21-22 / H6 Grafieken

H6 - Grafieken
6.1 - Tabellen en gemiddelde
6.2 - Lijngrafieken
6.3 - Staafdiagrammen
6.4 - Cirkeldiagrammen
6.5 - Andere soorten diagrammen

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
RetailMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

H6 - Grafieken
6.1 - Tabellen en gemiddelde
6.2 - Lijngrafieken
6.3 - Staafdiagrammen
6.4 - Cirkeldiagrammen
6.5 - Andere soorten diagrammen

Slide 1 - Tekstslide

- Een winkel heeft drie personeelsleden in dienst.
- Werknemer A: werkt 40 uur per week / € 14,00 uurloon
- Werknemer B: werkt 28 uur per week / € 12,30 uurloon
- Werknemer C: werkt 24 uur per week / € 10,40 uurloon
Vraag: Bereken het ongewogen gemiddelde uurloon in deze winkel

Slide 2 - Open vraag

Antwoord vraag 1
  • Ongewogen gemiddelde - het aantal gewerkte uren telt niet mee
  • Antwoord
                € 14,00 + € 12,30 + € 10,40 = € 36,70 : 3 = € 12,23

Slide 3 - Tekstslide

Een winkel heeft drie personeelsleden in dienst.
- Werknemer A: werkt 40 uur per week / € 14,00 uurloon
- Werknemer B: werkt 28 uur per week / € 12,30 uurloon
- Werknemer C: werkt 24 uur per week / € 10,40 uurloon
Vraag: Bereken het gewogen gemiddelde uurloon in deze winkel

Slide 4 - Open vraag

Antwoord vraag 2
  • Gewogen gemiddelde - het aantal gewerkte uren telt nu wel mee
  • Antwoord:  
                 stap 1:           (40 x € 14,00) + (28 x 12,30) + (24 x € 10,40) =
                                                 € 560         +     € 344,40  +      € 249,60      = € 1.154,00 

                 stap 2:           € 1.154,00 : (40 + 28 + 24) =
                                          € 1.154,00 : 92 = € 12,54

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Hoeveel procent herenfietsen zijn er in Q1 verkocht van het totaal aantal verkochte fietsen in Q1?
Rond je antwoord af op twee decimalen.

Slide 7 - Open vraag

Antwoord vraag 3
  1. Hoeveel herenfietsen zijn er verkocht In Q1 ? (22.000 is af te lezen uit de staafdiagram)
  2. Hoeveel fietsen zijn er in Q1 in totaal verkocht? Tel de aantallen die in alle kleurtjes staan genoemd bij elkaar op (18.000 + 16.000 + 21.000 + 17.000 + 22.000 = 94.000)
  3. Reken in procenten uit:   22.000 : 94.000 x 100 = 23,40 % herenfietsen van het totaal aantal fietsen in Q1    (iets in procenten uitrekenen --> wat : waarvan x 100)

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Filiaal Amsterdam heeft een omzetbijdrage van € 84.350.
Dit is 40% van de totale omzet zoals je in de cirkeldiagram hebt kunnen zien
Filiaal Den Haag heeft een omzetbijdrage van 17%
Wat is de omzet in euro's voor filiaal Den Haag?


Slide 10 - Open vraag

Antwoord vraag 4
€ 84.350 : 40 x 17 = € 35.848,75

Slide 11 - Tekstslide

Andere soorten diagrammen
  • Steelbladdiagram
  • Schema's en roosters

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

To do
  • Ga verder met het maken van de opdrachten van par. 6.1 t/m 6.5 (oneven
      opdrachten) in boek deel A
  • Antwoorden kun je op school in de les nakijken 
  • Vrijdag a.s. toets H6 dus als je nog vragen hebt laat het mij weten...

Slide 14 - Tekstslide