04-10 1gt 1.17 & 1.18 spreken, kijken en luisteren

Hallo allemaal
- Berg je telefoon op in de tas en ga op je plaats zitten
- Leg je spullen van Nederlands op tafel
- Pak je leesboek en ga lezen

Hiervoor heb je 2 minuten

timer
2:00
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hallo allemaal
- Berg je telefoon op in de tas en ga op je plaats zitten
- Leg je spullen van Nederlands op tafel
- Pak je leesboek en ga lezen

Hiervoor heb je 2 minuten

timer
2:00

Slide 1 - Tekstslide

Lezen
timer
15:00

Slide 2 - Tekstslide

HW 
timer
3:00
Opdracht 53
1 a Kaude Voorgreucten, Tzaziki, Chili Salad en Gebacken moeten zijn: koude voorgerechten, tzatziki, chilisalade en gebakken.
 b het muur in plaats van de muur, hakjes in plaats van haakjes
 c Opstakels moet zijn obstakels.
2 a De lezer informeren over de gerechten die te koop zijn.
 b De lezer kan weglopen, omdat hij denkt dat het eten dan ook niet veel zal zijn. Deze lezer denkt misschien: geen aandacht voor de taal, dus ook niet voor het eten.
  De lezer kan ook denken: ach, niet iedereen kent het Nederlands goed.
3 a De lezer overhalen, activeren.
 b Dat ligt eraan. Als iemand zich niet stoort aan de taalfouten en een kapstok met vier haakjes voor aan de muur wil kopen, zal het doel bereikt worden. De taalfouten kunnen bij de lezer ook een beeld oproepen van een persoon die niet zo slim is en 

Slide 3 - Tekstslide

3 manier van spreken 
- monoloog: 1 persoon aan het woord (bv toespraak)
- dialoog: gesprek tussen 2 personen
- groepsgesprek: gesprek met 3 of meer personen

In een dialoog en groepsgesprek is er een wisselwerking: mensen luisteren naar elkaar en reageren op wat de anderen zeggen

Slide 4 - Tekstslide

wat voor gesprek is het volgende fragment: 

monoloog, dialoog of groepsgesprek

Slide 5 - Tekstslide

doelen en soorten
- informeren: informerende teksten
- uitleg geven: uiteenzettende teksten
- overtuigen: betogende teksten
- overhalen: aansporende of activerende teksten
- amuseren: amuserende teksen

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht 59 blz. 56

Slide 7 - Tekstslide

publiek = doelgroep 
Samen 60 blz. 57

Slide 8 - Tekstslide

directe rede: je neemt letterlijk over wat iemand zegt
bv: Dave zei tegen zijn vrienden: 'ik ben verliefd.'

indirecte rede: je neemt niet letterlijk over wat iemand zegt. 
Dat zei tegen zijn vrienden dat hij verliefd wat. 

opdracht 67

Slide 9 - Tekstslide

HW
Opdracht 67 blz. 61
leren blok 1
grammatica, spelling, over taal (zie leerstof teams)

Slide 10 - Tekstslide