- Je beschrijft de bouw en functie van het hart en legt uit hoe slagvolume en hartslagfrequentie zich aanpassen aan de omstandigheden.
- Je beschrijft hoe artsen handelen bij een hartinfact.
- Je beschrijft de elektrische activiteit van het hart.
- Je beschrijft de rol van de hart- en slagaderkleppen in het hart.
Slide 2 - Tekstslide
Hart
Slagvolume: hoeveelheid bloed die per hartslag hartkamer verlaat
Hartslagfrequentie: aantal hartslagen per minuut
Hartminuutvolume: hoeveel bloed er per minuut het lichaam rondgaat
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
begin vulfase - eind vulfase - pompfase
Slide 5 - Tekstslide
Dotterbehandeling met stent
Bypassoperatie
Slide 6 - Tekstslide
11.2
- Je beschrijft de grote en kleine bloedsomloop.
- Je beschrijft de bouw en functie van de drie typen bloedvaten.
Slide 7 - Tekstslide
Bloedsomloop
Kleine bloedsomloop: longslagader vervoert zuurstofarm bloed naar de longen, bloed neemt daar O2 op en geeft CO2 af. Zuurstofrijk bloed via longader terug naar hart.
Grote bloedsomloop: aorta vervoert zuurstofrijk bloed naar alle organen via aftakkende slagaders. Bloed geeft in haarvaten O2 af en neemt CO2 op.
Bloed vervoert ook hormonen en afvalstoffen.
Slide 8 - Tekstslide
Bloedvaten
Slagader van het hart weg, hoge bloeddruk, dikke wanden, diep in lichaam, kringspiertjes
Haarvaten één cellaag dik, kringspiertjes
Aders naar het hart toe, lage bloeddruk, dunne wanden, bevatten kleppen, minder diep in lichaam
Slide 9 - Tekstslide
Houtvaten en bastvaten
Houtvaten holle buisjes van celwanden, met houtstof verstevigd, water en mineralen van bodem naar bladeren
Bastvaten langgerekte levende cellen, opgeloste suikers en andere organische stoffen van bladeren naar rest van plant
Slide 10 - Tekstslide
Houtvaten
In bladeren en stengels waterverlies door verdamping via huidmondjes
Vormt een aanzuigende kracht voor watertransport
Wortels vullen dit verdampende water aan
Slide 11 - Tekstslide
Watertransport wortelcellen
Opname water door wortelharen
Watertransport door celwanden en grondplasma cellen richting centrale cilinder
Actief transport van mineralen door endodermiscellen, water volgt door osmose
Worteldruk duwt water in centrale cilinder omhoog
Slide 12 - Tekstslide
Sapstroom
Suikers fotosynthese via actief transport naar bastvaten, water volgt door osmose
Suikers op andere plaatsen via actief transport uit bastvaten naar cellen, water volgt weer door osmose
Slide 13 - Tekstslide
11.3
- Je beschrijft hoe je de bloeddruk bepaalt.
- Je legt het verschil tussen boven- en onderdruk uit.
- Je legt uit hoe verschillen in bloeddruk en stroomsnelheid in de bloedvaten tot stand komen.
- Je legt uit hoe de uitwisseling van stoffen tussen bloed en weefsel tot stand komt.
Slide 14 - Tekstslide
Bloeddruk
Druk van bloed tegen wand van hart en bloedvaten
Bovendruk: maximale druk op moment dat kamers samentrekken
Onderdruk: minimale druk tijdens de hartpauze
Slide 15 - Tekstslide
Bloeddruk meten
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
11.4
- Je benoemt de functies van rode en witte bloedcellen, bloedplaatjes en bloedplasma.
- Je legt uit hoe je lichaam reageert op een tekort aan rode bloedcellen.
- Je beschrijft het O₂- en CO₂-transport door het bloed.
- Je beschrijft de bloedstolling.
Slide 18 - Tekstslide
Bloed
Bloedplasma: water met opgeloste stoffen (zuurstof, voedingsstoffen, afvalstoffen, hormonen, antistoffen)
Bloedcellen: ontstaan in rode beenmerg van platte botten uit stamcellen
Slide 19 - Tekstslide
Rode bloedcellen
Geen celkern
Bevat hemoglobine met ijzer
Bloedarmoede
Epo
Slide 20 - Tekstslide
Transport O2
Zuurstof via diffusie van longblaasje naar haarvaten
O2 bindt aan hemoglobine in rode bloedcellen
In haarvaten van actief weefsel gaat O2 door diffusie rode bloedcel uit en via weefselvloeistof naar cellen
Slide 21 - Tekstslide
Transport CO2
Bij verbranding glucose komt CO2 vrij, via diffusie naar rode bloedcellen
Grootste deel CO2 bindt met water tot H2CO3 (door koolzuuranhydrase), valt uiteen tot HCO3- en H+
HCO3- diffundeert naar bloedplasma.
Vrijgekomen H+ gebonden aan hemoglobine
Slide 22 - Tekstslide
Transport CO2
HCO3- vanuit bloedplasma naar rode bloedcellen, vormt H2CO3 met H+ , wordt door koolzuuranhydrase meteen gesplitst in CO2 en H20
CO2 diffundeert naar longblaasjes
Water verdwijnt in bloed
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Bloedplaatjes
Bloedstolling
Kleven vast aan beschadigde wand
Vallen uiteen en stoffen komen vrij
Samen met stollingsfactoren
Protrombine omgezet in trombine
Fibrinogeen omgezet in fibrine
Slide 25 - Tekstslide
Witte bloedcellen
Afweer
Verschillende typen
Antistoffen
Slide 26 - Tekstslide
11.5
- Je legt uit welke krachten een rol spelen bij de aanvoer en afvoer van weefselvloeistof.
- Je beschrijft de bouw en functie van het lymfesysteem en de betekenis van lymfe.
Slide 27 - Tekstslide
Weefselvloeistof
Hoge druk begin haarvat zorgt voor filtratie
Opgeloste stoffen met bloedplasma mee het haarvat uit
Cellen halen voedingsstoffen uit weefselvloeistof en geven afvalstoffen aan weefselvloeistof af
Slide 28 - Tekstslide
Resorptie
Grote eiwitmoleculen in haarvat (colloïden) verhogen osmotische waarde
Hogere colloïd-osmotische druk in haarvat zorgt ervoor dat weefselvloeistof terugstroomt