Herhaling §4.3 + §4.4

Noem voorbeelden van
voorzieningen.
1 / 35
volgende
Slide 1: Woordweb
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Noem voorbeelden van
voorzieningen.

Slide 1 - Woordweb

Noem voorbeelden van voorzieningen die je kunt vinden in een dorp of stad.

Slide 2 - Open vraag

Welke stad is zowel een megastad, een hoofdstad als een wereldstad?
A
Amsterdam
B
New York
C
Tokio
D
Barcelona

Slide 3 - Quizvraag

Welke stad is zowel een megastad, een hoofdstad als een wereldstad?
A
London
B
Moskou
C
Los Angeles
D
Sydney

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Tekstslide

Bekijk de bron
Welke zin over miljoenensteden in de wereld is juist?
A
Als er veel inwoners in een stad wonen, zijn er ook altijd veel megasteden
B
In Australië wonen de meeste mensen op het platteland
C
De meeste megasteden liggen in Azië
D
In veel landen in Oost-Afrika woont meer dan de helft van de mensen in een stad

Slide 6 - Quizvraag

Vanaf hoeveel inwoners is een stad een megastad?
A
100.000 inwoners
B
1.000.000 inwoners
C
10.000.000 inwoners
D
5.000.000 inwoners

Slide 7 - Quizvraag

Vanaf hoeveel inwoners is een stad een megastad?
A
1 miljoen inwoners
B
10 miljoen inwoners
C
5 miljoen inwoners
D
80 miljoen inwoners

Slide 8 - Quizvraag

Havens en vliegvelden zijn onderdeel van de infrastructuur van een stad.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Welke voorzieningen zijn onderdeel van de infrastructuur van een stad?
A
Winkels en restaurants
B
Parken en musea
C
Havens en vliegvelden
D
Scholen en ziekenhuizen

Slide 10 - Quizvraag

Wanneer mensen van de stad naar het platteland verhuizen, heet dit urbanisatie.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Hoe noem je het wanneer mensen van het platteland naar de stad verhuizen?
A
Suburbanisatie
B
Urbanisatie
C
Emigratie
D
Globalisatie

Slide 12 - Quizvraag

Waar kom je meer voorzieningen tegen?
A
In de stad
B
Op het platteland

Slide 13 - Quizvraag

Een wereldstad is belangrijk voor de hele wereld
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Welke van de volgende steden is, net als New York, zowel een wereldstad als een megastad, maar geen hoofdstad?
A
Berlijn
B
Los Angeles
C
Tokio
D
Geen van bovenstaande

Slide 15 - Quizvraag

Welke van deze steden past bij New York?
A
Megastad
B
Hoofdstad
C
Wereldstad
D
Geen van bovenstaande

Slide 16 - Quizvraag

Waar wonen de meeste mensen die werken in het zakencentrum?
A
In de buitenwijken van de stad
B
In luxe appartementen in het zakencentrum
C
In dorpen ver weg van de stad
D
In hotels dicht bij hun werk

Slide 17 - Quizvraag

Waar wonen de mensen die werken in het zakencentrum meestal?
A
In het zakencentrum
B
In de voorstad
C
In de krottenwijken
D
In het zakencentrum

Slide 18 - Quizvraag

Stad
Platteland

Slide 19 - Sleepvraag

Stad
Platteland
Nederland

Slide 20 - Sleepvraag

Welke van de cirkels zal het meest veranderen in de toekomst? Leg je antwoord uit.

Slide 21 - Open vraag

Veel voorzieningen
Weinig voorzieningen
Mensen wonen dicht bij elkaar
Meer dan 10.000 inwoners
Minder dan 10.000 inwoners
Veel gebouwen

Slide 22 - Sleepvraag

Zet in de juiste volgorde.
Urbanistatie
1.
2.
3.
Hierdoor groeiden de steden en werden ze steeds groter en drukker.
Eind 19e eeuw was er weinig werk op het platteland en kwamen er steeds meer fabrieken in de stad. Mensen trokken daarom naar de stad om in de fabrieken te werken.
Mensen verhuisden naar deze steden om er te wonen. Ze kregen daar kinderen, en hun kinderen kregen op hun beurt ook weer kinderen.

Slide 23 - Sleepvraag

Stad bekend over heel de wereld. Veel internationale bedrijven en banken.
Meer dan 10 miljoen inwoners.
Vaak zit de regering daar.

Slide 24 - Sleepvraag

Het centrum met wolkenkrabbers met daarin kantoren en dure winkels.
Arme mensen die hun eigen huizen bouwen, langs het spoor of bij een snelweg.
Mensen  wonen vaak aan de rand van de stad.
Hier kunnen ze in een groter huis wonen.

Slide 25 - Sleepvraag

In welke stad zit vaak de regering van een land?
A
Megastad
B
Wereldstad
C
Hoofdstad

Slide 26 - Quizvraag

Welk stadsdeel zie je op dit plaatje?
A
Zakencentrum
B
Voorstad
C
Krottenwijk
D
Geen van deze 3

Slide 27 - Quizvraag

Welk stadsdeel zie je op dit plaatje?
A
Zakencentrum
B
Voorstad
C
Krottenwijk
D
Geen van deze 3

Slide 28 - Quizvraag

Welk stadsdeel zie je op dit plaatje?
A
Zakencentrum
B
Voorstad
C
Krottenwijk
D
Geen van deze 3

Slide 29 - Quizvraag

Het gebied waarin veel steden in Nederland liggen noemen we.......

Slide 30 - Open vraag

Noem de 4 grote steden van de Randstad.

Slide 31 - Open vraag

Gebied in het midden van de Randstad met weilanden en natuur.

Slide 32 - Open vraag

Binnenstad
19e eeuwse wijk
Vinex-wijk
Een mix van villa's en goedkopere huurwoningen door elkaar met veel groen.
Nauwe straatjes met winkels en cafeetjes in het oude centrum.
Veel kleine woningen dicht op elkaar, weinig groen.

Slide 33 - Sleepvraag

Renovatie
Leefbaarheid
Hoogbouwwijk
In deze wijk staan veel flats.
Slechte huizen worden opgeknapt. 
Beschrijving die aangeeft of het in een wijk veilig en prettig wonen is.

Slide 34 - Sleepvraag

Hoofdstad en Schiphol
Industrie- en havenstad
Knooppunt in het midden
Regering

Slide 35 - Sleepvraag