,

3H C6§2. Formuleren: Samentrekking

Startvraag
Leg uit wat er niet klopt aan onderstaande zin.

Op de camping wordt een zwembad aangelegd en stacaravans geplaatst.
Noteer je antwoord in je schrift.
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Startvraag
Leg uit wat er niet klopt aan onderstaande zin.

Op de camping wordt een zwembad aangelegd en stacaravans geplaatst.
Noteer je antwoord in je schrift.

Slide 1 - Tekstslide

Startvraag
Op de camping wordt een zwembad aangelegd en stacaravans geplaatst.

Incongruentie
wordt en zwembad = ev
stacaravans  = mv, dus worden toevoegen aan de zin
antwoord 

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Ik kan voor- en achterwaartse samentrekking op verschillende niveaus herkennen en gebruiken.
  • Ik kan foutieve samentrekkingen herkennen en verbeteren.



Slide 3 - Tekstslide

Schrijf onderstaande beter:
Tijdens de middaguren en avonduren is het druk in het park. Jonge mensen lopen een rondje en oudere mensen ook. Zij doen dit om even een frisse neus te halen. 
Op koude dagen en op regenachtige dagen is het wel wat rustiger. 

Slide 4 - Tekstslide

samentrekkingen
Tijdens de middag- en avonduren is het druk in het park. Jonge mensen lopen een rondje en oudere ook. Zij doen dit om even een frisse neus te halen. 
Op koude en regenachtige dagen is het wel wat rustiger. 
Door woorden of zinsdelen weg te laten, kun je korter formuleren. 

Slide 5 - Tekstslide

Dit betekent eigenlijk gewoon 'korter schrijven' of 'woord(en) weglaten'.
landsgrenzen en provinciegrenzen   ->   lands- en provinciegrenzen
nationale wedstrijden en internationale wedstrijden  ->                          nationale en internationale wedstrijden
Marius reed te hard en Marius kreeg daarom een boete. -> 
Marius reed te hard en kreeg daarom een boete.


Samentrekking HH

Slide 6 - Tekstslide

Voorwaartse: het gezamenlijke deel wordt genoemd in het eerste deel en weggelaten in het laatste deel
  • een goedkope armband en een dure armband
  • een goedkope armband en een dure
Achterwaartse: het gezamenlijke deel wordt genoemd in het laatste deel en weggelaten in het eerste deel
  • in voorspoed en tegenspoed
  • in voor- en tegenspoed
Samentrekking

Slide 7 - Tekstslide

Een samentrekking kan voorkomen op drie niveaus.
  1. woordniveau: je laat een deel van het woord weg en plaatst een streepje (-)
  2. woordgroepsniveau: je laat één of meer woorden weg
  3. zinsniveau: je laat één of meer zinsdelen weg
Samentrekking

Slide 8 - Tekstslide

Een samentrekking kan voorkomen op drie niveaus.
1. woordniveau: je laat een deel van het woord weg en plaatst een streepje (-)
carnavalsfeesten en -optochten

2. woordgroepsniveau: je laat één of meer woorden weg
gescheiden mannen en vrouwen

3. zinsniveau: je laat één of meer zinsdelen weg
Jolinde gaat op de fiets en Tamar op de scooter
Wij schaatsten en onze kinderen sleeden in die strenge winter elke dag.
Samentrekking: voorbeelden

Slide 9 - Tekstslide

Samentrekking controleren
Ze maakte eerst zichzelf en daarna de bedden op.

Slide 10 - Tekstslide

Wanneer mag je een samentrekking op zinsniveau gebruiken?

Samentrekken mag alleen als aan drie voorwaarden wordt voldaan:

1. de weggelaten woorden hebben dezelfde functie (zinsdeel, woordsoort),
2. dezelfde betekenis én
3. hetzelfde getal (enkelvoud/meervoud) als de woorden die blijven staan.
Samentrekkingen controleren

Slide 11 - Tekstslide


1. Functie: zinsdeel / woordsoort
2. Betekenis
3. Getal: enkelvoud / meervoud

Is alles gelijk, dan is de samentrekking correct.
Samentrekkingen controleren

Slide 12 - Tekstslide

Foutieve samentrekking
Waarom is de samentrekking ijs- en bruine beren onjuist? 

Slide 13 - Tekstslide

Foutieve samentrekking
Waarom is de samentrekking ijs- en bruine beren onjuist? 
ijsberen
(woordniveau) 
bruine beren
(woordgroep) 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

voorbeeld 1
Lena heeft hoge cijfers, maar er ook hard voor gewerkt.

zin 1:                                                           zin 2:
Lena = ow                                                   Lena= ow
Lena = naam van meisje                           Lena= naam van meisje
Lena = ev                                                    Lena= ev

Slide 16 - Tekstslide

voorbeeld 1
Lena heeft hoge cijfers, maar er ook hard voor gewerkt.

zin 1:                                                               zin 2:
heeft = pv en wg                                       heeft = pv en wg + gewerkt
heeft = zww                                                heeft = hww
heeft = ev                                                     heeft = ev

Slide 17 - Tekstslide

voorbeeld 1
Fout:
Tabitha heeft hoge cijfers, maar er ook hard voor gewerkt.

Goed: 
Tabitha heeft hoge cijfers, maar heeft er ook hard voor gewerkt. 


Slide 18 - Tekstslide

voorbeeld 2
Hij hield van haar en haar handen vast.

zin 1:                                                               zin 2:
hij = ow                                                         hij = ow
hij = persoon                                              hij = persoon
hij = ev                                                           hij = ev

Slide 19 - Tekstslide

voorbeeld 2
Hij hield van haar en haar handen vast.

zin 1:                                                               zin 2:
hield = pv en wg                                        hield = pv en wg + vast
hield = zww                                                 hield = zww
hield = ev                                                      hield = ev
andere betekenis

Slide 20 - Tekstslide

voorbeeld 2
Fout:
Hij hield van haar en haar handen vast.

Goed:
Hij hield van haar en hield haar handen vast.

Slide 21 - Tekstslide

Stappenplan samentrekking controleren

1. Maak de zinnen 'volledig' door de samentrekking ongedaan te maken. Je schrijft de zinnen dus weer voluit, met herhalingen erin.
2. Stel vast welk(e) woord(en) zijn samengetrokken.
3. Controleer of de samentrekking correct of incorrect is (zinsdeel, woordsoort, betekenis).
4. Verbeter de samentrekking als die foutief is.

Slide 22 - Tekstslide

Aan de slag:
Opdrachten 1, 3 en 4
Klaar? Kijk na en verbeter
Morgen extra les voor HHLJ2 §1.1
Vrijdag is de Bloktoets

Slide 23 - Tekstslide