BK1 les 19 januari

• Godsdienst
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Welkom

Deze les kijken we terug op de vorige lessen. 

Daarna gaan we verder werken met de uitleg van het volgende onderdeel van hoofdstuk 2. 

Tenslotte maak je dan de opdrachten in je boek en bekijk je of je het leerdoel hebt behaald.

Terugblik

beantwoord de volgende vragen om te kijken of je nog weet waar het de laatste lessen over hebben gehad.

Aan welke 4 manieren kun je een levensbeschouwing herkennen?

Welke 3 voordelen heeft het om een levensbeschouwing op te schrijven

Wat betekend het woord ritueel

Let op!

Deze vragen komen uit paragraaf 1,2,3 en 5.

allemaal belangrijke onderdelen doe jij aan het einde van het hoofdstuk moet kunnen opnoemen.

Leerdoel

Aan het einde van de les moet je de 5 verschillende soorten feesten kunnen noemen en herkennen en daar een voorbeeld bij kunnen noemen.

Feesten

Bij een levensbeschouwing horen rituelen. Wat je vaak ziet is dat er bij verschillende rituelen ook feesten horen. 

Je gaat wat lezen en opdrachten maken bij het thema feesten

top 5 belangrijke feesten

Persoonlijk feest = feest wat iedereen zelf viert (bijv. verjaardag)

Levensbeschouwelijk feest = feesten die bij een godsdienst past (bijv. Offerfeest, Kerst of holi)

Traditioneel feest = een feest wat bijvoorbeeld bij een land of gemeente past (bij. Koningsdag)

Historisch feest denk hierbij aan feesten die belangrijk zoals Bevrijdingsdag

Seizoensfeest = feesten die passen bij een tijd in het jaar zoals het oogstfeest

MAKEN

Je hebt nu een stukje herhaald en gekeken naar de stof voor deze les. Je gaat nu de opdrachten maken op bladzijde 46 en 47. Je maakt opdracht 17, 18 en 19

Lees eerst de paars/ blauwe tekst 

Plaats hieronder de foto's van je gemaakte opdrachten als het af is.

Kennen we het?

We kijken nog even naar het leerdoel.

Kunnen we de 5 soorten feesten noemen en er een voorbeeld bij benoemen?

Leerdoel

Aan het einde van de les moet je de 5 verschillende soorten feesten kunnen noemen en herkennen en daar een voorbeeld bij kunnen noemen.

Noem de 5 verschillende soorten feesten?

Noem bij drie feesten alvast een voorbeeld.

Wat ging er goed tijdens het lezen en maken van de lessonup en de opdrachten?

Wat vond je de lastigste opdracht vandaag om te maken of te leren?

Hoe is het je toch gelukt om een opdracht te maken die je lastig vind?