Terugkoppeling Hoofd- & bijzaken

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1,2

Leerdoel:

Aan het einde van de les:

- Heb je de informatie in de gemaakte samenvatting scherper en overzichtelijker geordend. 

- Rekenen we af met onze spreekangst. 

Goede punten:

Er stond niet teveel en niet te weinig informatie, die goed was ingedeeld en uiteindelijk tot een logisch verhaal leidde. 

16 pagina's samengevat tot 7 pagina's. 

Verbeterpunten om informatie makkelijker over te dragen: 

1. Kan vaker genummerd geworden

2. Deelonderwerpen Dikgedrukt/cursief/onderstreept

3. Witregels 

4. Er stond weleens iets dubbel in.  

5. Als twee keer hetzelfde wordt gezegd, mag er één van de twee worden verwijderd.

6. Herhalende stof samenvoegen tot een geheel.

7. Soms worden er volzinnen geschreven of overgeschreven uit het boek. Alhoewel het logisch is dat in het boek extra informatie benoemd wordt, is het handig om voor een samenvatting overbodige informatie te schrappen. Het geeft weliswaar een duidelijkere uitleg, maar het is de bedoeling om in zo min mogelijk woorden zoveel mogelijk informatie over te dragen. 

Oftewel: Schrap overbodige informatie en lange zinnen, dat maakt de samenvatting veel duidelijker.  

238-239

- Anatomische indeling

Anatomische kan je het zenuwstelsel indelen in een centraal zenuwstelsel en een perifeer zenuwstelsel.

Centraal zenuwstelsel: bestaat uit de hersenen en het ruggenmerg. Het is omhuld en beschermd door hersenvliezen, de schedel en de wervelkolom. Dit bevat hersen- en ruggenmergvloeistof (liquor cerebrospinalis).

Perifeer zenuwstelsel: netwerk van zenuwvezels dat het centraal zenuwstelsel verbindt met de rest van het lichaam. Het perifeer zenuwstelsel voert actiepotentialen (signalen) met informatie van het lichaam naar het centraal zenuwstelsel en weer terug.

- Functionele indeling

Functioneel kan je indelen in het willekeurig en onwillekeurig zenuwstelsel.

Willekeurig zenuwstelsel = somatisch zenuwstelsel

· Verzorgt de willekeurige functies: lopen en praten en gewaarwordingen zoals voelen, zien en horen.

· Dominant in de lichaamswand, het hoofd en in de armen en benen (de extremiteiten)

Onwillekeurig zenuwstelsel = autonoom- en het visceraal zenuwstelsel

· Verzorgt onwillekeurige functies bijvoorbeeld; hartfrequentie en darmperistaltiek

· Innerveert de ingewanden, de bloedvaten, de klieren en de spieren die de haren oprichten

238-239

- Anatomische indeling

Anatomische kan je het zenuwstelsel indelen in een centraal zenuwstelsel en een perifeer zenuwstelsel.

Centraal zenuwstelsel: bestaat uit de hersenen en het ruggenmerg. Het is omhuld en beschermd door hersenvliezen, de schedel en de wervelkolom. Dit bevat hersen- en ruggenmergvloeistof (liquor cerebrospinalis).

Perifeer zenuwstelsel: netwerk van zenuwvezels dat het centraal zenuwstelsel verbindt met de rest van het lichaam. Het perifeer zenuwstelsel voert actiepotentialen (signalen) met informatie van het lichaam naar het centraal zenuwstelsel en weer terug.

- Functionele indeling

Functioneel kan je indelen in het willekeurig en onwillekeurig zenuwstelsel.

Willekeurig zenuwstelsel = somatisch zenuwstelsel

· Verzorgt de willekeurige functies: lopen en praten en gewaarwordingen zoals voelen, zien en horen.

· Dominant in de lichaamswand, het hoofd en in de armen en benen (de extremiteiten)

Onwillekeurig zenuwstelsel = autonoom- en het visceraal zenuwstelsel

· Verzorgt onwillekeurige functies bijvoorbeeld; hartfrequentie en darmperistaltiek

· Innerveert de ingewanden, de bloedvaten, de klieren en de spieren die de haren oprichten

Een zenuwcel bestaat uit een dendriet, een cellichaam (perikaryon) en axon. Actiepotentialen lopen over de zenuwcel altijd in dezelfde richting: van dendriet naar cellichaam naar axon. Een synaps is de plaats waar twee zenuwcellen met elkaar in verbinding staan of waar een zenuwcel en effector cel met elkaar in verbinding staan. (Een effector cel is een uitvoerende cel, dus een spier- of kliercel).

Een zenuwcel bestaat uit: 

1. een dendriet 

2. een cellichaam (perikaryon) 

3. axon. 

Actiepotentialen (signalen) lopen over deze zenuwcellen altijd in dezelfde richting: dendriet -> cellichaam -> axon. Uiteindelijk eindigt het signaal bij een synaps als het een andere zenuwcel of effector cel ontmoet.  

Synaps: De plaats waar twee zenuwcellen met elkaar in verbinding staan of waar een zenuwcel en effector cel met elkaar in verbinding staan. (Een effector cel is een uitvoerende cel, dus een spier- of kliercel).

 

241

Grote hersenen

Hersenschors aan de buitenzijde bestaat uit grijze stof (zenuwcellichamen). Ontvangen van info uit het lichaam.

Het inwendige, bestaande uit uitlopers van zenuwen, wordt witte stof of merg geneoemd. De myelineschede van de uitlopers heeft een witte kleur.

De hersenen bestaan uit de volgende hersenkwabben:

• Voorhoofdkwab (lobus frontale)

• Wandkwab (lobus parietale)

• Achterhoofdkwab (lobus occipitalis)

• Slaapkwab (lobus temporalis)

De buitenkant van de grote hersenen bestaat uit een geplooide hersenschors (cortex cerebri)

Bij dementie neemt het volume van de hersenschors sterk af.

Onder de schros in de hersenen ligt de witte stof. Deze bstaat uit uitlopers van zenuwen met myelineschede, die de witte kleur veroorzaakt. De zenuwvezels in de witte stof kunnen op drie manieren lopen:

1.Commissuurvezels, zoals de hersenbalk (corpus callosum), verbinden de linker en rechterhersenhelft met elkaar.

2.Associatievezels verbinden delen van de hersenschors binnen een hersenhelft met elkaar.

Hierdoor kunnen we zien, horen, voelen, ruiken en proeven in een indruk verenigen.

3. Projectievezels dalen af of stijgen op naar de hersenschros. De piramidenbaan bestaat uit projectievezels die motorische zenuwcellen in de hersenstam en het ruggenmerg aansturen om met de wil spieren te bewegen.

245-247

Grote hersenen

Buitenzijde: Geplooide hersenschors (cortex cerebri) bestaande uit grijze stof (zenuwcellichamen) die info ontvanger uit het lichaam. Afname van hersenschors is oorzaak voor dementie. 

Inwendige zijde: Uitlopers van zenuwen (witte stof of merg), waarvan de myelineschede een witte kleur heeft (vandaar de naam 'witte stof'). Zenuwvezels in de witte stof kunnen op drie manieren lopen:

1. Commissuurvezels, zoals de hersenbalk (corpus callosum), verbinden de linker en rechterhersenhelft met elkaar.

2. Associatievezels verbinden delen van de hersenschors binnen een hersenhelft met elkaar.

Hierdoor kunnen we zien, horen, voelen, ruiken en proeven in een indruk verenigen.

3. Projectievezels dalen af of stijgen op naar de hersenschros. De piramidenbaan bestaat uit projectievezels die motorische zenuwcellen in de hersenstam en het ruggenmerg aansturen om met de wil spieren te bewegen.

De hersenen bestaan uit de volgende hersenkwabben:

• Voorhoofdkwab (lobus frontale)

• Wandkwab (lobus parietale)

• Achterhoofdkwab (lobus occipitalis)

• Slaapkwab (lobus temporalis)

De hypothalamus is een van de coördinerende centra die het autonoom zenuwstelsel bezit.

De hypothalamus reguleert honger, dorst, seksueel gedrag, agressie, temperatuur, bloeddruk, en het handhaaft de mineraalbalans.

De hypothalamus is een van de coördinerende centra die het autonoom zenuwstelsel bezit en reguleert: honger, dorst, seksueel gedrag, agressie, temperatuur, bloeddruk, en het handhaaft de mineraalbalans.

- Honger

- Dorst

- Seksueel gedrag

- Agressie

- Temperatuur

- Bloeddruk

- Handhaaft de mineraalbalans

248-250

Grijze stof

De grijze stof bestaat uit drie langgerekte, grijze kolommen met zenuwcellen. De kolom motorische zenuwcellen stuurt willekeurige skeletspieren aan via de ruggenmergzenuwen. De kolom sensibele zenuwcellen ontvangt informatie van de gevoelssensoren in het lichaam via de ruggenmergzenuwen. Er is een kolom autonome zenuwcellen, die deel uitmaakt van het autonoom zenuwstelsel.

Het centraal zenuwstelsel wordt omhuld door drie hersenvliezen. Van buiten naar binnen zijn dit: het harde hersenvlies, het spinnenwebvlies en het zachte hersenvlies. Rond de hersenen zitten tussen deze vliezen 2 ruimtes: de subdurale en de subarachnoïdale ruimte. De subdurale ruimte ligt tussen het harde hersenvlies en het spinnenwebvlies. De subarachnoïdale ruimte ligt tussen het spinnenwebvlies en het zachte hersenvlies en is gevuld met hersenvocht.

251-254

Grijze stof

De grijze stof bestaat uit drie langgerekte, grijze kolommen met zenuwcellen: 

1. Motorische zenuwcellen: sturen willekeurige skeletspieren aan via de ruggenmergzenuwen. 

2. Sensibele zenuwcellen: ontvangen informatie van de gevoelssensoren in het lichaam via de ruggenmergzenuwen. 

3. Autonome zenuwcellen: maken deel uit van het autonoom zenuwstelsel.

Het centraal zenuwstelsel wordt omhuld door drie hersenvliezen met daartussen twee ruimtes. Van buiten naar binnen zijn dit: 

Het harde hersenvlies (buiten)

De subdurale ruimte

Het spinnenwebvlies (midden)

De subarachnoïdale ruimte (gevuld met hersenvocht)

Het zachte hersenvlies (binnen)

251-254

Minuut praten

Jaaaa, waar zal ik het nu eens over hebben? 

Noem een onderwerp waarover een klasgenoot zal praten.

Huiswerk

Verbeter volgens de punten die ik in de les gaf jouw gedeelte van de samenvatting. 

* Maak een Teamsopdracht met alle nodige links erin.