DE 3W'S| Les 6 Scènes repeteren

LES 6 | REPETEREN

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
DramaMBOMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1-3Studiejaar 1

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

LES 6 | REPETEREN

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

OPWARMER | NAMENBAL
Onze afspraken tijdens drama
  • Telefoons weg (in je kluisje of tas).
  • Luister naar elkaar en praat er niet doorheen.
  • Ga voorzichtig om met elkaar en ons materiaal.
  • Blijf bij je groepje en werk samen aan de opdracht.
  • Heb respect voor elkaar.

Heeft de docent een hand omhoog? = wees stil en luister naar de uitleg.

Slide 2 - Tekstslide

Bespreek kort de regels van drama.
Tijdens de vorige les heeft elke klas afspraken met elkaar gemaakt. Dit is een samenvatting van alle afspraken.
Wat doen we vandaag?
  • Scènes oefenen en afmaken.
  • Oefentoets.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Denk je dat je klaar bent? Fout!
Een scène is nooit 'af', het kan altijd beter:
De 3 W's: Hoe maak je de wie, wat en waar duidelijk? Kan dit nog duidelijker
in spel (fysiek, mimiek, stem) en/of in vorm (tekst, decor, kostuum, etc)?

Vormgeving: Wie komt waar en wanneer op? Hoe gebruik je de ruimte?

Transformatie: Hoe beweegt en klinkt jouw personage? Wat vindt je van de andere personages? Wat wil je en waarom? Hoe ga je dit bereiken?

Scèneopbouw: Is er een duidelijk begin-midden-eind? Is de scène te volgen?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beoordeling scène: Waar let ik op?
        - Groepjes van 3, 4 of 5 personen.
          De scène duurt minimaal 3 en maximaal 5 minuten.

        - Het is een groepsbeoordeling.

        - Positie ten opzichte van het publiek.
           Kijken we tegen je rug of zien we je gezicht?

     

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beoordeling scène: Waar let ik op?
  • Tijdens de scène ben je gefocust op wat je met elkaar speelt.
  • Gezichtsuitdrukkingen vertellen wat de personages voelen.
  • We zien duidelijke personages, o.a. te zien in houding, gebaren en stem.
  • Er is sprake van een duidelijke scène opbouw.
Concentratie

Mimiek en 
Emotie

Fysieke
Transformatie



Scène



Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afronding les 6

  • Iedereen is verantwoordelijk over eigen kostuum, attributen en eventueel decor.

  • Zijn de afspraken over de vormgeving van jullie scène duidelijk? 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe bouwt een scène zich op?
Scène opbouw: Begin - Midden - Einde.

  • Waar duidelijk maken:  Waar speelt de scène zich af? 
  • Wie duidelijk maken: Welke personages zien we? 

  • Denk in je spel aan je fysiek, mimiek en stem. Welke houding, handeling en tekst passen bij de locatie of personages?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe bouwt een scène zich op?
Scène opbouw: Begin - Midden - Einde.

  • Wat duidelijk maken: Wat is de situatie? Wat zien/horen we de personages doen of wat willen zij? (doel)
  • Probleem laten ontstaan: Wie/wat heeft een probleem? Waarom hebben zij een conflict? 
  • Probleem erger maken: Doe dit in 2 stappen: Actie en Emotie

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe bouwt een scène zich op?
Scène opbouw: Begin - Midden - Einde.

  • Probleem oplossen: Wat is de oplossing voor het probleem? 
  • Afronden:  Loopt het goed of slecht af?

  • Publiek moet weten wanneer de scène is afgelopen en zij kunnen klappen. Spelers kunnen bevriezen of aflopen.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afronding les 4
Waaruit bestaat een
scène opbouw?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies