1BKA Cursus 7 Spelling Verkleinwoorden

Cursus 7 - Spelling
verkleinwoorden

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Cursus 7 - Spelling
verkleinwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Doelen van deze les
Je leert hoe je van zelfstandig naamwoorden verkleinwoorden kunt maken
Je leert wat je achter een woord kunt zetten om te verkleinen
Je leert dat je soms andere letters toe moet voegen

maar eerst: extra: gebruik van het woordenboek

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

welke woorden leren we?


- je: tas-je
-pje: bloem-pje, schuim-pje
-tje: tuin-tje
-etje: wandeling-etje


Slide 4 - Tekstslide

Verkleinwoorden
Maak je meestal door -je achter een woord te zetten.
bootje
magneetje
haakje

Slide 5 - Tekstslide

welk woord is goed geschreven?
A
hondtje
B
kanttje
C
pootje
D
bloemje

Slide 6 - Quizvraag

bedenk zelf een woord én het verkleinwoord dat op -je eindigt
Voorbeeld: drank-drank-je

Slide 7 - Open vraag

Soms moet je andere letters toevoegen
bloempje

wandelingetje
tuintje

Slide 8 - Tekstslide

bedenk nu zelf een verkleinwoord waarbij je andere letters extra toe moet voegen

Slide 9 - Open vraag

Bij een zelfstandig naamwoord op -ng
moet je soms de -g vervangen door een -k 

kettinkje

                        DE G IS VERDWENEN

koninkje

Slide 10 - Tekstslide

welk woord is goed geschreven?
A
behangetje
B
trainingetje
C
bedangkje
D
slangtje

Slide 11 - Quizvraag

Bedenk zelf het verkleinwoord bij een woord dat eindigt op -ng

Slide 12 - Open vraag

Zelf aan de slag!
oefentoets: en kijk je werk na.
abi: spellingalarm
renisha: spelling paragraaf 4 en 5

klaar? 
1.leer je groene theorie voor morgen
2. oefen met je woordenboek: zoek 10 woorden op met verschillende beginletters en schrijf op welk lidwoord en meervoud erbij hoort. 

Slide 13 - Tekstslide

wat heb ik gedaan om de doelen te bereiken?

Slide 14 - Open vraag