Blok 4 - 10 Herhaling blok 4 1BKB

Nederlands

Klas 1 BKB - 4.10 Herhaling
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Nederlands

Klas 1 BKB - 4.10 Herhaling

Slide 1 - Tekstslide

Stillezen
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag in deze les:
Lesafspraken
Terugblik
Lesdoel
Herhaling blok 4

Slide 3 - Tekstslide

Lesafspraken:
  • Respect voor elkaar en omgeving
  • Spullen en huiswerk op orde
  • Werkhouding
  • Volume in de klas
  • Steek je hand op
  • Tassen op de grond, jassen in kluisje
  • Geen eten/drinken/kauwgom

Slide 4 - Tekstslide

Terugblik
  • Grammatica
  • Spelling
  • Over Taal
  • Lezen

Slide 5 - Tekstslide

Herhaling Theorie
Noteer eventueel de aantekeningen op het bord wanneer nodig.
Tussendoor maken we een aantal opdrachten om nog eens te oefenen.

Slide 6 - Tekstslide

Grammatica (145)
Met de tijdproef vind je de pv - wwg zijn alle ww van een zin.
Een zin kun je in stukjes verdelen: zinsdelen, deze kan uit één of meer woorden bestaan en geeft informatie
wat gebeurt er? werkwoord/pv/wwg
wie? ond
andere zinsdelen: wat - waar - wanneer - hoe - waarheen
We maken de opdrachten van de oefentoets

Slide 7 - Tekstslide

Spelling (151)
pv in de tt schrijven:
bij ik schrijf je de ik-vorm
bij een ander schrijf je de ik-vorm + t 
bij meervoud schrijf je het hele werkwoord
staat jij of je achter de pv, dan laat je de -t weg

Slide 8 - Tekstslide

Spelling (153)
Lastige werkwoorden:
eindigt de ik-vorm op een d, dan schrijf je bij een ander dt
eindigt de ik-vorm op een t, schrijf dan geen extra t bij een ander
eindigt de stam op een z, dan wordt de ik-vorm met s geschreven
eindigt de stam op een v, dan wordt de ik-vorm met f geschreven
au/auw/ou/ouw-woorden: geen regels, dit zijn weetwoorden
We maken de opdrachten van de oefentoets

Slide 9 - Tekstslide

Over taal(157)
Je moet de betekenis weten van de schooltaalwoorden en woorden uit teksten.
Je kunt het stappenplan moeilijke woorden (159) gebruiken.
Je kent een aantal uitdrukkingen van figuurlijk taalgebruik.
Je weet hoe je in een woordenboek woorden met meerdere betekenissen kunt zoeken.
We maken de opdrachten van de oefentoets.


Slide 10 - Tekstslide

Lezen(163)
  • Leesplan (273)
  • Tekstdoel - tekstsoort - tekstvorm
  • Tekstopbouw: inleiding - middenstuk - slot
  • Onderwerp - alinea's - deelalinea's
  • Lezen: verkennend - zoekend - grondig

We maken de opdrachten van lezen bij de oefentoets

Slide 11 - Tekstslide

In hoeverre heb jij het idee dat je deze leerstof hebt begrepen?
πŸ˜’πŸ™πŸ˜πŸ™‚πŸ˜ƒ

Slide 12 - Poll

Ik vond deze les....
πŸ˜’πŸ™πŸ˜πŸ™‚πŸ˜ƒ

Slide 13 - Poll