In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
ECONOMIE
Herhaling paragraaf 2.1 en 2.2
Uitleg 2.3
Slide 1 - Tekstslide
Productie thuis
Arbeid
Hulpmiddelen
De natuur
Slide 2 - Tekstslide
Wat heb je nodig?
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Wie bestelt er eten om thuis te laten bezorgen?
Waarom?
Slide 5 - Tekstslide
consumenten besteden productie uit
- als ze het werk zelf niet kunnen
- als ze er geen zin in hebben
- als ze er geen tijd voor hebben
Slide 6 - Tekstslide
Opmars thuisbezorgen
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Leerdoelen paragraaf 3
Ik kan benoemen wat er nodig is bij de productie in bedrijven
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Slide 11 - Video
Productiefactoren
Slide 12 - Tekstslide
Productiefactoren
Kapitaal:
Het hout moet gezaagd worden, het ijzer moet gesmeed worden, de onderdelen moeten vastgeschroeft worden. We hebben dus materialen/machines nodig om de stoel te maken. Met kapitaal bedoelen we dan ook gereedschappen, gebouwen, machines en voertuigen.
Slide 13 - Tekstslide
Productiefactoren
Arbeid:
Als je al het materiaal verzameld hebt voor je stoel, moet je deze nog in elkaar zetten. We hebben dus arbeid nodig om de stoel daadwerkelijk te kunnen maken. Met arbeid bedoelen we zowel de lichamelijk als geestelijkeinspanning die mensen leveren bij het produceren.
Slide 14 - Tekstslide
Productiefactoren
Natuur:
Om een stoel te kunnen maken heb je materialen nodig, zoals hout. Met natuur bedoelen we dan ook alles wat de natuur levert, zoals grondstoffen, fosiele brandstoffen zoals olie en gas, de grond zelf, lucht, zonlicht en water.