6. Plotseling verschijnt een onbekende man.
7. Hij is groot en sterk.
8. Het is de god Mars, maar Silvia kent de god niet. Mars
ziet het mooie meisje: hij verlangt naar het meisje en pakt (haar) vast…
10. Silvia is erg geschrokken en huilt, maar de god
kalmeert het meisje: hij voorspelt een beroemd nageslacht en grote roem.
12. Daarna verlaat de god, verborgen in een wolk, Silvia.