Bijwoordelijke bepaling

Welkom VT2M
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom VT2M

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
- Je weet wat de planning is voor de komende tijd.
- Je leest in het boek Zes seconden.
- Je weet wat een bijwoordelijke bepaling is.
- Je kan de bijwoordelijke bepalingen in een zin benoemen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesprogramma
- Welkom (5 min)
- Terugblik periode 2 (10 min)
- Planning komende tijd (5 min)
- Lezen Zes seconden (15 min)
- Uitleg: Bijwoordelijke bepaling (10 min)
- Zelfstandig werken (15 min)
- Afsluiting (5 min)

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
Leesvaardigheid
quiz en (6e uur) oefentekst

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning periode tot TEA3
1. Lezen klassikaal boek Zes seconden en behandelen literaire begrippen
Toets TEA3: Boektoets over Zes seconden 

2. Spelling, grammatica en werkwoordspelling
Maart: Volgmeting spelling, grammatica en werkwoordspelling

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gebruik je molboekje voor het maken van aantekeningen 

Noteer:
(Literaire begrippen:) personages (wat weet je van ze?), ruimte, tijd, spanning en perspectief.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontleden
Bij het ontleden benoem je eerst: de persoonsvorm, het gezegde, het onderwerp, lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp. De zinsdelen
die je overhoudt na het benoemen, zijn de bijwoordelijke bepaling (bwb).

Niet elke zin bevat een bwb en sommige zinnen hebben meer dan één bwb.
Bijwoordelijke bepalingen geven antwoord op de vragen:
waar, wanneer, waarom, waarmee, waardoor, hoe en hoeveel.

LET OP: Ook woorden als niet, wel, zeker, absoluut, allicht, eigenlijk, natuurlijk, misschien, vermoedelijk en waarschijnlijk zijn bijwoordelijke bepaling.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stappenplan zinsontleding:

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld
 Zin: Hij heeft Sanne voor haar verjaardag een mooi cadeau gegeven.
 
pv: heeft
(zinsdelen maken)
wwg: heeft gegeven
ow: hij
lv: een mooi cadeau
mw: Sanne
bwb: voor haar verjaardag

Slide 9 - Tekstslide

Het onderwerp vindt je met de vraag:
wie/wat + gezegde? (wie heeft gegeven?)

Het lijdend voorwerp vindt je met de vraag: wie/wat + pv + ow + rest van gezegde? (wat heeft hij gegeven?)

Het meewerkend voorwerp vindt je met de vraag: aan/voor wie + pv + ow + lv + rest van gezegde? (aan wie heeft hij een cadeau gegeven?)

Deze bijwoordelijke bepaling geeft antwoord op de vraag: waarom?
Is het zinsdeel tussen haakjes een bijwoordelijke bepaling?
[Gaat] hij altijd door die deur naar buiten?

A. Ja (duim omhoog)
B. Nee (duim omlaag)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de bijwoordelijke bepaling in de zin:


De docenten willen gratis oefenmateriaal op de schoolwebsite plaatsen.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is het zinsdeel tussen haakjes een bijwoordelijke bepaling?
Ik hoorde het nieuws [vanmorgen] op de radio.

A. Ja (duim omhoog)
B. Nee (duim omlaag)

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
- Maak opdracht 1, 2 en 3 (stencil bijwoordelijke bepaling)
- Lees verder in Zes seconden, zorg dat je tot en met H1 gelezen hebt. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
Zijn de lesdoelen bereikt?

- Je weet wat de planning is voor de komende tijd.
- Je leest in het boek Zes seconden.
- Je weet wat een bijwoordelijke bepaling is.
- Je kan de bijwoordelijke bepalingen in een zin benoemen.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies