Antimicrobiële middelen

1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
ParaveterinairMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Les  Antimicrobiële diermiddelen
  • Boek Zorgen voor dieren

Hoofdstuk 9

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Antibiotica zijn geneesmiddelen die bacteriën bestrijden.
Juist
Onjuist

Slide 5 - Poll

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht Bacteriële infectie (10 min)
Je ziet een geit met een mogelijke bacteriële infectie. Je weet alleen niet welke bacterie die infectie veroorzaakt. Met welk onderzoek kom je hierachter?

Zodra je weet welke bacterie de veroorzaker is, wil je weten welk antibioticum hier tegen het beste werkt. Met welk onderzoek kom je hierachter?

Zoek beiden antwoorden op in de lesstof.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Hoe maak je een antibiogram?
A
Door verschillende antibiotica te testen op een voedingsbodem met bacteriën
B
Door aan koeienmelk verschillende antibiotica toe te voegen
C
Door verschillende bacteriën te kweken op een voedingsbodem met antibiotica

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Een hobbykip krijgt een behandeling met een antibioticum dat werkt tegen meerdere soorten bacteriën. Hoe noem je zo'n soort antibioticum?
A
Een smalspectrum antibioticum
B
Een breedspectrum antibioticum
C
Een anti-resistent antibioticum
D
Een resistent antibioticum

Slide 12 - Quizvraag

Opdracht Antibioticum (10 min)
Voor de geit met de bacteriële infectie schrijf je het liefst een antibioticum voor die de eerste keuze heeft. 

Waar voldoet een eerste keuze antibioticum aan?

Zoek het antwoord op in de lesstof.

Slide 13 - Tekstslide

/ vaak breed spectrum
en bijwerkingen

Slide 14 - Tekstslide

Penicilline
Neomycine
Cefovecin
eerste keus ab
tweede keus ab
derde keus ab

Slide 15 - Sleepvraag

                    Opdracht Enrofloxoral (10 min)


Enrofloxoral is een antibioticum welke je kan geven als een hond last heeft van een blaasontsteking. 

Waarom wil je dit antibioticum liever niet voorschrijven?

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Een antibioticum met bacteriostatische werking doodt de bacterie.
Juist
Onjuist

Slide 18 - Poll

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Opdracht Resistentie (10 min)
Een  hobbykip herstelt helaas niet van zijn breedspectrum antibioticumkuur. De bacterie blijkt resistent te zijn tegen zijn antibioticum.

Wat betekent resistentie?
Waarom is resistentie gevaarlijk?
Zoek de informatie op in de lesstof.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Een resistente bacterie is ongevoelig voor alle antibiotica.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quizvraag

De hobbykip heeft een andere antibioticumkuur nodig. Welke maatregelen zijn belangrijk om de kans op resistentie te verkleinen?
A
Zorg dat de kip de kuur helemaal afmaakt
B
Zorg dat de kuur helemaal volgens voorschrift wordt gevolgd
C
Zorg dat je de kip afzondert van andere dieren
D
Zorg voor een bacteriekweek

Slide 25 - Quizvraag

Een pup heeft na een antibioticumkuur meet doxycycline gele tanden gekregen. Waar is dit een voorbeeld van?
A
Bijwerking
B
Resistentie
C
Immuniteit
D
Overgevoeligheid

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Link

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Een huidschimmel bij een hond is altijd het gevolg van een directe besmetting.
Juist
Onjuist

Slide 31 - Poll

Wat is belangrijk voor een succesvolle behandeling van een schimmelinfectie?
A
Behandel niet alleen de plek, maar ook het gebied eromheen
B
Scheer de vacht bij langharige dieren
C
Dien het middel zo kort mogelijk toe om resistentie te voorkomen
D
Reinig de omgeving en gebruiksvoorwerpen van het dier

Slide 32 - Quizvraag

Ringworm is een huidontsteking die voortkomt uit een schimmelinfectie.
Juist
Onjuist

Slide 33 - Poll

Dermatofytose

Slide 34 - Tekstslide

In een kattenverblijf van een asiel heeft één kat een schimmelinfectie.
Wat moet er gebeuren?
A
Deze kat moet worden geïsoleerd en behandeld
B
Alleen deze kat moet worden behandeld
C
Alle katten in het verblijf moeten worden behandeld
D
Deze kat hoeft alleen te worden geïsoleerd

Slide 35 - Quizvraag

/ Antiprotozoïca

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide