Cursus 7-5: Spelling. Verkleinwoorden

Welkom bij Nederlands
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhalen vorige les
Waar hebben wij het de vorige les over geleerd?
Wie kan de spellingsregels bij dit onderwerp  noemen?

Slide 2 - Tekstslide

Meervouden
-en of -s achter het woord

Let op!
Soms verandert:
-f in -v
-s in -z 
verdubbelt de laatste letter  (medeklinker)
Haal je een a, e, o of u weg (klinker)
Spelling
-je, -pje, -tje of -etje  achter het woord

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel van deze les


Je leert woorden verkleinwoorden spellen


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verkleinwoorden
Een verkleinwoord maak je meestal door -je achter het woord te zetten

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Let op!
Soms moet je daarnaast nog andere letters toevoegen:
  • -pje: arm - armpje
  • -tje: tuin - tuintje
  • -etje: slang - slangetje

Als het zelfstandig naamwoord eindigt op -ng, moet je soms de -g vervangen door -k
Koning - koninkje
Vergoeding - vergoedinkje


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Pak je laptop erbij

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

-je, -pje, -tje of -etje
Raam.....
A
-tje
B
-pje
C
-je
D
-etje

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

-je, -pje, -tje of -etje
Wij kopen een tafel....
A
-tje
B
-pje
C
- je
D
-etje

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

-je, -pje, -tje of -etje
ring...
A
-tje
B
-pje
C
-je
D
-etje

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

-je, -pje, -tje of -etje
Hand....
A
-tje
B
-pje
C
-je
D
-etje

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verklein het woord:
De bon - het ......

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Verklein het woord:
De man - het ......

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelf aan de slag!
  • Nu mag je zelf aan de slag.

  • Maak opdracht 1 t/m 5 in je schrift: blz. 222
  • Kom na elke opdracht bij mij, zodat ik de opdracht kan nakijken

  • Klaar? Dan ga je in je online boek 'trainen'
     
timer
10:00

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt een woord verkleinen door iets achter het woord te zetten. Noem er minimaal 3.

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies