Les 8 - B6 - Argumenten

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Wat gaan we deze les doen?

- Kort basisstof 5 herhalen 

- Bespreken basisstof 6

- Filmpje (basisstof 7)

Natuurlijke selectie

Organismen met gunstige genen hebben een grotere overlevingskans en krijgen meer nakomelingen.

Welke bewijzen zijn er voor de evolutietheorie?

Fossielen

Overeenkomst in DNA, eiwit en fenotypen

Overeenkomst in bouw

Rudimentaire organen

 

Basisstof 6

Fossielen

• Versteende overblijfselen of afdrukken van organismen in gesteente (sedimenten).
  

• Door de fossielen die gevonden zijn, blijkt dat in miljoenen jaren (evolutie) soorten zijn ontstaan, veranderd en/of verdwenen zijn

Levende fossiel

'Levende fossielen'  zijn dieren die al heel vroeger leefden en nu nog steeds (Bijv. de Naulitus, een zeedier).

Aantekening

Fossileren

• Onderdelen die niet wegrotten
  
  
• Bedekt met sedimenten (zo komt er geen water en zuurstof bij)
  

Aantekening

Overeenkomsten in DNA, eiwit en fenotypen

Verwantschap van soorten

In de afbeelding (een stamboom) zie je dat de Orang-oetang en de moderne mens minder aan elkaar verwant zijn dan de chimpansee en de moderne mens.

Het DNA (en dus ook hun eiwitten en fenotype) van de moderne mens en de chimpansee/bonobo lijkt meer op elkaar dan dat van de mens en Orang-Oetan

Overeenkomsten in ontwikkeling

Overeenkomsten in bouw

Rudimentaire organen

Organen kunnen in de loop van de evolutie verdwijnen

Soms vind je nog 'resten' terug van deze organen

Heb jij nog een restje oermens?

Huiswerk:

Donderdag 17 feb

Thema 5
Basisstof 6

Opdracht 19, 20 en 21