Les 5: Het middenstuk uitwerken

Les 5
 
Het middenstuk uitwerken
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Les 5
 
Het middenstuk uitwerken

Slide 1 - Tekstslide

Wat heb je nog onthouden van de voorgaande lessen?

Slide 2 - Open vraag

Terugblik 
  • Thema bedacht door middel van een woordweb 
  • Beschreven waar je verhaal om draait, het is de kapstok van je verhaal
  • Plaats, ruimte, tijd, en personages
  • Perspectief, opening, slot

Slide 3 - Tekstslide

Inhoud
  • lesdoelen
  • inspiratie en informatie
  • tips om het middenstuk uit te werken
  • vooruitblik 

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoelen
  • aan het einde van de les kan ik de volgorde van het uitschrijven van een spannend verhaal en kan ik deze uitwerken met de benodigde vaardigheden

  • aan het einde van de les weet ik wat ik moet doen als ik niet toe ben gekomen aan  500 woorden

Slide 5 - Tekstslide

Voldoende inspiratie en informatie
  • uitwerken op de computer
  •  aanpassingen en toevoegingen
  • professionele schrijvers doen het ook zo!

Slide 6 - Tekstslide

Tips bij het uitwerken van je verhaal

Om het schrijven van je verhaal eenvoudig te maken zijn er een aantal stappen die je kunt nemen
Tip 1:  Verdeel je verhaal in hoofdstukken. Schrijf in elk hoofdstuk een scene. 

Tip 2:  Gebruik niet al te lange zinnen. Korte en krachtige zinnen maken je verhaal juist spannend. 

Tip 3:  Als je even vastloopt in een scene, schuif hem dan even aan de kant en ga verder met een andere scene. 

Tip 4:  Probeer een of enkele gesprekken tussen mensen (dialogen) in je verhaal op te nemen.

Slide 7 - Tekstslide

Tip 1
Je kunt het verhaal in hoofdstukken verdelen door onderwerpen te onderscheiden van elkaar. Je kunt het hoofdstuk benoemen naar het onderwerp (alinea's)

Slide 8 - Tekstslide

Tip 2
Korte en krachtige zinnen kun je maken door alleen de belangrijke woorden op te schrijven en vervolgens te koppelen. Een alinea bevat altijd een kernzin.

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeeld

''Tijdens de derde set van de Wimbledon-finale van 1993 was er een moment waarop Jana Novotna onoverwinnelijk leek.''

  • onderwerp wordt genoemd , je weet wat je gaat lezen
  • spanning wordt opgewekt, je wordt nieuwsgierig gemaakt om door te lezen
  • na de kernzin vul je de alinea aan met een vervolg van deze zin

Slide 10 - Tekstslide

Welke zin kun je het beste gebruiken als kernzin?
A
Rika Hagenaar had wel honderd redenen om moe te zijn.
B
Elke hond heeft een baas.
C
Maisvelden zijn meestal erg groot.
D
De Nederlandse overheid is altijd corrupt.

Slide 11 - Quizvraag

Tip 3
Als je vastloopt bij het schrijven van een scene of alinea, zet het dan even aan de kant en ga verder met een ander deel.

Slide 12 - Tekstslide

Tip 4
Wat is een dialoog? Maak dialoog zinnen.
  • Je dialoog moet functioneel zijn, een noodzakelijke rol vervullen in je verhaal.
  • Bijvoorbeeld het conflict goed neerzetten, het karakter van je personages schetsen, of: informatie overbrengen.

Slide 13 - Tekstslide

Voorbeeld
'Het is wel opvallend', zei Jules. 'Ze is echt lelijk voor een sprookjesfiguur.'
'Ze is geen sprookjesfiguur', zei Burak. 'Ze is een instagram model'
'Natuurlijk wel!', schreeuwde Jules beslist. 'Alleen in sprookjes hebben meiden zulk rood haar'.

Slide 14 - Tekstslide

Welke zin is een dialoog?
'Ik ga vanavond shoppen. Kom jij ook mee?', zei Ilayda. 'Sorry, ik moet vandaag oppassen', antwoordde Jasmijn.
Jan loopt met zijn hond op de stoep. Ineens wordt hij aangereden door een auto.
Leila stopt bij het stoplicht terwijl het groen is!

Slide 15 - Poll

Noem 1 ding wat je vandaag hebt geleerd.

Slide 16 - Open vraag

VOORUITBLIK
De volgende les gaan jullie het beste verhaal uitkiezen. Jullie gaan een wedstrijd houden.

Slide 17 - Tekstslide

Aan de slag!
  • Schrijf je middenstuk op je computer/laptop.
  • In het boek ‘Bergen bloedt’ vind je twintig voorbeeldverhalen die ter inspiratie kunnen dienen.

Slide 18 - Tekstslide