coniunctivus BZ-oefenen

Welke Bijzin?
Geef aan wat voor soort bijzin je bij de volgende zinnen herkent.
Je kunt kiezen uit:
A. voegwoord-bijzin
B. Betrekkelijke bijzin
C. afhankelijk vraagzin.
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Welke Bijzin?
Geef aan wat voor soort bijzin je bij de volgende zinnen herkent.
Je kunt kiezen uit:
A. voegwoord-bijzin
B. Betrekkelijke bijzin
C. afhankelijk vraagzin.

Slide 1 - Tekstslide

Felix est, cum dives sit.
A
voegwoord
B
betr.vnw.
C
afh. vraag

Slide 2 - Quizvraag

Non intellego, cur oppida deleant
A
voegwoord
B
betr.vnw.
C
afh. vraag

Slide 3 - Quizvraag

non sum is, qui id tolerem
A
voegwoord
B
betr.vnw.
C
afh. vraag

Slide 4 - Quizvraag

Me interrogat utrum illa sapiens sit, an anxia
A
voegwoord
B
betr.vnw.
C
afh. vraag

Slide 5 - Quizvraag

Cum aeger sit, non venire possit.
A
voegwoord
B
betr.vnw.
C
afh. vraag

Slide 6 - Quizvraag

Contendo, ut ludos aspiciam
A
voegwoord
B
betr.vnw.
C
afh. vraag

Slide 7 - Quizvraag

Tarquinius, qui Lucretiam offendisset, causa perniciei factus est.
A
voegwoord
B
betr.vnw.
C
afh. vraag

Slide 8 - Quizvraag

Welke gebruik van de coniunctivus vind je in welke bijzin?

A. voegwoord-bijzin
B. Betrekkelijke bijzin
C. afhankelijk vraagzin.

Slide 9 - Tekstslide

Welke coniunctivus kun je verwachten in een bijzin die begint met een voegwoord?
A
concessivus, finalis, consecutivus, causalis
B
concessivus, finalis, consecutivus, definiërend
C
concessivus, finalis, consecutivus, causalis, temporalis
D
concessivus, finalis, consecutivus, causalis, definiërend

Slide 10 - Quizvraag

Welke coniunctivus kun je verwachten in een bijzin die begint met een betr.vnw.?
A
concessivus, finalis, consecutivus, obliquus (=indirecte rede)
B
concessivus, finalis, consecutivus, definiërend
C
concessivus, finalis, consecutivus, causalis, obliquus (=indirecte rede)
D
concessivus, finalis, consecutivus, causalis, definiërend

Slide 11 - Quizvraag

Welke coniunctivus kun je verwachten in een bijzin die begint met een vraagwoord?
A
obliquus (=indirecte rede)
B
finalis
C
causalis, obliquus (=indirecte rede)
D
finalis, obliquus (=indirecte rede)

Slide 12 - Quizvraag

Welk cijfer geef je jezelf voor de coniunctivus in de bijzin?
1-4
5-6
7-8
9-10

Slide 13 - Poll