10.3.1 Je kunt situaties beschrijven waarin twee krachten elkaar opheffen.
10.3.2 Je kunt de resultante berekenen als twee (of meer) krachten in dezelfde richting werken.
10.3.3 Je kunt de resultante berekenen als twee krachten in tegenovergestelde richting werken.
10.3.4 Je kunt twee krachten samenstellen door een nauwkeurige tekening op schaal te maken.
10.3.5 Je kunt de grootte van getekende krachten bepalen met behulp van een krachtenschaal.