Havo 1 - 9 dec en 10 dec. herhalen SO leerstof

Nederlands
10- 12- 2024

SO leerstof herhalen
Presentaties als er tijd is
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nederlands
10- 12- 2024

SO leerstof herhalen
Presentaties als er tijd is

Slide 1 - Tekstslide

Agenda
  • Landen 
  • Lesdoelen
  • Nakijken HW 
  • Oefenen, oefenen en nog een beetje oefenen 
  • Presentaties (als hier tijd voor is)

Slide 2 - Tekstslide

Periode 2 planning

Slide 3 - Tekstslide

             SO ww- Spelling: 13 dec. 
Week 50
(13 dec.)

Slide 4 - Tekstslide

Agenda
  • Landen 
  • Lesdoelen
  • Nakijken HW 
  • Oefenen, oefenen en nog een beetje oefenen 
  • Presentaties (als hier tijd voor is)

Slide 5 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je herhaalt de lesstof voor het SO van aanstaande vrijdag: 
  • PVTT
  • PVVT
  • VD
  • OD
  • deelwoord als BN
  • OTT, OVT, VTT & VVT 

Slide 6 - Tekstslide

Agenda
  • Landen 
  • Lesdoelen
  • Nakijken HW 
  • Oefenen, oefenen en nog een beetje oefenen 
  • Presentaties (als hier tijd voor is)

Slide 7 - Tekstslide

Nakijken HW 
  • Zin 4: Ik (schrijven) een lange brief aan mijn penvriend in Australië over mijn vakantie.
  • O.t.t?
  • --> Ik schrijf een lange brief aan mijn penvriend in Australië over mijn vakantie.
  • O.v.t.?
  • --> Ik schreef een lange brief aan mijn penvriend in Australië over mijn vakantie.

Slide 8 - Tekstslide

Nakijken HW 
  • Zin 7: De leraar (uitleggen) de moeilijke som ... aan de leerlingen in de klas. 
  • O.t.t.?
  • O.t.t. --> De leraar legt de moeilijke som uit aan de leerlingen in de klas. 
  • O.v.t.? 
  • O.v.t. --> De leraar legde de moeilijke som uit aan de leerlingen in de klas.

Slide 9 - Tekstslide

Nakijken HW 
  • Zin 15: Hij (kijken) naar het schilderij dat aan de muur hangt in het museum. 
  • O.t.t.?
  • O.t.t. --> Hij kijkt naar het schilderij dat aan de muur hangt in het museum.
  • O.v.t.? 
  • O.v.t. --> Hij keek naar het schilderij dat aan de muur hangt/ hing in het museum.

Slide 10 - Tekstslide

Nakijken HW 
  • Zin 20: De wind (blazen) de bladeren over de straat terwijl de bomen heen en weer zwaaien. 
  • O.t.t.?
  • O.t.t. --> De wind blaast de bladeren over de straat terwijl de bomen heen en weer zwaaien.
  • O.v.t.? 
  • O.v.t. --> De wind blies de bladeren over de straat terwijl de bomen heen en weer zwaaiden.

Slide 11 - Tekstslide

Nakijken HW 
  • A?
  •  A: De kapper krabde zich achter de oren
  • toen de klant zijn pruik afzette.
  • C?
  • C: Begreep je na de uitleg het verschil
  • tussen 'zij lag op bed' en 'zij lagen op bed'?
  • E?
  • E: De flyers vermeldden niet dat er maar
  • een beperkt aantal plaatsen beschikbaar waren.  

Slide 12 - Tekstslide

Agenda
  • Landen 
  • Lesdoelen
  • Nakijken HW 
  • Oefenen, oefenen en nog een beetje oefenen 
  • Presentaties (als hier tijd voor is)

Slide 13 - Tekstslide

Leg uit wat het verschil is tussen een sterk en een zwak werkwoord is. Geef van beide een voorbeeld.

Slide 14 - Open vraag

Welke werkwoordstijd hoort bij deze zin?
De buurman zit in zijn nieuwe auto.
A
O.t.t.
B
O.v.t.
C
V.t.t.
D
V.v.t.

Slide 15 - Quizvraag

Welke werkwoordstijd hoort bij deze zin?
Dat jongetje had te lang gezwommen.
A
O.v.t.
B
V.t.t.
C
V.v.t.
D
O.t.t.

Slide 16 - Quizvraag

Hoe noem je de werkwoordsvorm die tussen haakjes staat in deze zin?
(Slingerend) aan de boom keken de lachende apen ons aan.
A
vd
B
od
C
pvvt
D
pvtt

Slide 17 - Quizvraag

Hoe noem je de werkwoordsvorm die tussen haakjes staat in deze zin?
Slingerend aan de boom keken de (lachende) apen ons aan.
A
bn
B
pvtt
C
vd
D
od

Slide 18 - Quizvraag

Hoe noem je de werkwoordsvorm die tussen haakjes staat in deze zin?
Slingerend aan de boom (keken) de lachende apen ons aan.
A
vd
B
od
C
pvtt
D
pvvt

Slide 19 - Quizvraag

Soms klinkt een voltooid deelwoord van een werkwoord hetzelfde als de pvtt.
Beide vormen worden wél anders geschreven.

Biijvoorbeeld: verbrand/ verbrandt
Ik ben gisteren heel erg verbrand.
Karel verbrandt de tosti.

Opdracht --> bedenk zelf nu een werkwoord waarbij het voltooid deelwoord hetzelfde klinkt als de pvtt.
Je maakt één zin met het voltooid deelwoord
Je maakt één zin met de pvtt 

timer
5:00

Slide 20 - Tekstslide

Mogelijke antwoorden...
timer
5:00

Slide 21 - Tekstslide

Nog een opdracht...

Opdracht --> maak met onderstaand werkwoord twee zinnen 
van maximaal zes woorden. 
In de eerste zin is het werkwoord een PV 
In de tweede zin is het werkwoord een VD 
Let op: de vorm moet zo blijven als hij hieronder staat (je mag hem dus niet vervoegen/ veranderen! 
a) vergeten (PV)
b) vergeten (VD)
timer
5:00

Slide 22 - Tekstslide

Mogelijke antwoorden...
timer
5:00

Slide 23 - Tekstslide

Nog een opdracht...

Opdracht --> Noteer het werkwoord (voltooid deelwoord, onvoltooid
deelwoord of bijvoeglijk naamwoord) in de juiste spelling.

a) De (loszitten) spijker is gisteren eindelijk van de muur (vallen).
b) (Juichen) vierde de wielrenner de (winnen) wedstrijd.
c) De (stotteren) jongen gaf (blozen) antwoord op de vraag.   
timer
5:00

Slide 24 - Tekstslide

Mogelijke antwoorden...
timer
5:00

Slide 25 - Tekstslide