Leesvaardigheid sessie 2

Jij bent deskundig
1. We maken tweetallen.
2. Elk tweetal kiest een tekst.
3. Lees en bespreek de tekst zo goed mogelijk.
4. Zorg dat je de tekst goed genoeg kent om met anderen te kunnen delen.
5. Is de tekst gedeeld? Dan stel je elkaar vragen om de tekst van de ander nog beter te begrijpen. Gebruik steekwoorden.

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Jij bent deskundig
1. We maken tweetallen.
2. Elk tweetal kiest een tekst.
3. Lees en bespreek de tekst zo goed mogelijk.
4. Zorg dat je de tekst goed genoeg kent om met anderen te kunnen delen.
5. Is de tekst gedeeld? Dan stel je elkaar vragen om de tekst van de ander nog beter te begrijpen. Gebruik steekwoorden.

Slide 1 - Tekstslide

Jij bent deskundig
3. Lees en bespreek de tekst zo goed mogelijk.
Nadat je een tekst koos, ga je in tweetallen die tekst lezen. Zodra je klaar bent met lezen (vier minuten), praat je met elkaar over de tekst. Denk aan: onderwerp, hoofdgedachte, tekstindeling, tekststructuur, doel van de schrijver en jouw mening over deze tekst. 

Slide 2 - Tekstslide

Jij bent deskundig
4. Zorg dat je de tekst goed genoeg kent om met anderen te kunnen delen.
Kijk welke informatie belangrijk voor je is. Noteer die informatie in steekwoorden. Praat met elkaar over de tekst en voeg eventueel nog wat steekwoorden toe voor een goed verhaal over jouw tekst. 

Slide 3 - Tekstslide

Nu mag je de tekst gaan delen!
Deel de tekst met een ander tweetal maar zónder de tekst erbij te houden. Je mag wel je aantekeningen erbij houden! 

Slide 4 - Tekstslide

Jij bent deskundig
5. Is de tekst gedeeld? Dan mag je elkaar vragen stellen om de tekst van de ander nog beter te begrijpen. 
Luister goed naar de ander en zorg dat je (bijna net zo) deskundig wordt als de verteller. Zodra de verteller klaar is, mogen de anderen vragen stellen om nog meer te begrijpen.  

Slide 5 - Tekstslide

Alle teksten gehoord?
Zorg dat je alle teksten hebt gehoord voor het beantwoorden van de quiz!

Slide 6 - Tekstslide

Jij bent deskundig
6. Quizvragen testen je kennis van de teksten
We gaan eens kijken hoe goed je jouw verhaal kon vertellen, hoe goed je kon luisteren naar het verhaal van de ander, hoe goed je steekwoorden waren..... en dat doen we door de volgende quizvragen te beantwoorden. 
Je mag antwoord geven via je telefoon. Pak je telefoon.

Slide 7 - Tekstslide

Tekst 1
Waarom is Amsterdam zo duur geworden volgens de tekst?
A
Hogere energieprijzen
B
Inflatie
C
Door toeristen
D
Amsterdam is nou eenmaal duur

Slide 8 - Quizvraag

Tekst 1
Waarom liggen de prijzen lager in Maastricht dan in Amsterdam?
A
Maastricht is minder toeristisch
B
Vaste lasten voor ondernemers in Maastricht zijn lager
C
Maastricht is goedkoper in het algemeen
D
In Maastricht gebruiken ze goedkopere producten

Slide 9 - Quizvraag

Tekst 1
Om de rituelen toch nog een beetje goed te praten, maken mensen irrationele rekensommen. Hoe noemt Gen Z dit volgens de tekst?
A
Mentale boekhouding
B
Creatief rekenen
C
Rekentrucje
D
Girl math

Slide 10 - Quizvraag

Tekst 2
Om wat voor soort video's gaat het in tekst 2?
A
Vlogs
B
YouTube video's van gamende kinderen
C
Uitleg over games
D
Verkoopfilmpjes

Slide 11 - Quizvraag

Tekst 2
Hoe noemen ouders de filmpjes uit tekst 2?
A
Gamevideo's
B
Hersendodend
C
Verslavend
D
Agressief

Slide 12 - Quizvraag

Tekst 2
Wat kunnen ouders het beste doen aan het gamgedrag van hun kinderen?
A
Praten met de kinderen
B
Digitale middelen het huis uitgooien
C
Regels opstellen
D
Er is geen gepaste oplossing

Slide 13 - Quizvraag

Tekst 3
Waar gaat deze tekst over?
A
Herinneringen van Alzheimer weer tot leven wekken
B
Hersenziektes
C
Prikkels testen
D
Dieren

Slide 14 - Quizvraag

Tekst 3
Welk dier wordt gebruikt om de testen uit te voeren?
A
Apen
B
Ratten
C
Muizen
D
Honden

Slide 15 - Quizvraag

Tekst 3
Wat is het doel van deze tekst?
A
Informeren
B
Activeren
C
Overtuigen
D
Amuseren

Slide 16 - Quizvraag

Tekst 4
Met welk probleem kampt Catalonië?
A
Bosbranden
B
Te veel toeristen
C
Droogte
D
Oorlog

Slide 17 - Quizvraag

Tekst 4
Wat wordt er gedaan aan de droogte in Catalonië door de regering?
A
Regenbuien
B
Maatregelen voor waterbesparing
C
Klimaatprotesten
D
Varkenshouderijen terugbrengen

Slide 18 - Quizvraag

Tekst 4
Waar ligt Catalonië?
A
Portugal
B
Zuiden van Spanje
C
Noordoosten van Spanje
D
Eiland in de Middellandse zee

Slide 19 - Quizvraag

Afsluiting!
Wat heb je nu geleerd van deze sessie?

Verwerk dit in de Challengemonitor bij de evaluatie van inspiratiesessies!

Slide 20 - Tekstslide