Erfelijkheid; bs 3 mutaties en kanker

Lesdoel
Ik weet wat mutaties zijn en hoe deze kunnen ontstaan.

Ik weet wat kanker is, hoe het ontstaat en hoe het behandeld kan worden
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Lesdoel
Ik weet wat mutaties zijn en hoe deze kunnen ontstaan.

Ik weet wat kanker is, hoe het ontstaat en hoe het behandeld kan worden

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Welke mutaties hebben veelal grotere gevolgen?
A
Mutaties in DNA van lichaamscellen
B
Chromosoommutaties in DNA van geslachtscellen

Slide 12 - Quizvraag

Wat is waar?
A
Mutaties hebben geen invloed op het fenotype
B
Mutaties hebben pas na lange tijd invloed op het fenotype
C
Mutaties hebben direct invloed op het fenotype
D
Mutaties hebben meestal helemaal geen invloed op het fenotype

Slide 13 - Quizvraag

Door mutaties ontstaat variaties in genotype
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Bepaalde stoffen in sigarettenrook verhogen de frequentie waarmee mutaties plaatsvinden.
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Mutaties kunnen vaker optreden als men blootstaat aan röntgenstralen.
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Door langdurig zonnebaden wordt de kans op mutaties vergroot.
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quizvraag

We gaan het nu hebben over een heftig onderwerp namelijk kanker.
Eerst even dit.....

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Ken jij iemand die kanker heeft/ heeft gehad?
A
1 persoon
B
Meerdere mensen
C
Niemand

Slide 22 - Quizvraag

Bij kanker gaat een cel zich ongeremd delen door mutaties.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quizvraag

Kanker begint doordat op meerdere plaatsen tegelijk in het lichaam gezwellen ontstaan.


A
juist
B
onjuist

Slide 24 - Quizvraag

Welke soort kanker wordt vooral veroorzaakt door roken?
A
Huidkanker
B
Longkanker
C
Darmkanker
D
Buikvlieskanker

Slide 25 - Quizvraag

Wat houdt uitzaaiing van kanker in?
A
Dat er cellen vanuit een gezwel met de bloedbaan naar elders in je lichaam gaan
B
Dat je een kwaadaardige tumor hebt.
C
Dat je ziek geworden bent.
D
Dat de kanker niet op één plek zit maar overal.

Slide 26 - Quizvraag

Chemotherapie en bestraling zijn gericht op snelgroeiende cellen.
Waarom vinden deze behandelingen plaats tegen kanker?
A
Omdat zowel de goede als de slechte cellen zo aangepakt worden
B
Kankercellen zijn snelgroeiende cellen en worden zo met name aangepakt
C
Omdat zo alleen de kankercellen aangepakt worden

Slide 27 - Quizvraag

Bij chemotherapie vallen vaak de haren van de patiënt uit. Waarom gebeurt dit?
A
Omdat zowel de goede als de slechte cellen aangepakt worden
B
Omdat er in de haarwortels vaak kankercellen aanwezig zijn.
C
Omdat zo alleen de kankercellen aangepakt worden
D
In onze haarwortels zitten snelgroeiende cellen die door de chemo gedood worden

Slide 28 - Quizvraag

Ik vond dit een interessante les waarin ik meer geleerd heb over kanker?
1100

Slide 29 - Poll

Het genenwiel
Lees de info op het blad en maak de keuzes die voor jou gelden.

Slide 30 - Tekstslide

Pak je studiewijzer
Ga verder met de stof van bs 3
Veel succes.

Slide 31 - Tekstslide