BS 6 Veilig vrijen

BS 6 Veilig vrijen
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

BS 6 Veilig vrijen

Slide 1 - Tekstslide

leerdoel
Paragraaf 6 : Veilig vrijen


2.6.1 Je kunt de werking van enkele voorbehoedsmiddelen beschrijven en aangeven of ze betrouwbaar zijn of niet.


Slide 2 - Tekstslide

onbetrouwbare methoden
Voorbehoedsmiddelen (anticonceptiemiddelen) is een middel voor geboorteregeling.

Er zijn methodes die het voorkomen van een bevruchting niet helemaal uitsluiten. Dit zijn onbetrouwbare methodes.




Slide 3 - Tekstslide

Periodieke onthouding
Bij de vruchtbare methode hebben de man en vrouw geen geslachtsgemeenschap.

Je kan nooit precies je vruchtbare periode bepalen. Zaadcellen overleven 3 dagen in de baarmoeder en een eicel 1 dag.


onbetrouwbaar

Slide 4 - Tekstslide

Hoe bepaal je ovulatie?
• Kalender bijhouden: bij een regelmatige menstruatiecyclus kun je de dag van de ovulatie berekenen.

• Temperatuur meten: de lichaamstemperatuur is na de ovulatie tot aan de volgende menstruatie gemiddeld 0,3 °C hoger.

• Afscheiding uit de vagina: bij veel vrouwen wordt de afscheiding uit de vagina rond de ovulatie doorzichtiger en elastischer. Er is vaak ook meer afscheiding.

Slide 5 - Tekstslide

Coïtus interruptus
De man trekt zijn penis terug uit de vagina wanneer hij de zaadlozing voelt aankomen.

voorvocht kan een man niet voelen aankomen, hierin kunnen ook zaadcellen voorkomen.


onbetrouwbaar

Slide 6 - Tekstslide

Condoom
Het condoom beschermt niet alleen tegen zwangerschappen maar ook tegen seksueel overdraagbare ziekten. (soa)

Er zijn condooms voor mannen en voor vrouwen.t Een condoom is gemaakt van latex. Het latex houdt zaadcellen tegen. 

mannen
Je rolt het condoom om de penis in erectie.

vrouwen.
Het vrouwencondoom breng je in de vagina in. Dit kan al enkele uren voor het vrijen.

Kan maar 1 keer gebruikt worden.




Betrouwbaar

Slide 7 - Tekstslide

Koperspiraal
Het spiraal is een buigzaam plastic voorwerp dat aangebracht wordt door een arts in de baarmoeder. 

Na inbrengen kun je de eerste 2 maanden buikkrampen en bloedingen krijgen.

2 soorten spiralen:
hormoonspiraal --> bevat hormonen die innesteling en ovulatie voorkomen. (5 jaar)

koperspiraal--> bevat geen hormonen maar een draadje koper. Het koper beschadigt de zaadcellen ook voorkomt hij innesteling. (5-10 jaar)




Betrouwbaar

Slide 8 - Tekstslide

Pessarium (met zaaddodende pasta)
Het pessarium is een rubberen koepeltje die je aanbrengt in de vagina.
Het koepeltje bedekt de baarmoedermond.

Je brengt dit zelf in maar de arts onderzoekt van te voren welke maat en vorm voor jou het beste werkt. 

Bij het inbrengen smeer je hem ook in met zaaddodende pasta.

Na geslachtsgemeenschap moet hij minimaal 8 uur blijven zitten.
Betrouwbaar

Slide 9 - Tekstslide

sterilisatie
Iemand die geen kinderen (meer) wil, kan zich laten steriliseren.

 Bij sterilisatie word je met een operatie onvruchtbaar gemaakt. 

Bij een man worden de zaadleiders onderbroken. De productie van zaadcellen gaat normaal door. De man krijgt nog wel een zaadlozing, alleen bevat het sperma geen zaadcellen meer.

 Bij een vrouw onderbreekt of blokkeert een arts de eileiders. Daardoor kunnen zaadcellen de eicel niet meer bereiken. Er blijven eicellen en hormonen vrijkomen. 
Een gesteriliseerde vrouw wordt dus gewoon ongesteld.
Betrouwbaar

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Hormoonpleister
De hormoonpleister is een pleister die je op de huid plakt. 
De pleister geeft hormonen af die via de huid in het bloed terechtkomen. 
Je plakt drie weken lang elke week een nieuwe pleister. 
Na de derde week plaats je een week geen nieuwe pleister en krijg je een lichte bloeding. 
Na deze stopweek plaats je weer een nieuwe pleister.
Betrouwbaar

Slide 12 - Tekstslide

Hormoonstaafje
Het hormoonstaafje is een dun, soepel staafje van vier centimeter lang. 
De arts plaatst het onder de huid, vaak in de bovenarm.
 Het staafje geeft gedurende drie jaar een klein beetje hormonen af. 
Na drie jaar verwijdert de arts het staafje weer.
Betrouwbaar

Slide 13 - Tekstslide

NuvaRing
De NuvaRing plaats je zelf in de vagina, tegen de baarmoedermond aan. 
De ring blijft drie weken in de vagina zitten. 
De ring geeft voortdurend een kleine hoeveelheid hormonen af. 
Net als bij de pil en de hormoonpleister is er na drie weken een stopweek. 
Dan haal je de ring uit de vagina. Je hebt dan een lichte bloeding. 
De hoeveelheid hormonen is kleiner dan bij de pil.
Betrouwbaar

Slide 14 - Tekstslide

prikpil
Bij de prikpil krijgt een vrouw om de drie maanden een injectie met hormonen. 
Dat wordt gedaan bij de huisarts. 
De maandelijkse bloeding neemt af en blijft soms helemaal weg. 
Als een vrouw zwanger wil worden, kan het een hele tijd duren voordat de ovulaties terugkomen.
 Soms zelfs meer dan twee jaar.
Betrouwbaar

Slide 15 - Tekstslide

Met Hormonen
Zonder Hormonen
Condoom
Prikpil
Coïtus interruptus
Koperspiraal
NuvaRing

Slide 16 - Sleepvraag

Noem minimaal 1 onbetrouwbare methode

Slide 17 - Open vraag

Opdrachten maken


Opdracht 1 t/m 7
BLZ 142-150

Slide 18 - Tekstslide

Welke soa's ken je al?

Slide 19 - Woordweb

SOA's
SOA/geslachtsziekte: bacterie of virus die verspreid wordt door seksueel contact.

Verspreiding via: bloed, sperma, voorvocht, vaginaal vocht en slijmvliezen.



Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Moet je SOA's behandelen?
A
Nee, die gaan vanzelf weg
B
Nee, die zijn niet zo ernstig
C
Ja, anders kan je onvruchtbaar worden
D
Ja, anders krijg je AIDS

Slide 22 - Quizvraag

Hoe zien soa's eruit?

Slide 23 - Tekstslide

Waar kun je HIV van krijgen?
A
Via bloed
B
Via sperma, voorvocht of vaginaal vocht
C
Via de moeder
D
Allemaal

Slide 24 - Quizvraag

HIV en aids
  • Aids (immuunziekte) wordt veroorzaakt door het HIV-virus
  • (Net zoals het coronavirus de ziekte COVID veroorzaakt)
  • Iemand die besmet is maakt antistoffen aan, noemen we seropositief

Seropositieve mensen zijn nog niet ziek. Vaak duurt het 9 jaar voordat de eerste ziekteverschijnselen ontstaan!

Slide 25 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen HIV en aids?

Slide 26 - Open vraag

Te genezen?
  • HIV is niet te genezen, wel te remmen
  • HIV-remmers vertragen de ziekte


  • Als het virus actief is, spreek je van aids
  • Aids tast het afweersysteem aan: je wordt snel ziek en je lichaam kan de ziekte moeilijk of niet bestrijden.

Slide 27 - Tekstslide

Opdrachten maken
  • Basisstof 2.6 (deel 1): opdrachten 1, 5, 6, 7
  • Basisstof 2.6 (deel 2): opdrachten 2 en 8

Slide 28 - Tekstslide