herhaling uiteenzetting en uitleg bijstelling 2h

vrijdag 6 maart 2h
  • lezen
  • herhalen theorie uiteenzetting
  • toets  donderdag 12 (kladversie in lokaal) en vrijdag 13 maart (netversie in computerlokaal)
  • Grammatica 4: uitleg bijstelling 
  • nakijken blz. 153 opdracht 7 
  • maken opdracht 8
  • oefenen met naamwoordelijk gezegde
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

vrijdag 6 maart 2h
  • lezen
  • herhalen theorie uiteenzetting
  • toets  donderdag 12 (kladversie in lokaal) en vrijdag 13 maart (netversie in computerlokaal)
  • Grammatica 4: uitleg bijstelling 
  • nakijken blz. 153 opdracht 7 
  • maken opdracht 8
  • oefenen met naamwoordelijk gezegde

Slide 1 - Tekstslide

Uiteenzetting
  • Doel: informeren

Je geeft feiten en uitleg over een onderwerp. Feiten zijn controleerbaar.

  • Meningen breng je neutraal, je geeft niet je eigen mening.

Opbouw:

Inleiding: introduceren onderwerp

Middenstuk: uitwerken onderwerp - deelonderwerpen, gebruik signaalwoorden voor opsommend verband

Slot: hoofdgedachte + signaalwoord concluderend verband + kernzinnen.

Slide 2 - Tekstslide

De inleiding
In de inleiding is direct het onderwerp duidelijk. Je trekt de aandacht van de lezer, maar houdt de tekst zakelijk.

De laatste zin van de inleiding is de hoofdgedachte: In deze tekst wordt informatie gegeven over......

Slide 3 - Tekstslide

Het middenstuk
Het middenstuk bestaat uit drie deelonderwerpen die beginnen met een kernzin. In de rest van de alinea leg je uit, geef je voorbeelden, enz. Hou voor de deelonderwerpen een logische volgorde aan.
Je gebruikt een signaalwoord voor een opsommend verband. 

Slide 4 - Tekstslide

Hoe schrijf je een goede kernzin? :)
In het middenstuk begin je de zin met een signaalwoord voor een opsommend verband. Na dat signaalwoord plaats je altijd de persoonvorm, dus geen komma.
Voorbeeld:
Ook is Robbeneiland ontdekt in 1615 door Robinson Crusoe.

Slide 5 - Tekstslide

Het slot
In het slot vat je de kernzinnen samen. Je begint met een signaalwoord voor een concluderend verband. Als je 'kortom'gebruikt, plaats je een komma erachter. Bij 'samenvattend' en 'concluderend' hoeft dat niet. 
De kernzinnen vat je samen in aparte zinnen, dus niet met allemaal komma's ertussen. Bedenk een mooie slotzin die niet activerend is en spreek de lezer niet aan.

Slide 6 - Tekstslide




Uitleg bijstelling

Slide 7 - Tekstslide

Zinsdelen en zinsdeelstukken
- Werkwoordelijk gezegde(of naamwoordelijk gezegde)
- Onderwerp
- Lijdend voorwerp
- Meewerkend voorwerp
- Bijwoordelijke bepaling
----------------------------------
- Bijstelling
Zinsdelen
Zinsdeelstuk= (onderdeel van een zinsdeel)

Slide 8 - Tekstslide

Uitleg bijstelling (aantekening)

- staat tussen twee komma's of na een komma achter een znw

- noemt dezelfde zaak of persoon nog een keer, maar dan met andere woorden

- is altijd onderdeel van een ander zinsdeel (lv/mv/ow/enz.)

Meneer Bom, onze leraar aardrijkskunde, | heeft | drie kinderen.

Het Kalsbeek College, een school in Woerden |heeft I drie toetsweken /per jaar/ /

Slide 9 - Tekstslide

maken Nieuw Nederlands
nakijken Blz. 153 opdracht 7 
maken opdracht 8
oefenen op chromebook voor naamwoordelijk gezegde (hoofdstuk 2 en 3 NN)

Slide 10 - Tekstslide