Een winkel heeft drie personeelsleden in dienst. - Werknemer A: werkt 40 uur per week / € 14,00 uurloon - Werknemer B: werkt 28 uur per week / € 12,30 uurloon - Werknemer C: werkt 24 uur per week / € 10,40 uurloon Vraag: Bereken het gewogen gemiddelde uurloon in deze winkel
Slide 4 - Open vraag
Antwoord vraag 2
Gewogen gemiddelde - het aantal gewerkte uren telt nu wel mee
Antwoord:
stap 1: (40 x € 14,00) + (28 x 12,30) + (24 x € 10,40) =
€ 560 + € 344,40 + € 249,60 = € 1.154,00
stap 2: € 1.154,00 : (40 + 28 + 24) =
€ 1.154,00 : 92 = € 12,54
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Hoeveel procent herenfietsen zijn er in Q1 verkocht van het totaal aantal verkochte fietsen in Q1? Rond je antwoord af op twee decimalen.
Slide 7 - Open vraag
Antwoord vraag 3
Hoeveel herenfietsen zijn er verkocht In Q1 ? (22.000 is af te lezen uit de staafdiagram)
Hoeveel fietsen zijn er in Q1 in totaal verkocht? Tel de aantallen die in alle kleurtjes staan genoemd bij elkaar op (18.000 + 16.000 + 21.000 + 17.000 + 22.000 = 94.000)
Reken in procenten uit: 22.000 : 94.000 x 100 = 23,40 % herenfietsen van het totaal aantal fietsen in Q1 (iets in procenten uitrekenen --> wat : waarvan x 100)
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Filiaal Amsterdam heeft een omzetbijdrage van € 84.350. Dit is 40% van de totale omzet zoals je in de cirkeldiagram hebt kunnen zien Filiaal Den Haag heeft een omzetbijdrage van 17% Wat is de omzet in euro's voor filiaal Den Haag?
Slide 10 - Open vraag
Antwoord vraag 4
€ 84.350 : 40 x 17 = € 35.848,75
Slide 11 - Tekstslide
Andere soorten diagrammen
Steelbladdiagram
Schema's en roosters
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
To do
Ga verder met het maken van de opdrachten van par. 6.1 t/m 6.5 (oneven opdrachten) in boek deel A
Antwoorden kun je op school in de les nakijken
Vrijdag a.s. toets H6 dus als je nog vragen hebt laat het mij weten...