In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 2 videos.
In iedere zin staat een persoonsvorm.
Zinnen met één persoonsvorm en één onderwerp noem je
een enkelvoudige zin.
Zinnen met twee of meer persoonsvormen noem je samengestelde zinnen.
Bij elke persoonsvorm hoort een onderwerp.
Met een voegwoord zoals en, want en maar staan de persoonsvormen en de onderwerpen naast elkaar.