keuzevoorzetsels

keuzevoorzetsels:
Moet je in deze zin de 3e of de 4e naamval gebruiken?
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

keuzevoorzetsels:
Moet je in deze zin de 3e of de 4e naamval gebruiken?

Slide 1 - Tekstslide

Die Blumen stehen auf d__ breit___ Fensterbank.

De bloemen staan op de brede vensterbank.
A
3
B
4

Slide 2 - Quizvraag

Mein Vater legt das Buch auf unser____ Esstisch.

Mijn vader legt het boek op onze eettafel.
A
3
B
4

Slide 3 - Quizvraag

Dieses Buch habe ich vor ein_____ Woche gekauft.

Dit boek heb ik een week geleden gekocht.
A
3
B
4

Slide 4 - Quizvraag

Ich setze mich auf ein____ groß____ Sofa.

Ik ga op een grote bank zitten.
A
3
B
4

Slide 5 - Quizvraag

Wir waren den ganzen Tag an d___ weit___ Meer.

We waren de hele dag aan de grote zee.
A
3
B
4

Slide 6 - Quizvraag

Ich setze mich auf ein____ groß____ Sofa.

Ik ga op een grote bank zitten.
A
3
B
4

Slide 7 - Quizvraag

Mein Vater legt das Buch auf unser____ Esstisch (m).
A
unser
B
unseres
C
unserem
D
unseren

Slide 8 - Quizvraag

Die Blumen stehen auf d__ breit___ Fensterbank (v).
A
die breite
B
der breite
C
der breiten
D
die breit

Slide 9 - Quizvraag

Dieses Buch habe ich vor ein_____ Woche gekauft.
A
eine
B
ein
C
einer
D
einen

Slide 10 - Quizvraag

Wir waren den ganzen Tag an d___ weit___ Meer (o).
A
das weite
B
des weiten
C
dem weiten
D
den weiten

Slide 11 - Quizvraag