herhalen energie en warmte

herhalen energie en warmte
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

herhalen energie en warmte

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

wat is geen warmtebron?
A
fornuis
B
zon
C
computer
D
openhaard

Slide 3 - Quizvraag

in een brandstof zit ............... energie opgeslagen
A
chemische
B
warmte
C
ontbrandings
D
koude

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de brandstof in een barbecue?
A
Aardgas
B
Alcohol
C
Houtskool
D
Elektriciteit

Slide 5 - Quizvraag

Als je een brandstof laat branden, wordt er chemische energie omgezet. Maar waarin wordt deze chemische energie omgezet?
A
Elektriciteit
B
Warmte
C
Koolstofdioxide

Slide 6 - Quizvraag

waterkoker
houtkachel
strijkijzer
CV ketel
gas-barbecue
elektrische energie
chemische energie

Slide 7 - Sleepvraag

Uitputbare energie
Vernieuwbare energie
Wind
Olie
Zon
Aardgas
Heet gesteente
Steenkool
Stromend water
Kernenergie

Slide 8 - Sleepvraag

Warmte transport




Een proces waarbij warmte verplaatst wordt van warme gebieden naar koude.

Slide 9 - Tekstslide

         Stroming
- Vind plaats bij gassen en vloeistoffen.
- Warme stof stijgt op en koude daalt.
- Dit proces noem je convectie

Slide 10 - Tekstslide

      Lucht is:
- een slechte warmtegeleider en een goede warmtetransporteur.

Slide 11 - Tekstslide

Geleiding
- vindt plaats bij vaste stoffen.
- Als er is contact tussen twee vaste stoffen, dan gaat de warmte van de ene vaste stof naar de andere vaste stof.
- Bij één stof verdeeld de warmte zich over de stof.




Metalen zijn goede geleiders

Slide 12 - Tekstslide

Straling
Alles zend (warmte) straling uit, in alle richtingen.
Hoe warmer, hoe meer straling
Als een voorwerp warm genoeg is, kun je de straling zien.

Slide 13 - Tekstslide

Geleiding
Stroming
Straling

Slide 14 - Sleepvraag

Van welke manier van warmtetransport is sprake wanneer je theelepel warm wordt als hij in de thee staat?
A
Stroming
B
Straling
C
Geleiding
D
Alle drie

Slide 15 - Quizvraag

Noem een manier om er voor te zorgen dat je huis minder warmte verliest.

Slide 16 - Open vraag

Wat is warmtegeleiding?
A
Warmte verplaatst zich MET de stof
B
Warmte verplaatst zich ZONDER hulp van stof
C
Warmte verplaatst zich DOOR de stof

Slide 17 - Quizvraag

Metalen zijn goede warmte geleiders?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quizvraag

In de winter voelt het metaal van een fiets kouder aan dan de kunststof handvatten. Hoe komt dat?
A
Metaal is een betere warmte geleider dan kunststof
B
Metaal is een slechtere warmte geleider dan kunststof

Slide 19 - Quizvraag

Isoleren
Voorkomen van warmteverlies door:
-stilstaande lucht
creeëren 
(dubbel glas,
spouwmuur,
isolatiemateriaal)


Slide 20 - Tekstslide

Isolatie
Buiten is het vaak kouder dan binnen. De warme lucht wil dus van binnen naar buiten. 

Als je je huis goed isoleert heb je dus minder warmteverlies.

Slide 21 - Tekstslide

wat komt vrij bij een onvolledige verbranding?
A
waterdamp
B
koolstofmonoxide
C
roet
D
a t/m d zijn goed

Slide 22 - Quizvraag

Wat heb je NIET nodig voor verbranding?
A
Zuurstof
B
Koolstofdioxide
C
Ontbrandingstemperatuur
D
Brandstof

Slide 23 - Quizvraag

Wat zijn verbrandingsproducten?


A
stoffen die nodig zijn voor een verbranding
B
stoffen die ontstaan bij verbranding
C
stoffen die worden gebruikt bij een verbranding

Slide 24 - Quizvraag

Zuurstof en verbranding

Slide 25 - Tekstslide

Volledige en onvolledige verbranding
Gele vlam, onvolledige verbranding
Blauwe vlam, volledige verbranding
Je kunt de verschillen benoemen tussen volledige en onvolledige verbranding.

Slide 26 - Tekstslide

Een bekend soort thermometer is de vloeistofthermometer. Zo’n thermometer bestaat uit een reservoir en een stijgbuis. Langs de stijgbuis is een schaalverdeling aangebracht. Het reservoir is gevuld met alcohol

Slide 27 - Tekstslide

Een thermometer meet:
A
hoe warm het aanvoelt
B
de temperatuur van de omgeving

Slide 28 - Quizvraag

Hoe noemt men de nummertjes die op een thermometer staan?
A
Reservoir
B
Stijgbuis
C
Schaalverdeling

Slide 29 - Quizvraag

Dit is een voorbeeld van...
A
Vloeistof thermometer
B
Digitale thermometer

Slide 30 - Quizvraag

Warmte door verbranding

Voor verbranding heb je nodig:
  • Een brandstof
  • Genoeg zuurstof
  • Ontbrandingstemperatuur

Slide 31 - Tekstslide

Volledige en onvolledige verbranding

Volledige verbranding aardgas => Voldoende zuurstof

  •  Methaan + zuurstof ==> koolstofdioxide (CO2) + water (H2O)


Onvolledige verbranding => Onvoldoende zuurstof

  • Methaan + (weinig) zuurstof ==> koolstofmono-oxide (CO) + water (H2O)

Slide 32 - Tekstslide

Onvolledige verbranding / Koolstof Monoxide / CO






CO is kleurloos en reukloos en erg giftig!

Slide 33 - Tekstslide

Wat is het absolute nulpunt?
A
0 graden Celsius
B
273 graden celsius
C
273 Kelvin
D
-273 graden Celsius

Slide 34 - Quizvraag

Welke grootheid hoort bij Kelvin?
A
Lengte
B
Massa
C
Gewicht
D
Temperatuur

Slide 35 - Quizvraag

Blussen!

Je verwijdert de brandstof

Je verwijdert de zuurstof

Je verwijdert de temperatuur

Slide 36 - Tekstslide

Wat heb je NIET nodig om brand te krijgen?
A
Brandstof
B
Ontbrandingstemperatuur
C
Oude kranten
D
Zuurstof

Slide 37 - Quizvraag

Hoe kun je een brand NIET blussen?
A
Verwijderen van de brandstof
B
Verwijderen van de zuurstof
C
Verwijderen van de temperatuur
D
Meer zuurstof toevoegen

Slide 38 - Quizvraag