Op plekken waar in de mantel een stroom van vloeibaar gesteente aan het oppervlak komt, bewegen de platen uit elkaar. Dit noemen we
divergentie. Het magma dat aan het oppervlak komt stolt en beweegt zich na verloop van tijd van deze plek af. Omdat er oceanische korst wordt aangemaakt (die diep komt te liggen), ontstaat hier een oceaan. De
continenten bewegen dus uit elkaar.
Op de plek waar het magma omhoog
beweegt, drukt het beide platen
omhoog. Vandaar dat de zeebodem
hier een stuk minder diep is. Deze
gebieden noemen we dan ook
Mid-Oceanische Ruggen (afgekort
tot MOR). Hier kunnen aardbevingen
ontstaan, maar die zullen over het
algemeen niet erg zwaar zijn.