Leesopdrachten 1 t/m 3 Laagland cursus 9 havo

Leesopdrachten 1 t/m 3 Laagland cursus 9
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Leesopdrachten 1 t/m 3 Laagland cursus 9

Slide 1 - Tekstslide

Vraag 1
Leg uit waarom deze kinderliteratuur bij de Verlichting hoort:
In de Verlichting werden opvoeding en onderwijs erg belangrijk gevonden. Daarom ging men speciaal voor kinderen schrijven.
Opdracht 1

Slide 2 - Tekstslide

Vraag 2
Welke onderwerpen herken je in dit gedichtje?
A
gehoorzaamheid en de ouder-kindrelatie
B
studie-ijver
C
oprechtheid en gehoorzaamheid
D
eercultuur en hoofsheid

Slide 3 - Quizvraag

Vraag 3
Wat doet de vader?

Slide 4 - Open vraag

Vraag 4
Uit welk woord in het gedicht blijkt dat de ouders hun kinderen mochten slaan in de 18e eeuw?

Slide 5 - Open vraag

Vraag 5
Waaruit blijkt de kinderliefde in dit gedichtje?
De kinderliefde houdt in dat het kind niet ongehoorzaam wil zijn omdat het de vader niet verdrietig wil maken.

Slide 6 - Tekstslide

Vraag 6
Leg beargumenteerd uit wat je oordeel is over dit gedichtje.

Slide 7 - Open vraag

Vraag 1
Welke twee algemene kenmerken van de romantiek herken je in dit gedicht?
Opdracht 2
A
vrijheidsdrang
B
verbeelding en richten op verleden
C
de expressie van individuele gevoelens van de ik-figuur en van onvrede met de werkelijkheid en daardoor lijden/melancholie.
D
natuur en engagement

Slide 8 - Quizvraag

Vraag 2
Welke twee romantische onderwerpen herken je in dit gedicht?

Slide 9 - Open vraag

Vraag 3
Twee passages waaruit zelfspot en overdrijving blijkt:
“Slechts harten van ijs en van steen” (vs. 4) en “Zoo haatte (zong/zweeg) er op aarde nooit een.” (vs. 8, 12, 16)

Slide 10 - Tekstslide

Vraag 4
Leg beargumenteerd uit wat je van dit gedicht vindt.

Slide 11 - Open vraag

Vraag 5
Welke van de twee gedichten spreekt je het meest aan en waarom?

Slide 12 - Open vraag

Vraag 1
Wat wilde Multatuli met de roman Max Havelaar bereiken?
Opdracht 3

Slide 13 - Open vraag

Vraag 2
Batavus Droogstoppel spreekt de lezers regelmatig aan. Citeer twee passages waaruit dat blijkt.

Slide 14 - Open vraag

Vraag 3
Waarom spreekt Droogstoppel de lezer aan?

Slide 15 - Open vraag

Vraag 4
Droogstoppel presenteert zichzelf als een zelfingenomen man. Citeer twee passages waaruit dat blijkt:“U zult begrijpen, lezer, met iemand van doen te hebben die weet wat er in de wereld omgaat.” (r. 20-22) en ”Het spreekt voor zich dat ik eerst informatie zou inwinnen over eerlijkheid, geloof en fatsoen, want ik neem niemand aan op kantoor voordat ik daarvan zeker ben.” (r. 54-57)

Slide 16 - Tekstslide

Vraag 5
Leg uit waarom jij Droogstoppel (g)een fatsoenlijk persoon vindt.

Slide 17 - Open vraag

Vraag 6
Wat vindt Droogstoppel onbehoorlijk en vind je dat hij gelijk heeft?

Slide 18 - Open vraag

Vraag 7
Droogstoppel heeft belangstelling voor bepaalde stukken uit het pak van Sjaalman. Leg uit dat die belangstelling voortkomt uit eigenbelang:
Droogstoppel is handelaar in koffie en in het pak van Sjaalman treft hij stukken aan over koffie.

Slide 19 - Tekstslide

Dinsdag 18 mei

Slide 20 - Tekstslide

h. Havelaar had fouten in zijn boekhouding. er was een kastekort. Welke verklaring geeft hij daarvoor?

Slide 21 - Open vraag

i. Havelaar wordt een romantisch personage genoemd. Citeer een passage waar Havelaar zichzelf als 'dromer' presenteert.

Slide 22 - Open vraag

j. Havelaar had een conflict. Met wie had hij een conflict en wordt duidelijk waarom er een conflict was?

Slide 23 - Open vraag

k. Havelaar presenteert zichzelf als een man van principes. Uit welke passage blijkt dat duidelijk?

Slide 24 - Open vraag

l. Wie vind jij sympathieker: Droogstoppel of Havelaar? Waarom?

Slide 25 - Open vraag

Opdracht 4
Herman Gorter
'Het strand was stil en bleek'
'Hè ik wou jij was de lucht'

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Welke van deze twee gedichten spreekt jou het meest aan? Leg uit waarom.

Slide 29 - Open vraag