Blok 4 Over Taal vervolg

Welkom allemaal!
Dinsdag 17 mei 2022
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom allemaal!
Dinsdag 17 mei 2022

Slide 1 - Tekstslide

Programma
Bespreken huiswerk
Bijzonder taalgebruik
Aan het werk!

Slide 2 - Tekstslide

Bespreken van het huiswerk
Kader: opdracht 4 op blz. 208-209.
Basis opdracht 2 t/m 4 op blz. 211-212.

Slide 3 - Tekstslide

Bijzonder taalgebruik
Vier onderdelen:
  1. Pleonasme 
  2. Tautologie
  3. Letterlijk taalgebruik
  4. Figuurlijk taalgebruik

Slide 4 - Tekstslide

Pleonasme
Je noemt een eigenschap die altijd bij dat begrip hoort.

Op een lentedag lagen we te luieren in het groene gras.
Met een snelle sprint  passeerde de spits de tegenstander.

Slide 5 - Tekstslide

Andere voorbeelden:
wit sneeuw, groen gras, rood bloed, zwarte kraai.

Slide 6 - Tekstslide

Tautologie
Je zegt twee keer hetzelfde, maar dan met andere woorden.

De kleuters stonden keurig netjes in de rij.
Jij weet vast en zeker hoe laat het is.

Slide 7 - Tekstslide

Andere voorbeelden
schots en scheef, eeuwig en altijd, prachtig mooi.

Slide 8 - Tekstslide

Pleonasme of tautologie?

Zie je daar een zwarte kraai?
A
Pleonasme
B
Tautologie

Slide 9 - Quizvraag

Pleonasme of tautologie?

Er liggen daar mooie rode aardbeien.
A
Pleonasme
B
Tautologie

Slide 10 - Quizvraag

Pleonasme of tautologie?

De politicus heeft met list en bedrog de verkiezingen gewonnen.
A
Pleonasme
B
Tautologie

Slide 11 - Quizvraag

Pleonasme of tautologie?

Onze vriendschap is voor eeuwig en altijd.
A
Pleonasme
B
Tautologie

Slide 12 - Quizvraag

Pleonasme of tautologie?

Het rode bloed viel gisteren op de grond.
A
Pleonasme
B
Tautologie

Slide 13 - Quizvraag

Pleonasme of tautologie?

Ik weet het, jij bent vast en zeker de verdachte.
A
Pleonasme
B
Tautologie

Slide 14 - Quizvraag

Pleonasme
(altijd een eigenschap)

De rode aardbeien liggen in het krat bij de groenteboer.

Het gemaaide groene gras ruikt erg lekker in de ochtend.
Tautologie
(je noemt een extra woord)

Je bent er voor eeuwig en altijd.

De stoelen en tafels staan schots en scheef in het lokaal.

Slide 15 - Tekstslide

Figuurlijk taalgebruik
Wat was dat ook alweer?

Als ik jou zie, ben ik in de wolken.

Slide 16 - Tekstslide

Letterlijk taalgebruik
Wat was dat ook alweer?

Het vliegtuig vliegt in de wolken.

Slide 17 - Tekstslide

Opdrachten maken
Kader opdracht 7, 9 en 10 op blz. 211-212
Basis opdracht 7, 9 en 10 op blz. 214-215

Maak deze opdrachten, wij gaan dezen straks nakijken.

Slide 18 - Tekstslide