B3Bh, Duits 4 januari 2021 (Eerste les na Kerstvakantie)

Guten Morgen!
Dienstag den 5. Januar 2021
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Guten Morgen!
Dienstag den 5. Januar 2021

Slide 1 - Tekstslide

Lesson-Up.app
  1. Maak een nieuw tabblad aan in Safari/Chrome
  2. Ga naar Lessonup.app
  3. Vul de Code van deze les in 
  4. Vul je eigen naam in en log in!
  5.  Du bist dabei! :-)

  Code: Linksonder in je scherm!

Slide 2 - Tekstslide

Was machen wir heute?
- Zurückblick (5 min.)
- Een stukje herhaling (10     min.)
- Iets nieuws (5 min)

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Wiederholen was gelernt ist!
  1. Wat weet je nog?
  2. Lernlisten N-D  +  D-N  (kleine Teile)
  3. Persoonlijke voornaamwoorden (Nominativ, Dativ + Akkusativ)

            

Slide 5 - Tekstslide

Gesundheit (in het Duits)
Woorden, zinnen, pers. vnw, anders?

Slide 6 - Woordweb

Wat betekent:
Wehtun - Wehgetan

Slide 7 - Open vraag


Hoe noem je dit fenomeen in het Duits?
(met voorzetsel > der, die of das?)

Slide 8 - Open vraag



Wat betekent het onderstreepte woord? (Lernliste N-D)

"Man muss sich gewöhnen an Online-Unterricht"
A
omdraaien naar
B
wennen aan
C
gewoonlijk

Slide 9 - Quizvraag



"In Oktober haben die Snollebollekes einen Auftritt!"
A
Een voorstelling
B
Een boeking
C
Een optreden
D
Aflassing

Slide 10 - Quizvraag



"Er tut so Fremd! Ich glaube bei ihm ist eine Schraube locker!"
A
los
B
kluisje
C
schroefje

Slide 11 - Quizvraag



"Unserem Gehirn ist der Computer unseren Körpers"
A
Hart
B
Maag
C
Voet
D
Hersenen

Slide 12 - Quizvraag


De Persoonlijke voornaamwoorden
Wat hoort waarbij?
1. "dir" hoort bij Dativ (3e nvl)
2. "Mich" hoort bij Akkusativ (4e nvl)
A
1. is goed + 2. is fout
B
2. is goed + 1 is fout
C
Beide opties zijn goed
D
1 en 2 zijn beide fout

Slide 13 - Quizvraag


Kies het juiste antwoord:
Benoem het onderstreepte zinsdeel

"Ich gehe zum Arzt"

A
Akkusativ (Lijd. vwp)
B
Dativ (meew. vwp)
C
Nominativ (ond.)

Slide 14 - Quizvraag



"Mein Vater gibt mir eine Aspirine"
A
Dativ
B
Nominativ
C
Akkusativ
D
Genitiv

Slide 15 - Quizvraag



"Ich gehe mit ihm ins Krankenhaus."
A
Dativ
B
Nominativ
C
Akkusativ

Slide 16 - Quizvraag


Geef jezelf een cijfer tussen 1 en 5!
Hoe goed ken je de lijsten en de persoonlijke voornaamwoorden nog?

Slide 17 - Open vraag

Even iets anders
_______
Ein kleines Stück Lesen und arbeiten

Slide 18 - Tekstslide

Aan het werk / An die Arbeit
Wat ga je doen?        Tijd: Hoor je van de docent
- Je gaat naar: Neue Kontakte Kapitel 2
- Je gaat naar onderdeel G: Lesen.

- We bespreken Aufgaben 40 t/m 42
- Je maakt: Aufgaben 40  +  41 en schrijft deze uit!

Klaar? > Lees de uitleg bij 43 en maak t/m 4

Slide 19 - Tekstslide

Zurückblick
Wat hebben we gedaan en besproken?

Slide 20 - Woordweb

Vorausblick
Wat gaan we doen in de komende lessen?

- Minder praten en meer zelf aan het werk.
- Kleine projectjes (alleen + samen)
- Afsluiten Kapitel 2

Bij vragen buiten de lessen om: Mailen!

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide