L5 postverwerking
1 / 38
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Dit valt WEL onder de AVG
Dit valt NIET onder de AVG
voornaam
bankafschrift
adres
intoleranties
geboortedatum
sollicitatiebrieven
naam van een kind
Slide 5 - Sleepvraag
wel persoonsgegevens
geen persoonsgegevens
mijn telefoonnummer
huidige locatie
een populair liedje
je godsdienst
een nieuwe game
Slide 6 - Sleepvraag
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Wat betekent het als een brief wordt verstuurd naar een bedrijf en daarvoor gebruik wordt gemaakt van een antwoordnummer?
A
Dat de brief dan extra snel wordt bezorgd.
B
Dat de bezorger verantwoordelijk is voor de bezorging.
C
Dat het frankeren van de brief niet nodig is.
D
Dat voor ontvangst van deze brief getekend moet worden.
Slide 12 - Quizvraag
Wat betekent het als een pakket onder rembours wordt verzonden?
A
Dat de geadresseerde betaalt voor de inhoud van het pakket.
B
Dat de inhoud verzekerd is voor diefstal.
C
Dat de ontvanger tekent voor ontvangst bij het aannemen van het pakket.
D
Dat het pakket niet bij anderen dan de geadresseerde afgegeven mag worden.
Slide 13 - Quizvraag
Joris werkt sinds kort op de postkamer bij een groot bedrijf. Per ongeluk opent hij een brief die voor de directeur is bestemd. Joris heeft geen machtiging daarvoor. Wat staat hierover in de grondwet?
A
Dat medewerkers en stagiairs van de postkamer altijd post mogen openen.
B
Dat alle medewerkers van een bedrijf de post mogen openen.
C
Dat medewerkers strafbaar zijn als deze zonder machtiging post openen.
D
Dat medewerkers van de postkamer alle post mogen openen, behalve geheime of vertrouwelijke post.
Slide 14 - Quizvraag
De meeste bedrijven schrijven de binnenkomende post chronologisch in. Wat wil dat zeggen?
A
De post wordt ingeschreven in alfabetische volgorde.
B
De post wordt ingeschreven in volgorde van binnenkomst.
C
De post wordt ingeschreven op datum van beantwoording.
D
De post wordt ingeschreven op datum van eerdere briefwisseling.
Slide 15 - Quizvraag
Wat is distribueren van post?
A
Inschrijven van de post in een brievenboek.
B
Kijken welke post naar welke persoon of afdeling moet.
C
Verdelen van de post over de juiste personen / afdelingen.
D
Zorgen dat de post intern verzendklaar is.
Slide 16 - Quizvraag
Wat is een ander woord door drukwerk?
A
Direct mail
B
Pakketpost
C
Postzending
D
Rembourspost
Slide 17 - Quizvraag
Wat wil priority zeggen als je post naar het buitenland verstuurt?
A
Dat de ontvanger moet betalen voor ontvangst.
B
Dat de zending met voorrang wordt behandeld.
C
Dat de zending verzekerd is tegen diefstal.
D
Dat de zending vooraf wordt gecontroleerd.
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Wat betekent het digitaliseren van analoge post?
A
De post op papier wordt gescand en opgeslagen via de computer.
B
De post op papier ontvangt een code.
C
De post op papier wordt scan klaar gemaakt.
D
De post wordt gescand, gecodeerd en verstuurd.
Slide 28 - Quizvraag
De meeste bedrijven hebben de beschikking over een besloten internet, bedoeld voor de medewerkers. Hoe wordt dit genoemd?
A
Computernetwerk
B
Digitaal systeem
C
Intranet
D
World Wide Web
Slide 29 - Quizvraag
Aan een digitaal document kan een zoeksleutel worden toegekend.
Wat is een zoeksleutel?
Wat is een zoeksleutel?
A
Een zoeksleutel is een code die aangeeft dat een ander het document heeft.
B
Een zoeksleutel is een code die aangeeft hoe oud een document is.
C
Een zoeksleutel is een code die aangeeft of het document nog aanwezig is.
D
Een zoeksleutel is een code waarmee documenten snel worden gevonden.
Slide 30 - Quizvraag
Wat is het formaat van een A3 poster?
A
210 x 148 mm
B
297 x 210 mm
C
420 x 297 mm
D
297 x 297 mm
