Drinken

Opname naar de bloedsomloop om in 
het inwendig milieu 
te komen.
Uitscheiding:
  • Uitademen
  • Plassen
  • Gal

Poepen is geen uitscheiding, want dat zijn de onverteerde voedselresten die nooit opgenomen zijn in het bloed.

Slide 6 - Tekstslide

Thema 7
Opslag, uitscheiding
en bescherming


Bs 1 Een constant inwendig milieu
Bs 2 De lever
Bs 3 De nieren
Bs 4 De huid en het onderhuidse bindweefsel
Bs 5 Afweer

Slide 7 - Tekstslide

Thema 7
Opslag, uitscheiding
en bescherming


Bs 1 Een constant inwendig milieu
Bs 2 De lever
Bs 3 De nieren
Bs 4 De huid en het onderhuidse bindweefsel
Bs 5 Afweer

Slide 8 - Tekstslide

Belangrijke bloedvaten:

  • Leverslagader: 
  • tussen aorta en lever

  • Leverader: 
  • tussen lever en holle ader

    Poortader: 
  • tussen darmen en lever
  • Slide 9 - Tekstslide

    Functies van de lever:

    • Constant houden van het glucosegehalte in het bloed
    • Productie van fibrinogeen (bloedstolling)
    • Productie van gal
    • Afbraak van overschot eiwitten (ureum is de afvalstof)
    • Afbraak van dode rode bloedcellen 
                                     (galkleurstoffen is het afbraakproduct)
    • Ontgifting van bloed (o.a. alcohol, drugs, medicijnen)

    Slide 10 - Tekstslide

    Hepatitis : lever kan ontstoken raken

    • Virus
    • Besmetting via bloed, sperma of vaginavocht
    • Kan leverkanker of levercirrose veroorzaken.

    Slide 11 - Tekstslide

    Thema 7
    Opslag, uitscheiding
    en bescherming


    Bs 1 Een constant inwendig milieu
    Bs 2 De lever
    Bs 3 De nieren
    Bs 4 De huid en het onderhuidse bindweefsel
    Bs 5 Afweer

    Slide 12 - Tekstslide

    De nieren en de urinewegen

    Slide 13 - Tekstslide

    Slide 14 - Video

    Nieren: maken urine
    • Eerst gaat het bloedplasma in buisjes = voorurine
    • Dan halen de nieren de nuttige stoffen en een deel van het water weer uit de voorurine. Deze stoffen gaan terug naar de bloedvaten. 
    • Dat wat overblijft is urine, hierin zitten de afvalstoffen die via de urineleider en blaas uitgeplast worden.

    Slide 15 - Tekstslide

    Nierschors en niermerg

    Functie uitscheiding van:
    • overtollig water
    • overtollige zouten
    • afvalstoffen
    • schadelijke stoffen
    Dus: de nieren voeren een aantal stoffen af die het lichaam niet meer nodig heeft
    Nierschors en niermerg 
     
    Functie uitscheiding van: 
    overtollig water 
    overtollige zouten 
    afvalstoffen 
    schadelijke stoffen 
    Dus: de nieren voeren een aantal stoffen af die het lichaam niet meer nodig heeft. Zoals te veel water, te veel zout, afvalstoffen en schadelijke stoffen.

    Slide 16 - Tekstslide

    Nierschors en niermerg

    Functie uitscheiding van:
    • overtollig water
    • overtollige zouten
    • afvalstoffen
    • schadelijke stoffen
    Dus: de nieren voeren een aantal stoffen af die het lichaam niet meer nodig heeft
    Nierbekken

    Functie:
    • verzamelen van urine


    Hierna gaat de urine naar urineleiders, dan naar de urineblaas en tenslotte wordt de urineblaas leeggemaakt via de urinebuis.

    Slide 17 - Tekstslide

    Slide 18 - Tekstslide

    Thema 7
    Opslag, uitscheiding
    en bescherming


    Bs 1 Een constant inwendig milieu
    Bs 2 De lever
    Bs 3 De nieren
    Bs 4 De huid en het onderhuidse bindweefsel
    Bs 5 Afweer

    Slide 19 - Tekstslide

    Hoornlaag
    Kiemlaag
    Opperhuid

    Slide 20 - Tekstslide

    De huid bestaat uit 3 lagen:
    1. Opperhuid
    2. Lederhuid
    3. Onderhuids bindweefsel
    Opperhuid
    • Hoornlaag = dode cellen
    • Eelt = extra dikke hoornlaag
    • Kiemlaag = levende cellen
    Lederhuid
    • Bloedvaten
    • Haarspiertjes
    • Zweetklieren
    • Zintuigen
    • Uitlopers van zenuwcellen
    Onderhuids bindweefsel:
    • Vetcellen

    Slide 21 - Tekstslide

    Warmbloedig

    Constante lichaamstemperatuur

    Mens = + 37 gr Celcius


    Koudbloedig

    Omgevingstemperatuur 
    = lichaamstemperatuur

    Buiten het lichaam 10 graden 
    = dier ook 10 graden Celcius

    Lichaamstemperatuur wisselt
    met omgevingstemperatuur

    Slide 22 - Tekstslide

    Thema 7
    Opslag, uitscheiding
    en bescherming


    Bs 1 Een constant inwendig milieu
    Bs 2 De lever
    Bs 3 De nieren
    Bs 4 De huid en het onderhuidse bindweefsel
    Bs 5 Afweer

    Slide 23 - Tekstslide

    Ziekteverwekkers:  
         Bv. virussen - bacteriën - schimmels - dieren
    Antigenen = lichaamsvreemde stoffen
         Zijn stoffen die niet in je lichaam thuis horen.
    Infectie = als een ziekteverwekker je lichaam binnendringt.
    Afweer = de verdediging tegen ziekteverwekkers 
    Immuun = je lichaam kan een ziekteverwekker snel uitschakelen waardoor je niet ziek wordt.

    Slide 24 - Tekstslide



    tegen een infectie:
    • Opperhuid/hoornlaag
    • Talg
    • Maagsap


    van een infectie:
    • Koorts
    • Medicijnen bv. antibiotica
    • Witte bloedcellen
    • Antistoffen
    Bescherming
    Bestrijden

    Slide 25 - Tekstslide

    Actieve immuniteit:
    hiervoor moet lichaam zelf werken, je lichaam maakt zelf antistoffen.
    Passieve immuniteit:
    hiervoor hoeft je lichaam zelf niets te doen, je krijgt de antistoffen ingespoten.
    Kunstmatige immuniteit:
    je bent niet ziek geweest, maar je hebt een vaccinatie gehad.
    Natuurlijke immuniteit:
    je bent ziek geweest.
    Vaccinatie = inenting tegen ziekten.
    Je krijgt dan een stof ingespoten die je lichaam wel antistoffen laat maken, maar je niet ziek maakt.

    Slide 26 - Tekstslide

    Bloedtransfusies
    • Meestal eigen bloedgroep
    • Noodgevallen > andere bloedgroep

    Slide 27 - Tekstslide

    Bloedgroepen
    - Bloedgroep A
    - Bloedgroep B
    - Bloedgroep AB
    - Bloedgroep 0
    - Antistoffen
    - Antigenen

    Slide 28 - Tekstslide

    ga aan de slag
    Maak de examentrainer opdrachten
    opdracht: 1 t/m 5 op blz 162 
    ben je klaar? Begin aan de opdrachten van de oefentoets in tweetallen

    Slide 29 - Tekstslide