1.1.1 Je kunt uitleggen wat een organisme is.
1.1.2 Je kunt de zeven levenskenmerken noemen.
1.1.3 Je kunt omschrijven wat groei is.
1.1.4 Je kunt onderscheiden of iets levend, dood of levenloos is.
Dieren, planten en mensen zijn levende wezens. Dat kun je zien aan de levenskenmerken. Bij biologie leer je over levende wezens.