Basalt: meestal zwart/bruin, weinig structuur in steen te zien, vaak zeshoekige vorm door krimp bij afkoeling vulkanisch gesteente (vulkanisme > uitvloeiingsgesteente) (veel gebruikt voor dijken)
Graniet: allerlei kleuren, gekleurde vlekjes, ontstaan door afkoeling (kristalvorming) ondergronds (vulkanisme > dieptegesteente) (veel gebruikt voor aanrechten, vloeren)
Slide 8 - Tekstslide
Basalt
Basalt
Slide 9 - Tekstslide
Graniet
Graniet
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Plaatbewegingen
Convergente plaatbeweging
naar elkaar toe
Divergente plaatbeweging
uit elkaar
Transforme plaatbeweging
langs elkaar
Slide 12 - Tekstslide
Maak opgaven
1, 2 en 4
Nabespreken over 20 minuten!
Slide 13 - Tekstslide
Ondanks de hoge temperatuur bestaat de kern toch uit vast gesteente. Wat is de verklaring hiervoor?
Slide 14 - Open vraag
In de aardmantel treden convectiestromen op. Beschrijf in drie opeenvolgende stappen hoe de convectiestromen ontstaan. Begin in de aardkern.
Slide 15 - Open vraag
De volgende paragraaf (3.2) gaat over het bewegen van de aardplaten. Welk deel, de asthenosfeer of de lithosfeer, heeft een belangrijke rol in het ontstaan van deze plaatbewegingen. Leg je keuze uit.