AA AFP Medicatie COPD en Astma

Astma   &    COPD
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
FarmacotherapieMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Astma   &    COPD

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze les
 - Kort voorkennis ophalen: astma & COPD
- Uitleg sympathicus en parasympaticus
- Uitleg meest voorkomende medicatie 
- Opdrachten en Medilect

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

COPD is?
A
longemfyseem
B
progressieve luchtwegobstructie door ontstekingsreactie.
C
luchtwegontsteking, meestal ontstaan door een bacterie.
D
chronische bronchitis

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij astma:
A
zijn de longen af en toe ontstoken waardoor een astma-aanval op treedt
B
is er sprake van vernauwing van de longen door een allergie
C
zijn de bronchiën altijd ontstoken en reageren daardoor sterker op prikkels, waardoor een astma-aanval kan optreden
D
zijn de bronchiën ontstoken, maar je kunt er wel van genezen

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

ASTMA
COPD
Alle leeftijden
> 40 jaar
Progressief ziektebeeld
Benauwdheid, hoesten slijm
Verloop gunstig met medicatie
Alle leeftijden
Erfelijk
Aanvallen
Behandeling met O2

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Astma & COPD
Oorzaak anders dus GNM behandeling anders

Astma: Oorzaak = ontsteking:
  • Licht: luchtwegverwijders
  • Snel extra: corticosteroïden

COPD: oorzaak = beschadiging
  • Luchtwegverwijdende stoffen
  • Ernstige COPD: corticosteroïden
  • Evt. AB en bronchospasmolytica

Slide 8 - Tekstslide

Astma is een ontsteking van de longen. De ontsteking is bij astma blijvend. Dit betekent dat er altijd kleine ontstekingen zijn in de longen. Dit kan veel klachten veroorzaken.
Waarom sommige mensen astma krijgen en anderen niet, is nog niet duidelijk. Wetenschappers en Longfonds zoeken nog naar de precieze oorzaak van astma. Astma is vaak erfelijk.

Symptomen van astma: benauwdheid, slijm ophoesten, piepende ademhaling, kortademigheid, weinig energie hebben. 
 
Veel voorkomende behandelingen bij astma: medicatie (inhalator), longfunctietest 
Astma
Overgevoeligheid:
1.  Allergisch (huisstofmijt)
2. Niet allergisch (parfum, mist, kou)

Gevolg:
Slijmvorming, zwelling en verkramping glad spierweefsel 
-> luchtwegen vernauwen
Gevolg: benauwdheid, piepen en hoest

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Astma

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

COPD
Langdurige prikkeling door roken of prikkelende stoffen er ontstaat schade:
(soms erfelijk belast of onbehandelde astma)
Gevolg: verkramping glad spierweefsel, slijmvorming en longbeschadiging -> obstructie luchtwegen -> luchtpijp is vernauwd -> weerstand tegen luchtstroom -> minder goed kunnen uitademen
Gevolg: hoest, slijm en benauwdheid

Chronic Obstructive Pulmonary Disease

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Astma
* Benauwdheid, piepen, hoest
* Pollen, huisstofmijt, parfum, kou, inspanning
* Histamine komt vrij
 * Klachten in aanvallen 
Klachtenvrije episodes
* Herstel
* Begint vaak op jongere leeftijd



COPD
- Hoesten, slijm, benauwd
- Infectie
- Chronische ontsteking 
- Roken belangrijkste oorzaak
- Niet volledig uitademen
- Lucht blijft achter in longen 
- Kortademigheid
- Begint op oudere leeftijd 40+
- Progressief
-Continue


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderscheid Astma & COPD

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel Farmaco behandeling:
Astma:
Maximaal 2 keer per week klachten astma
Minimaliseren gebruik kortwerkende luchtwegverwijders tot max 2 keer per week
Symptoomvrije nachten
Dagelijkse activiteiten zonder beperkingen

COPD:
Ziektelast verlagen
Verbeteren van de prognose
Behandelen van comorbiditeit


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt verstaan onder comorbiditeit? Noem 1 voorbeeld bij COPD

Slide 18 - Woordweb

Comorbiditeit is het naast elkaar voorkomen van verschillende stoornissen/aandoeningen tegelijkertijd. COPD groter risico op HV-aandoeningen, botontkalking, spierzwakte, suikerziekte, longkanker en depressie

Sympaticomimetica
Toegepast bij:

  • Acute situaties:
 - Bij longaanval of luchtweginfectie
 - Werking is snel, direct verlichting
  • Onderhoudsbehandeling:
Bij astma en soms COPD
Meestal de langwerkende sympathicomimetica

Medicatie:
Salbutamol en terbutaline (Short Acting Beta Agonist = SABA)
Salmeterol en Formoterol (Long Acting Beta Agonist = LABA )



Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Medicatie Astma en COPD
- Sympathicomimetica
- Parasympathicolytica
- Corticosteroïden
- Antibiotica
- Leukotrieënantagonisten

* Jaarlijks een griep vaccin (influenza)

Slide 20 - Tekstslide

Kun je ze uitspreken? Geef om en om beurt in de klas
Sympaticomimetica
Toegepast bij:

Acute situaties:
 - Bij longaanval of luchtweginfectie
 - Werking is snel, direct verlichting
Onderhoudsbehandeling:
Bij astma en soms COPD
Meestal de langwerkende sympathicomimetica

Medicatie:
Salbutamol en terbutaline (Short Acting Beta Agonist = SABA)
Salmeterol en Formoterol (Long Acting Beta Agonist = LABA )



Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sympaticus
Vecht & vlucht
Adrenaline
Hart gaat sneller kloppen
Pupillen verwijden
Luchtwegen verwijden
Ademhaling gaat 
makkelijker

Parasympaticus
Rust & verteer
Hartritme vertraagd
Darmen gaan verteren
Luchtwegen vernauwen



Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kortom:
Hoe zorg je er voor dat iemand minder benauwd is?
1. De sympaticus activeren
2. De parasympaticus onderdrukken 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sympaticus activeren
Salbutamol & Salmeterol
Werken voornamelijk in de longen en voor een klein gedeelte in het lichaam ->
Bijwerkingen:
hartkloppingen, tremor
ACTIE


Parasympaticus onderdrukken
Tiotropium & Ipratropium 
Bijwerkingen:
Minder speeksel aanmaak of
obstipatie doordat de parasympaticus wordt onderdrukt. De darmen verteren daardoor minder
RUST

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sympaticus activeren
- Sympathicomimetica 
- Nabootsen sympathische
 zenuwstelsel
- Luchtwegverwijder
- Eerste keus astma
- Werkt snel & direct
- Salbutamol & Salmeterol

Sympathicolytica
- Remmen het sympathische zenuwstelsel


Parasympaticus onderdrukken
- Parasympathicolytica
- Remmen parasympatische zenuwstelsel 
- Eerste keus COPD
- Tiotropium & Ipratropium 


Parasympathicomimetica
Bootsen het parasympatische zenuwstelsel na

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Astma

Start: Sympathicomimetica kortwerkend - luchtwegverwijdend
Stap 2: Onderhoudsbehandeling met ontstekingsremmende middelen (cortico's)

COPD

Start: Sympathicomimetica langwerkend 
Stap 2: parasympathicolytica  of antibiotica 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kortwerkende sympathicomimetica

- Salbutamol 
- Terbutaline
Langwerkende sympathicomimetica

- Salmeterol
- Formoterol 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kortwerkende parasympathicolytica

Ipratropium
Langwerkende parasympathicolytica

Tiotropium (Spiriva)

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beta-sympathicomimetica 
Zowel op het hart als op de longen bevinden zich beta-receptoren:
    - Hart hoofdzakelijk de beta-1-receptoren
    - Longen hoofdzakelijk de beta-2 receptoren
Stimulatie van de beta-receptoren:
     - Hart verhoogt de hartslag
     - Longen geeft een ontspanning van de bronchiaal spieren
Sympathicomimetica werken vooral op de longen: Beta 2 antagonist!
   - Kortwerkend of SABA (= short acting beta agonist)
   - Langwerkend of LABA (= long acting beta agonist)



Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een antagonist?
A
een medicijn om de aanmaak van een hormoon te stimuleren
B
een medicijn om een lichaamseigen stof tegen te werken
C
een medicijn om angst en somberheid te bestrijden
D
een medicijn om een tekort aan te vullen van een lichaamseigen stof

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Parasympaticolytica 
Remt de parasympaticus De sympathicus gaat overheersen  bronchiën worden wijder
Bij COPD 1ste keus middel, soms toegepast bij astma
Medicatie per inhalatie
- Ipratropium = SAMA (short acting muscarinic antagonist)
- Tiotropium, glycopyrronium, umeclidinium = LAMA (long acting muscarinic
                                                                           antagonist)
Bijwerkingen:
   - Droge mond
   - Vermindert slijmvorming (+)
   - Maakt het ophoesten van slijm lastiger door het indrogend effect



Slide 32 - Tekstslide

Spiriva, Atrovent en Spiolto (comb. )

Waar staat ICS voor?

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

ICS
Toediening:
  • Lokaal via inhalatie = ICS (inhalatiecorticosteroïd), heeft de voorkeur
  • Diverse inhalatievormen
  • Hoofdzakelijk toegepast bij Astma
  • Oraal bij heftige astma-aanval= longaanval (exacerbatie) of bij luchtweginfectie bij COPD

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Corticosteroïden
Ontstekingsremmend-> 
Bijnierschorshormoon
Fluticason & Budesonide 
Onderdrukken het immuunsysteem
Voornamelijk bij allergische reactie (astma)
Heet ook wel: luchtwegbeschermers 
Astma - onderhoudsbehandeling - inhalatie
COPD - luchtweginfectie-  oraal (prednisolon)

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Corticosteroïden
Werking:
Onderdrukken de afweerreacties/het immuunsysteem doordat de ontstekingssymptomen verminderen
- Het aantal longaanvallen(exacerbaties)verminderen
- De bronchiale hyperactiviteit verminderen

Medicatie:
  • Oraal kortdurende stootkuur, gedurende korte tijd een hoge dosering (meestal Prednisolon ook IV in kliniek)
  • Onderhoudsbehandeling bij astma via inhalatie of oraal lage dosering

Spoelen mond en keelholte zeer belangrijk
Voorbeelden: Beclometason, Fluticason, Ciclesonide en Budesonide




Slide 36 - Tekstslide

ICS alleen bij COPD als er veel longaanvallen zijn. Uitproberen: wanneer het niet werkt stoppen. 
Antibacteriële middelen
Bacteriën (op slijmvlies) zorgen voor vernauwing van de luchtwegen: bronchusobstructie door bacteriële ontstekingen slijmvlies. 

Komt vaak voor bij COPD patiënten met longemfyseem door minder elastisch longweefsel -> slijm kan niet goed opgehoest worden -> bacteriën blijven zitten

COPD patiënten hebben vaak een antibiotica kuur nodig naast corticosteroïden (prednisolon)
  • Amoxicilline 
  • Doxycycline 
  • Azitromycine

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Orale middelen 
Leukotrieenantagonisten​

Astma ​
Heeft invloed op vrijgekomen histamine ​
Montelukast (Singulair ® )


Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leukotrieënantagonisten
Bij het ontstaan van een longaanval, na contact met een allergeen komen zowel histamine als leukotrieën vrij. Gevolg: bronchusobstructie, slijmvlieszwelling en slijmproductie

 Antihistaminica en histamine afgifte remmende stoffen hebben bij astma een beperkte rol (allergie). Wordt niet gebruikt bij COPD






Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leukotrieënantagonisten
Leukotrieënantagonisten verminderen de werking van de leukotrieën
  
Gebruik in combinatie met andere middelen als onderhoudsbehandeling waardoor de hoeveelheid ICS of beta-2-mimeticum verminderd kan worden

Geneesmiddel: Montelukast, orale toediening

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Orale middelen 
Theofylline ​(Theolair ®): wWaarschijnlijk werking op spiercel waardoor glad bronchusspierweefsel verslapt ​

- Heeft ook invloed op centraal zenuwstelsel 
- Toxiciteit
- Komt bijna niet meer voor 




Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen?
Vragen?

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mee aan de slag! 
Certificaten  en opdracht:

Slide 43 - Tekstslide

Antwoord staat op Canvas