wk 45 Grammatica Woordsoorten

Welkom 
Nederlands

Je legt klaar:

leesboek, lesboek, laptop,
schrift en etui

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom 
Nederlands

Je legt klaar:

leesboek, lesboek, laptop,
schrift en etui

Slide 1 - Tekstslide

Periode 1
  • Week 45:                        Fictiedossier inleveren
  •                                            Oefenen en leren van werkwoordspelling en                                                               Grammatica Woordsoorten
  • Week 46:                                   ,,                                  ,,
  • Week 47:                         Toets Spelling werkwoorden en Grammatica 

Slide 2 - Tekstslide

Lesboek         Inhoud voor toets
Markeer  in Cursus 7:
TH: par. 9 t/m 14
HA/A: par. 9 t/m 13 en 15
Markeer in Cursus 5:
TH: par. 1, 3, 5, 7,9 en 11
HA/A: par.2,4,6,8,10,12,14 en 16

Slide 3 - Tekstslide

Lesplanning
1. Instructie Woordsoorten voegwoord, aanwijzend vnw, vragend vnw. (HA/A), onbep.vnw (A).
2. Zelfstandig werken aan huiswerk.
3. Uitdelen informatieve tekst.
4. Vragen fictiedossier.

Slide 4 - Tekstslide

Doelen
  • TH: je kan het voegwoord herkennen.
  •        je kan het aanwijzend voornaamwoord herkennen
  • HA: je kan het aanw. en vragend voornaamwoord herkennen
  •         je herkent de telwoorden
  • A: je kan het aanw., vragend en onbepaald voornaamwoord herkennen
  •     je herkent de telwoorden

Slide 5 - Tekstslide

Grammatica woordsoorten
  • Je leert de woordsoort van elk woord.
  • Dit is handig voor .....:
  • je weet de plek van de woorden in de zin.
  • hoe je iets duidelijker kunt beschrijven.
  • de woorden tot zinnen kan voegen.
  • het leren van een andere vreemde taal. 

Slide 6 - Tekstslide

Welke woordsoorten ken je al?

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link

Voegwoorden

Slide 9 - Tekstslide

Voegwoorden
  • 'Voegen' / verbinden woorden, woordgroepen, zinnen en alinea's  
  • Je kent ze als signaalwoorden in teksten!

Slide 10 - Tekstslide

Aanwijzend voornaamwoord

Slide 11 - Tekstslide

Aanwijzend voornaamwoord
Wat wordt aangewezen? Welk woord geeft dit aan?

  • De bestuurder van deze mooie auto is nog heel jong.
  • In die zwart glimmende auto rijdt een oude dame.
  • De monteur kijkt de auto nog even goed na, voordat deze wordt verkocht.

Slide 12 - Tekstslide

Aanwijzend voornaamwoord
Wat wordt aangewezen? Welk woord geeft dit aan?

  • De bestuurder van deze mooie auto is nog heel jong.
  • In die zwart glimmende auto rijdt een oude dame.
  • De monteur kijkt de auto nog even goed na, voordat deze wordt verkocht.

Slide 13 - Tekstslide

Huiswerk vrijdag 8 november
Cursus 5 Grammatica Woordsoorten

Kan digitaal of in boek en schrift.
TH:
par.3 Voegwoord
par.7 Aanwijzend voornaamwoord
Maak alle opdrachten die voor jou klaar staan.
Score <80%, laat de opdracht weer open zetten!


Slide 14 - Tekstslide

Aanwijzend, vragend en onbepaald voornaamwoord

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Link

Leer de theorie!
  • Aanwijzende voornaamwoorden:
  • deze, die, dit, dat, zulk(e), zo’n, dergelijk(e), zelf, dezelfde, hetzelfde
  • Vragende voornaamwoorden:
  • wie, wat, welk(e), wat voor (een)
  • Onbepaald voornaamwoord:
  • niets, (zo)iets, alles, het, wat, iemand, niemand, iedereen, men, ene, (een) zekere, een of ander(e), ieder(e), elk(e),
  •  menig(e), menigeen

Slide 17 - Tekstslide

Huiswerk vrijdag 8 november
HA:  par.4 Aanwijzend en vragend voornaamwoord
         par.8 Telwoord
         Maak alle opdrachten die voor jou klaar staan.
        Score <80%, laat de opdracht weer open zetten!A:

A:    par. 6 Aanwijzend, vragend en onbepaald voornaamwoord
         par.8 Telwoord

Slide 18 - Tekstslide