Les 17: Hoofd- en bijzin

Hoofd- en bijzin (toetszinnnen)
4. Ik ben net thuis, als plotseling mijn broer binnenstormt.

5. Omdat ik op de computer wilde, vind ik dat niet leuk.

6. Hij mag altijd eerst, tenzij hij voetbaltraining heeft.
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalSpeciaal OnderwijsLeerroute 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Hoofd- en bijzin (toetszinnnen)
4. Ik ben net thuis, als plotseling mijn broer binnenstormt.

5. Omdat ik op de computer wilde, vind ik dat niet leuk.

6. Hij mag altijd eerst, tenzij hij voetbaltraining heeft.

Slide 1 - Tekstslide

Werkafspraken
Werk je zelfstandig?
Maak opdracht 1 t/m 3 (blz. 104 t/m 105)

1. Werk in stilte.
2. Lees de opdrachten goed.


Slide 2 - Tekstslide

Werkafspraken
Doe je mee met de les?
1. Je bent stil als iemand anders praat

2. Je steekt je vinger op als je iets wilt zeggen.

3. Je let op en doet mee.

Slide 3 - Tekstslide

Log in bij LessonUp
Gebruik je gebruikersnaam en wachtwoord.

Slide 4 - Tekstslide

Wat leer je vandaag
Ik kan de hoofd- en bijzin in samengestelde zinnen aanwijzen.


Slide 5 - Tekstslide

Samengestelde zinnen
Een samengestelde zin bestaat uit twee of meer deelzinnen.

Dat betekent dat er ook meerdere persoonsvormen zijn.

Je kan dus zien of iets een samengestelde zin is,
door te zoeken naar de persoonsvormen.


Slide 6 - Tekstslide

Persoonsvorm
Hoe vind je de persoonsvorm ook alweer?

Wij eten geen yam, omdat deze groente niet in Nederland groeit.

Slide 7 - Tekstslide

Is het een samengestelde zin?
'Mensen eten allerlei groenten, omdat groenten vitamines bevatten.'
A
Ja, want er staat één persoonsvorm
B
Nee, want er staat één persoonsvorm
C
Ja, want er staan twee persoonsvormen
D
Nee, want er staan twee persoonsvormen

Slide 8 - Quizvraag

Is het een samengestelde zin?
'Je went aan een smaak als je iets vaak eet.'
A
Ja, want er staat één persoonsvorm
B
Nee, want er staat één persoonsvorm
C
Ja, want er staan twee persoonsvormen
D
Nee, want er staan twee persoonsvormen

Slide 9 - Quizvraag

Hoofd- en bijzin
In de hoofdzin staat de persoonsvorm vooraan of bijna vooraan.

In de bijzin staat de persoonsvorm achteraan of bijna achteraan.

Omdat ik op de computer wilde, vind ik dat niet leuk.

Slide 10 - Tekstslide

In een ... staat de persoonsvorm vooraan of bijna vooraan.

Slide 11 - Open vraag

In een ... staat de persoonsvorm achteraan of bijna achteraan

Slide 12 - Open vraag

Hoofdzin
Bijzin
Mensen in Spanje doen na het eten een dutje,
zodat het eten langzaam zakt.

Slide 13 - Sleepvraag

Aan de slag
We maken de eerste twee zinnen van opdracht 1 gezamenlijk.

Snap je het? 
Dan maak je zelfstandig de rest van de opdracht.

Heb je er moeite mee? 
Dan maken we de rest van de opdracht gezamenlijk.

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht 1
1. Ik vind het raar dat je ineens ver weg woont.
Hoofdzin: vind
Bijzijn: woont

2. Mijn zus en ik praten over je omdat we je erg missen.
Hoofdzin:
Bijzin:

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag
Maak de rest van opdracht 1 in je schrift.

Slide 16 - Tekstslide