wk 5: schrijfplan + verkleinwoorden (klas 1P)

Lezen in je leesboek
timer
5:00
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Middelbare school

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Lezen in je leesboek
timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we bij schrijven doen?
  • Je kunt het schrijven van een informerende tekst voorbereiden
  • Je kunt het onderwerp en de deelonderwerpen voor je tekst bepalen
  • Je kunt een schrijfplan opstellen adhv een onderwerp
  • Je kunt een tekst in alinea's verdelen

Slide 2 - Tekstslide

Schrijfplan bij tekst kaas maken
Voor wie is deze tekst bedoeld? 
Welke alinea/alinea's  vormt/vormen de inleiding?
Welke manier(en) heeft de schrijver gebruikt voor de inleiding?
Welke alinea / alinea's vormt/vormen het slot?
Welke manier is gebruikt om de tekst af te sluiten?


Slide 3 - Tekstslide

Eigen schrijfplan nakijken
Vergelijk je eigen schrijfplan met het voorbeeld in je mail. 
Noteer onder je eigen schrijfplan 3 verbeterpunten. Noteer ze kort en krachtig.

Slide 4 - Tekstslide

Welke 3 verbeterpunten heb jij genoteerd?

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Bosbranden in Australië
  1. Wat weet je al van dit onderwerp?
  2. Ga op zoek naar aanvullende informatie, wat je tegenkomt aan onderwerpen noteer je in schrift.
  3. Kies  3 deelonderwerpen uit de overige gevonden onderwerpen.
  4. Zoek informatie over deze deelonderwerp op en vul het schrijfplan in.

Slide 8 - Tekstslide

Voor in de agenda:
Huiswerk volgende les: Schrijfplan bosbranden Australië is af

2-toets schrijven week 7 noteren in agenda

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Wat gaan we bij spelling doen?
  • Huiswerkopdrachten nakijken (tussenletter in samenstellingen)
  • Je leert hoe je een verkleinwoord correct spelt

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Welke regel geldt hier?
koning - koninkje
wang - wangetje
poging - poginkje

Slide 13 - Tekstslide

Welke regel geldt hier?
oma - omaatje
café - cafeetje
paraplu - parapluutje

Slide 14 - Tekstslide

Welke regel geldt hier?
taxi - taxietje
spray - spraytje
lolly-lolly'tje
sodoku - sodoku'tje

Slide 15 - Tekstslide

Welke regel geldt hier?
mp3 - mp3'tje
s - s'je
A4 - A4'tje 

Slide 16 - Tekstslide

Voor in de agenda:
1vwo: opdracht 6 blz. 196

1hv: opdracht 28 blz. 185

Slide 17 - Tekstslide