Woordenschat dictee

Woordenschat
nieuwsbegrip woordenschat
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
Basisschool

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Woordenschat
nieuwsbegrip woordenschat

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
Na de les hebben we de themawoorden herhaald.

Slide 2 - Tekstslide

Je kleding... is het soort kleding dat je mooi vindt.
Wat past op de puntjes?
A
kast
B
maat
C
winkel
D
smaak

Slide 3 - Quizvraag

Het is een drukte van belang op het bij de ijssalon.
Wat betekent drukte van belang?
A
niet zo druk
B
heel erg belangrijk
C
niet zo belangrijk
D
heel erg druk

Slide 4 - Quizvraag

Welk boek heb je nodig als je veel informatie zoekt over de schilderijen in een museum?
A
een agenda
B
een catalogus
C
een dagboek
D
een telefoonboek

Slide 5 - Quizvraag

Veel mensen zijn kritisch als ze een huis kopen.
Wat doe je als je kritisch bent?
A
je betaalt veel geld voor iets
B
je let goed op of alles in orde is
C
je geniet ergens heel veel van
D
je vindt alles goed

Slide 6 - Quizvraag

Het is vrijwel zeker dat het schoolreisje doorgaat.
Wat is een ander woord voor vrijwel?
A
bijna
B
overigens
C
oftewel
D
tenminste

Slide 7 - Quizvraag

Er hing een collectie van tekeningen in die kamer.
Wat is een ander woord voor collectie?
A
het aantal
B
de reproductie
C
de verzameling

Slide 8 - Quizvraag

Je moet de paarden een beetje van een afstand bekijken.
Wat is een ander woord voor 'een beetje'?
A
enigszins
B
sindsdien
C
uitzonderlijk
D
zelden

Slide 9 - Quizvraag

Welk woord past bij de anderen woorden?
Het oordeel, het argument, het leesboek
A
de conditie
B
de getuige
C
de recensie

Slide 10 - Quizvraag

De Franken hadden vroeger een zeer groot rijk.
Wat is een ander woord voor rijk?
A
land
B
paleis
C
stadion
D
volk

Slide 11 - Quizvraag

In de wildernis overleven de meeste mensen het niet.
Wat betekent in de wildernis?

Slide 12 - Open vraag

Goed gedaan!

Slide 13 - Tekstslide