1.2 Lezen: tekstverbanden en signaalwoorden TEKSTVERBANDEN NOG KLOPPEND EN INTERACTIEF MAKEN

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Tekstverbanden en signaalwoorden

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een signaalwoord?
• Verbindingswoorden
•Signaalwoorden geven het verband aan tussen zinsdelen, zinnen en alinea’s

Slide 3 - Tekstslide

Chronologisch verband

Voordat, nadat, eerst, daarna, wanneer, vroeger.

Slide 4 - Tekstslide

Vergelijkend 
verband

In vergelijking met, (net) als, evenals, zoals, meer/groter/beter dan, vergeleken met

Slide 5 - Tekstslide

Tegenstellend
verband

Zo, evenals, in vergelijking met, soortgelijk(e)

Slide 6 - Tekstslide

Oorzakelijk verband
Door, doordat, waardoor, te danken aan

Slide 7 - Tekstslide

Toelichtend verband
Een voorbeeld ( hier)van, ter illustratie, bijvoorbeeld, zoals

Slide 8 - Tekstslide

Redengevend verband
Want, omdat, daarom, vanwege, immers,

Slide 9 - Tekstslide

Concluderend verband
Samengevat, kortom, dus, al met al, vandaar dat

Slide 10 - Tekstslide

Concluderend verband
Samengevat, kortom, dus, al met al, vandaar dat

Slide 11 - Tekstslide


Signaalwoorden..
A
Verwijzen naar iets in de tekst.
B
Geven aan dat iets van iemand is.
C
Geven een eigenschap aan.
D
Geven een verband aan in de tekst.

Slide 12 - Quizvraag

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor een opsomming?
A
Zoals
B
Ten slotte
C
Tegenover
D
Denk aan

Slide 13 - Quizvraag

Welk signaalwoord is GEEN signaalwoord voor 'tijd'?
A
eerst
B
ten slotte
C
daarna
D
denk aan

Slide 14 - Quizvraag

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor tegenstelling?
A
Zoals
B
Ten slotte
C
Hoewel
D
Denk aan

Slide 15 - Quizvraag


Zoek tekstverband:
Vroeger hield hij van pasta, tegenwoordig houdt hij meer van pizza.n.
A
Opsomming
B
Tegenstelling
C
Chronologie/ tijd
D
Toelichting

Slide 16 - Quizvraag

Welk signaalwoord past er bij het
tekstverband conclusie?
A
Omdat
B
Daardoor
C
Dus
D
Ook

Slide 17 - Quizvraag

Het signaalwoord 'dus' kan zowel een concluderend tekstverband zijn als een redengevend tekstverband
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Welk signaalwoord hoort bij het tekstverband opsomming?
A
Ook
B
Alles bij elkaar
C
Al met al
D
Zoals

Slide 19 - Quizvraag

• Opsommend
• Tijdaangevend (chronologisch)
• Tegenstellend
• Toelichtend
• Concluderend
• Redengevend

Slide 20 - Tekstslide