cum, ut en ne + coniunctivus

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

In deze les...
1. Herhaling: hoe ziet de coniunctivus er in de verschillende tijden uit?
2. De voegwoorden cum, ut en ne in de coniunctivus en de indicativus

Slide 2 - Tekstslide

Na deze les...
...ken je de betekenis van de voegwoorden cum, ut en ne 
a. met een indicativus en 
b. met een coniunctivus

Slide 3 - Tekstslide

teruerimus
vocavissem
praesens
imperfectum
auditus essemus
terreremini
taceatis
curras
vicerint
audires
perfectum
plusquamperfectum

Slide 4 - Sleepvraag

De coniunctivus in de bijzin
  • Meestal vertaal je de coniunctivus in de bijzin 'gewoon' als een indicativus
  • Wel is er een aantal woorden dat verschilt in betekenis als ze met een coniunctivus samengaan
  • Drie van deze woorden zijn cum, ut en ne

Slide 5 - Tekstslide

Cum + indicativus: wanneer/toen

Slide 6 - Tekstslide

Vertaal: Cum auxilio egebis, te semper iuvabo.

Slide 7 - Open vraag

Cum + coniunctivus: 
1. toen, nadat; 
2. omdat; 
3. hoewel

Slide 8 - Tekstslide

Vertaal: Puer gaudebat, cum a patre laudaretur.

Slide 9 - Open vraag

Ut + indicativus: 

1. zoals
2. +pf zodra

Slide 10 - Tekstslide

Zoals of zodra?
Frater me iuvit, ut promiserat.
A
Zoals
B
zodra

Slide 11 - Quizvraag

ut+coniunctivus: 

1. (met de bedoeling) dat, om te
2. (met het gevolg) dat, zodat

Slide 12 - Tekstslide

Vertaal: Tam vehemens erat tempestas, ut in silva multae arbores delerentur.

Slide 13 - Open vraag

Welke betekenis heeft ut?
Tam vehemens erat tempestas, ut in silva multae arbores delerentur.
A
(met de bedoeling) dat
B
(met het gevolg) dat

Slide 14 - Quizvraag

Ne +coniunctivus

1. (met de bedoeling) dat niet, om niet te
2. (Bij werkwoorden van vrezen) dat
Timeo, ne veniat --> ik vrees dat hij komt.


Slide 15 - Tekstslide

Welke betekenis heeft ne?
Cives pauperes timebant, ne postea pecunia eis deficeret.
A
dat niet
B
dat

Slide 16 - Quizvraag

Samengevat:
Cum + indicativus: wanneer/toen
Cum + coniunctivus: 1. toen, nadat; 2. omdat; 3. hoewel

Ut + indicativus: 1. zoals 2. +pf zodra
Ut+ coniunctivus: 1. dat, om te; 2. dat, zodat

Ne +coniunctivus: 1. dat niet, om niet te; 2. (bij ww van vrezen) dat

Slide 17 - Tekstslide

Vertaal:
Ut+ coniunctivus
A
dat
B
nadat
C
zoals
D
zodra

Slide 18 - Quizvraag

Vertaal:
Cum + coniunctivus
A
dat
B
nadat
C
zoals
D
zodra

Slide 19 - Quizvraag